Herinnert u zich nog hoe we eind 2010 met zijn allen overstag gingen voor Witch House, die merkwaardige mix van spookachtige sferen, geföhnde R&B en cryptische elektronica? Tri Angle was het toonaangevende label. Een dikke drie jaar later lijkt het sprookje een stille dood gestorven.
Anderhalf jaar geleden was een kaartje voor de Tri Angle labelavond in de Ancienne Belgique nog the hottest ticket in town. Daar bleef een paar maand later niet veel meer van over, toen dezelfde artiesten in de Kreun speelden voor twee man en een paardenkop. De magie was snel uitgewerkt en Tri Angle besloot de zeilen bij te stellen. De muziek moest donkerder, gemener en vooral een pak abstracter klinken. The Haxan Cloak werd weggeplukt bij Aurora Borealis, en zette het eerder dit jaar verschenen “Excavation” in elkaar op de diepste bassen denkbaar. Vervolgens werd Forest Swords, het alter ego van de Brit Matthew Barnes afgesnoept van het kleine label No Pain In Pop, waar hij in 2010 de puike ep “Dagger Paths” had uitgebracht. Barnes zijn uitstellende debuut “Engravings” herstelt het oorspronkelijke occulte van Tri Angle in ere, waarmee de wederopstanding nu echt lijkt ingezet.
Matthew Barnes nam “Engravings” op in open lucht, ergens in het Noord-Westen van Engeland, met zicht op de River Dee. Naar eigen zeggen was het er koud, bewolkt, en zelfs onweerachtig, wat zich weerspiegelt op de plaat. Een nummer als “Thor’s Stone” refereert niet alleen door zijn titel aan de buitenwereld, maar ook de lome bassen, de mystieke melodie en de razende, verknipte stemmen van het lied roepen de sfeer op van de legende, van de nachtelijke samenkomsten ter ere van Noorse God Thor. “Engravings” is niet de zoveelste geesteloze slaapkamerplaat, het buitenleven is voelbaar, de dreiging loert om iedere hoek.
Ondanks zijn organische karakter werd “Engravings” volledig via de laptop opgenomen. Het is onwaarschijnlijk welke rijkdom Barnes uit zijn computer gepuurd heeft. De post-rockmotieven die op de ep “Dagger Paths” al schuchter voor de dag kwamen, krijgen een prominentere rol toebedeeld; nu eens bezwerend (“Onward”), dan eens onheilspellend (“The Plumes”). Maar het grootste verschil met die ep is wellicht het veelvuldig gebruik van diverse percussie en vooral van veel duistere beats.
“Engravings” dient zich aan als een intrigerend geheel, al zijn de nummers afzonderlijk zodanig rijk dat ze perfect op zichzelf staan, als een spannend relaas binnen een grotere vertelling. De symbiose van de staccato piano en de duistere dubsferen van “An Hour” zorgen voor een exotische toets, die doet denken aan Mala zijn project Mala In Cuba. De finale van afsluiter “Friend, You Will Never Learn”, waarin spreidt akelige stemmen dense synthesizers en onverstoorde drums pareren, zorgt voor een macaber slot.
Met “Engravings” werpt Forest Swords zich op als één van de gangmakers van het vernieuwde geluid van Tri Angle: donkerkleurig, werelds en vreugdeloos, maar o zo doeltreffend. En het blitse Witch House? Dat is wellicht dood, maar met het uitgevreten karkas valt iets boeiend ineen te steken. Vraag dat maar aan Forest Swords.