Met ambient kan het altijd twee kanten uit: in het beste geval roept de muziek beelden op van desolate landschappen of van een stedelijk schimmenspel waarin de luisteraar kan verdwalen. In het slechtste geval waan je je in een lift waar je zo snel mogelijk uit wilt.
Eluvium ( in het echte leven mag je hem met Matthew Cooper aanspreken) slaagt er meestal in dat eerste beeld op te roepen en is dan ook uitgegroeid tot een gerespecteerd ambient muzikant, zeker sinds Copia. Na dat album was de man echter wat op de dool: Similes bood een meer toegankelijk geluid en Cooper liet voor het eerst zijn eigen stem een rol spelen in zijn tot dan toe zwijgzame wereld. Static Nocturne bood dan weer 50 minuten knetterende noise. Nightmare Ending is behalve een dubbel cd, wat een stoutmoedige maar ook uitputtende zet is, een terugkeer naar de ambient van vroeger. Die terugkeer is niet echt een verrassing, aangezien het basismateriaal in de periode na Copia geschreven werd. Cooper stopte dat materiaal echter in de diepvriezer om zijn volle aandacht aan zijn diverse uitstapjes te kunnen wijden. Dit betekent echter niet dat de voorbije experimenten overboord gekieperd worden: de zang komt in het laatste nummer terug in de vorm van Ira Kaplan, maar Coopers eigen stem is wel geheel verdwenen ( wijselijk of niet, dat moet u voor uzelf uitmaken). De noise van Static Nocturne fluistert in veel songs echter nog steeds op de achtergrond, om soms tot uitbarsting te mogen komen.
”Don’t Get Any Closer” doet alles wat een opener moet doen: via zachte pianoaanslagen, waarin echo’s als verdwaalde geesten mogen rondwentelen, de luisteraar schuifelend binnenlaten. “Warm” dobbert daarna op diezelfde sfeer verder. Daarbij valt ook de weidsheid van de nummers op: onmetelijke ijsvlaktes en naakte valleien vormen het beeldmateriaal bij Nightmare Ending. “By The Rails” echter mag daarna die rust met een oplawaai van een noisedreun doorbreken. De rustieke opbouw van de vorige twee nummers wordt met een voorhamer uit de oren geslagen. De huiverige noise van Static Nocturne overheerst ook in “Unknown Variaton”, maar dan minder agressief, waarna het gekraak langzaam gesmoord wordt in de pianoklanken van “Caroling”, dat als een kinderwijsje komt aanwaaien. In de laatste twee nummers van de eerste cd wisselen dan weer de ijzige rust van “Sleeper”, waarin de poolwind waait, en de knarsende ruis van het verrassend uptempo “Envenom Mettle”, waarin Mark Smith van Explosions In The Sky zijn gitaar mag bovenhalen, elkaar af.
Cd nummer 2 biedt ruwweg dezelfde opbouw: druppelende ambient waarin hier en daar wat passerend ruis komt spoken (“Rain Gently”, “Covered In Writing”), kale pianostukken waarin de sneeuw zachtjes, in de beste traditie van Erik Satie, naar beneden stuift (“Impromptu (For The Procession)”, “Covered In Writing”) en stukken waarin de noise weer mag knisperen en warrelen ( opener “Chime”, “Strange Arrivals”). In “Happiness” tenslotte begeleidt Ira Kaplan van Yo La Tengo zachtjes het afscheid met Nightmare Ending: de luisteraar verlaat de trage wereld van Eluvium, terug de woelig ratelende buitenwereld in.
De opbouw van de beide cd’s en de afwisseling helpen om de aandacht erbij te houden, maar Nightmare Ending is zeker geen luchtige plaat geworden waar je zonder veel moeite doorheen kan wandelen. Alleen moedige doorzetters en devote liefhebbers zullen de 2 cd’s zonder veel moeite in één ruk kunnen uitzitten. Bovendien naderen bijna de helft van de songs de 10-minuten grens ( en er eerlijk gezegd ook niet altijd in slagen die tijd boeiend te blijven invullen). Nightmare Ending is dan ook een werkstuk dat schuifelend moet binnensijpelen, een werkstuk dat het best te doorgronden valt suizend over de spoorwegen, ergens tussen 7 en 9 uur ’s avonds, terwijl de zon zijn vaarwel zegt. U had al op de trein moeten zitten.