Pure kamermuziek, dat is de poëzie van de Gentse dichteres Miriam Van hee. Intimistisch getoonzet, transparant en steevast vormgegeven met de grootste precisie. Ook daar valt licht bevat poëzie van de beste soort, die de lezer omwille van zijn existentiële inhoud diep ontroerd achterlaat.
Met Ook daar valt het licht is Miriam Van hee, actief sinds 1978, toe aan haar negende dichtbundel. Sinds haar eerste verzamelbundel Het verband tussen de dagen en dit nieuwe boek zitten er alweer vijftien jaar. In tussentijd verschenen nog twee andere bundels, waarvan Buitenland (2007) de Herman De Coninckprijs won. Eerder waren haar overigens al de Jan Campertprijs (1989) en de driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap (1998) te beurt gevallen.
De poëzie van Miriam Van hee kenmerkt zich door een grote kwetsbaarheid. Haar gevoelige blik schuilt onder andere in de thematiek van vergankelijkheid en tijdelijkheid van ons bestaan. Dat de natuur, soms onherbergzaam, soms van een lyrische schoonheid, hierin een belangrijke rol speelt, hoeft niet te verwonderen. Vaak bewegen de gedichten zich ook op het grensgebied van wat zegbaar is. Nuance en subtiliteit zijn dan ook kernwoorden.
De stad Gent, waar Van hee vandaan komt, speelt een belangrijke rol in haar poëzie. Ook in deze nieuwe bundel, met een cyclus getiteld “station Gent Dampoort”. Hierin komt minder de lelijkheid van de buurt tot uiting, dan wel een persoonlijke geschiedenis. Opgroeien, later wonen, gelukkig en ook ongelukkig zijn, het is een cyclus van grote melancholie, tegelijk de afsluiter van de bundel. Nu al klassiek is het gedicht “op de watersportbaan” waarin Van hee rustige roeislagen evoceert. De cadans bepaalt de sfeer, die uiteindelijk mijmerend-filosofisch wordt.
Hoewel diepzinnig, nooit wordt Van hee doorwrocht. Alle gedichten hebben een grote ademruimte, vinden een prachtig evenwicht tussen ritme, klankrijdom en inhoud. Ze zijn van een eenvoud die bedrieglijk is. Interessant is in die zin hoe een gedicht als “de verloren zoon” werd afgewerkt. Indertijd opgenomen in de bloemlezing De tegenstrijdige generatie van Yves T’Sjoen en nu in andere gedaante aanwezig in Ook daar valt het licht. Ongelofelijk hoe het gedicht aan kracht gewonnen heeft. Het bewijst hoe zorgvuldig elk gedicht ontworpen is, hoe subtiel Van hee eraan sleutelt tot het volledig juist zit. Het ritme dat de poëtische waarde sublimeert, elk woord op de juiste plaats om de dramatische kracht te optimaliseren. En dat met een geheel eigen, nooit opdringerige, quasigedempte stem. Dit is poëzie van het hoogste niveau.