Het is van alle generaties dat grote romans inspireren tot andere genres. Waar vroeger de opera domineerde, is nu de film het belangrijkste medium dat scenario’s ontleent aan boeken. De zoveelste verfilming van Anna Karenina zal waarschijnlijk opnieuw een jammerlijke reductie zijn van de alomvattendheid van Tolstojs roman. Maar als de film een reden is om het boek opnieuw in de rekken te leggen, dan is dat ook een voldoende excuus om er opnieuw een lofzang op te geven.
De naam Lev Tolstoj doet bij iedereen wel een belletje rinkelen. Een van die grote negentiende-eeuwse Russische schrijvers… van dikke boeken. Inderdaad, zijn twee bekendste romans zijn vuistdik. Zowel het in 1860 geschreven Oorlog en vrede als de enkele jaren later ontstane roman Anna Karenina waren vanaf hun publicatie een enorm succes. Behalve die twee romans schreef Tolstoj nog een pak meer. Nochtans vormt Anna Karenina een breuklijn in zijn oeuvre omdat ze het moment van Tolstojs fameuze “bekering” omvat. Als welvarende aristocraat had Tolstoj in de eerste helft van zijn leven alle facetten van de adellijke savoir-faire doorleefd. Vandaar natuurlijk de zo authentieke weergave van dit milieu dat zijn romans zo dicht bevolkt. Hij raakte echter gedegouteerd door de hypocrisie en de uitspattingen van deze wereld en trok zich met zijn gezin terug op zijn landgoed. De welvaart viel hem echter nog steeds zwaar en Tolstoj kwam tijdens het schrijven van Anna Karenina in een crisissituatie terecht, waarvan de oplossing gelegen was in het vinden van het geloof. Heel herkenbaar voor de lezer: precies deze evolutie voltrekt zich ook in de verhaallijn van Konstantin Levin, de autobiografisch vormgegeven pendant van Anna Karenina.
Inderdaad en gemeenzaam bekend, bevat Anna Karenina twee verschillende verhaallijnen die een omgekeerde evolutie vormen: de neergang van Karenina, het vinden van rust en voldoening door Levin. Deze twee lijnen hebben slechts weinig met elkaar te maken, maar worden toch aan elkaar gelinkt door de onvergetelijk sympathieke figuur van Oblonski. Hij is echter niet het enige personage dat zich in het geheugen van de lezer grift. Deze zijn meestal niet archetypisch, zoals bij Dostojevski. Ze handelen en denken soms totaal inconsequent en net dit maakt ze zo menselijk: hun enige wens is om gelukkig te zijn. Tolstoj geldt dan ook als een meesterlijke beschrijver van wat er in de menselijke ziel omgaat. Zo verkrijg je als lezer inzicht in de eigen ervaringswereld en denkprocessen. De reden overigens waarom Tolstoj de goedkeuring wegdraagt van Nabokov, is omdat hij als kunstenaar geen groot sociaal vraagstuk wil oplossen of een belangrijke gedachte uitdrukken. Het gaat de schrijver louter om de wereld en de mens zoals hij die ervaart en zou moeten liefhebben. Het gevolg daarvan is een heel warme menselijk roman die niet de minste voorkennis vereist en die gespeend is van intellectualismen. De waarheid, en dat is misschien het meest groteske aan het boek, komt dan ook vaak uit de mond van de gewone werkende mens die een universeel soort wijsheid in zich draagt.
Nog iets over de vertaling. De huidige goedkope uitgave door L.J. Veen bevat de meest recente vertaling van Lourens Reedijk, die ook een uitstekend nawoord schreef. De andere voor handen zijnde uitgave is die uit de Russische bibliotheek van Van Oorschot met de oudere vertaling van Wils Huisman. Het is hier niet de bedoeling vertalingen te vergelijken, maar het moet gezegd dat Reedijks tekst werkelijk uitstekend leest. Dat zal natuurlijk ook aan de soepelheid en de eenvoud qua stijl van de basistekst gelegen zijn. Tostoj vereist geen lezerservaring of doorzettingsvermogen. Een beetje menselijke nieuwsgierigheid is genoeg om opgenomen te worden in die wereld waarin alles gebeurt wat er nu eenmaal in het leven voorvalt, ook nu nog. Anna Karenina zal daarom een boek van alle tijden zijn, waarin generatie na generatie een diepe ontroering zal vinden.