Toen we Trentemøller drie jaar geleden interviewden, naar aanleiding van zijn vorige album Into The Great White Yonder, had hij het al over “de goesting om terug te keren naar het bespelen van echte instrumenten.” Voor hij in de weer ging met elektronica, had de man er immers al een verleden opzitten in een aantal plaatselijke rockgroepen. De heimwee naar die periode moet groot zijn, want ook al heeft de Deen flink wat beats binnengesmokkeld op Lost, toch zijn het de gitaargerichte nummers die de bovenhand halen. Tijdens het toeren klopte Trentemøller backstage aan bij zijn favoriete groepen (onder meer Low, Lower Dens, The Drums en Raveonettes) die haast allen toestemden om mee te werken aan dit nieuwe album. Onze kop eraf als hij ook niet bij Hope Sandoval polste — sinds jaar en dag Trentemøllers favoriete zangeres –, maar haar heeft hij dus niet kunnen strikken.
De vele samenwerkingen leiden hier en daar tot een fraai resultaat, al kan Trentemøller veel minder het verschil maken met dit soort nummers dan met die vanop zijn debuut The Last Resort. Op vlak van elektronica behoort de Deen immers tot de absolute top, maar met de indie-aanpak van Lost weet hij zich toch minder te onderscheiden. Zo is “The Dream”, waarop Trentemøller de hulp krijgt van Mimi Parker van Low, wel mooi, maar klinkt het nummer toch te veel als een cover van Low, gezongen door de zangeres van die band. Er wordt weinig durf tentoon gespreid, de creativiteit ontbreekt.
We durven de vergelijking trekken met Moby, die ook uit de punkwereld kwam om dan zijn eigen plek op te eisen in de elektronicascène. Vervolgens door het plotse succes zijn middelen niet meer beperkt zag, en dan maar besloot om zoutloze liedjes te gaan maken. Begrijp ons niet verkeerd, wij moedigen het aan dat een artiest naar nieuwe creatieve invalswegen zoekt. Maar iets uniek laten vallen, om met een minder geloofwaardig alternatief voor de dag te komen, daar zijn we toch minder voor te vinden. “Never Stop Running” met Jonny Pierce van The Drums vormt hier het dieptepunt; Empire Of The Sun of, nog erger, Fischerspooner schieten ons steeds opnieuw te binnen bij het beluisteren van dit nummer.
Trentemøller is nog steeds op zijn sterkst als hij van die duistere soundscapes koppelt aan rauwe gitaren en sinistere beats. Zoals in “Still On Fire”, dat zich opwerpt als het kleine, agressieve broertje van “Evil Dub” vanop het debuut The Last Resort. Lost telt nog enkele kalmere instrumentale nummers, maar helaas haalt Trentemøller daarop niet (meer) het niveau van zijn collega’s als Forest Swords en Darkside, het project van Nicolas Jaar en Dave Harrington, dat eerstdaags met zijn eerste langspeler komt aanzetten.
Niemand zal Anders Trentemøller ooit kunnen verwijten steeds dezelfde koers te varen. Door de jaren heen heeft ’s mans ongrijpbare elektronica het immers moeten afleggen tegen een meer songgerichte aanpak. Jammer genoeg gaat dit steeds meer ten koste van het avontuur en de uniciteit. Van zijn vorige tournee herinneren we ons wel dat het live allemaal wat meer ballen heeft en een pak dynamischer klinkt. Met een doortocht in de AB begin november, is er voor Trentemøller dus nog wat werk aan de winkel.
Op 8 november stelt Trentemøller zijn nieuwe plaat voor in de Ancienne Belgique