Ambiance in de buitenlucht, of toch iets dat daarvoor moest doorgaan. In een compleet uitverkocht OLT in Antwerpen pakte Hooverphonic uit met een strakke show die het midden hield tussen een avondje opera in de buitenlucht en een ouderwets optreden met bigband.
Wie durft er beweren dat Antwerpenaren niet vriendelijk zijn. Bij aankomst in het Rivierenhof blijkt dat we een kleine vierentwintig uur te laat zijn. “Ja, meneer. Er lag gisteren een kaartje voor u klaar, maar toen kwam u niet opdagen. Had de trein uit Limburg wat vertraging misschien? Inderdaad, Hooverphonic speelt drie avonden na elkaar. Maar kom, het is goed. Geniet van het optreden.” Prachtig toch, die gastvrijheid in Deurne. Dankzij de onmetelijke goedheid van de loketbediende en onze parelwitte tandpastaglimlach betreden we enkele minuten laten dan toch het beroemdste halfrond van Vlaanderen. Mission accomplished, zeggen we dan.
Opener van dienst was Few Bits, de band rond singer-songwriter Karolien Van Ransbeeck. De eerste plaat van de vijfkoppige groep gooide hoge ogen aan het begin van dit jaar en op dat elan gingen Van Ransbeeck en haar muzikanten graag verder. Few Bits laat zich dan ook best omschrijven als een aangename kruising tussen de intieme huiskamermuzak van Amatorski en de mierzoete liftmuziek die Norah Jones enkele jaren geleden ongestraft op de wereld losliet. De nummers die het publiek in het Rivierenhof voor de kiezen kreeg, waren melodieus en mooi opgebouwd; maar ondanks het enthousiasme van de groep wist Few Bits maar matig te boeien. Het probleem? Niet de performance op zich — de erbarmelijk geïmproviseerde bindteksten van Van Ransbeeck buiten beschouwing gelaten — maar eerder het repetitieve karakter van het geluid dat Few Bits opwekte. Heb je een nummer gehoord, dan heb je ze zowat allemaal gehoord. Bovendien bleek Van Ransbeecks fragiele stem niet altijd opgewassen tegen het geroezemoes van het publiek. Een teleurstellend optreden, zeker gezien het potentieel van de groep. In het najaar opent Few Bits voor broer en zus Bettens, benieuwd of ze dan wel kunnen boeien.
Heeft het Vlaamse publiek ondertussen al een eenduidige mening kunnen vormen over Alex Callier? Wat er ook van aan is, de man is weet als geen ander hoe muziek te maken die na jaren nog steeds kan beklijven. Bijgestaan door een magistraal symfonisch orkest bracht de groep het beste uit zijn carrière naar voren. De echte ster van de avond was ongetwijfeld zangeres Noémie Wolfs. De zangeres uit Vlaams-Brabant, voor de gelegenheid gekleed in een nauw aansluitende retro-outfit, voegde een extra dimensie aan de nummers toe door handig op het publiek in te spelen met haar hese, zoete stem. Als een volleerde lolita stond ze in de schijnwerpers te kronkelen, terwijl het bombastische geluid van het halve dozijn strijkers achter haar klassiekers zoals “Mad About You” of “Vinegar And Salt” naar een hoger niveau tilde. Vergeet die goedkope talentenjacht op de commerciële omroep, de echte Voice van Vlaanderen komt uit Scherpenheuvel.
“One, Two, Three”, “Anger Never Dies”, “Heartbroken” of “Eden”: ieder nummer wordt vakkundig, beheerst en haast koelbloedig uitgevoerd. Voor grote, authentieke emoties is er bij de huidige vorm van het amorfe Hooverphonic geen plaats. De hele show lijkt eindeloos gerepeteerd te zijn, tot aan de grapjes in de bindteksten toe. Vrolijke anekdotes over het verleden van de band of een hilarisch misverstand over de naam van de kok in het Rivierenhof ten spijt, het instantgehalte van het optreden wordt naar het einde toe irritant. Kwalitatief bracht Hooverphonic een show om duimen en vingers bij af te likken; in dat opzicht kon het contrast met Few Bits niet groter zijn. Alleen jammer dat Alex en Noémie zo slecht kunnen doen alsof. Misschien toch even beter opletten wanneer Karolien Van Ransbeeck over haar woorden struikelt en rood uitslaat.
Het einde van het optreden staat in het teken van een nummer uit de nieuwe plaat. De nieuwe single, die wordt het niet. Eerder een opvolger; eentje voor rond november. “Ether” is een van die typische zoetsappige nummers waar Hooverphonic een patent op heeft. Laat die krokodillentranen maar alvast vloeien.