Ouder wordende rockster klampt zich wanhopig vast aan de uitdunnende schare volgelingen rond hem, maar ziet zijn relevantie in sneltempo verdampen. Als het niet over zichzelf ging, zou Morrissey de tragiek ervan wel appreciëren, en wie weet in een song vatten. Een zichzelf bewierokende dvd om de vijfentwintigste verjaardag van zijn solocarrière te vieren was misschien een minder goed idee.
“Remarkable singer marks quarter century milestone with unremarkable concert film”; een van onze collega’s heeft het werk eigenlijk al voor ons gedaan. Morrissey rijdt in 2013 een kwarteeuw alleen en wil dat in dit verloren kwartier van zijn loopbaan herdenken met een intieme concertopname die sceptici niet zal overtuigen.
Niet dat er iets scheelt aan de performance van Morrissey en band. De treurwilg uit Manchester is goed bij stem, zelfs al beginnen de jaren uiterlijk te tellen, en de muzikanten zijn kundig, zij het zoals altijd net dat tikje te potig. Toch overstijgt het allemaal zelden het label “degelijk”, en dat ondanks regelrechte klassiekers als het met euforische tristesse flirtende “Every Day Is Like Sunday” en een gedreven “Still Ill”.
Zelfs in een intieme setting als The Hollywood High School in Los Angeles blijft de Brit zijn afstandelijke zelf. Bindteksten bestaan uit zelfgenoegzame bon mots als “I have no past, no present, no future, but so what?”, en als de zanger contact zoekt met het publiek is dat om hen een microfoon onder de neus te duwen en de meest tenenkrullende odes aan zijn adres te laten uiten. “Thank you for living”; echt? Een andere fan daagt hij uit: “Dare you? Are you man enough”? Een verbale pijpbeurt moet je soms wat uitlokken. Maar hij krijgt ze. Dit soort devotie grenst aan het ziekelijke.
Een ruime greep Smiths-nummers maakt veel goed, maar niet alles. Een gedragen “That Joke Isn’t Funny Anymore” is goed, een weinig bezield “Meat Is Murder” krijgt een explosieve finale mee. En dan is er nog de compleet misplaatste flard “Asleep” die a capella midden in “Speedway” verloren wordt gelegd. “Please, Please, Please, Let Me Get What I Want” overtuigt helemaal, in tegenstelling tot enkele nieuwe nummers als “People Are The Same Everywhere”, een doorslagje van alles wat hij de laatste jaren al deed. De dramatische Franki Valli-cover “To Give Is The Reason I Live” staat halverwege helemaal overbodig te wezen.
Als extra’s zijn er een studiosessie met een viertal nieuwe nummers — geen van alle erg opmerkelijk –, een behind the scenesfilmpje dat werkelijk niéts bijdraagt en de uit de oorspronkelijke concertfilm geknipte introductie door Russell Brand. Allen instant-vergeetbaar.
Morrissey kan een opsteker gebruiken na het annus horribilis dat 2013 is geweest — problemen met zijn gezondheid lieten hem op de rand van de dood zweven, een nieuwe platenfirma heeft zich vier jaar na zijn laatste echte album nog niet aangediend, … — maar dit 25Live is dat niet. Gelukkig is er ook nog die autobiografie om ons af te leiden. Is dié iets, eigenlijk?