Aan goeie elektronica geen gebrek in muziekjaar 2013, en ook Moderat — het gezamenlijke project van Modeselektor en Apparat — levert een staaltje vakmanschap en inventiviteit af. U moest al op weg zijn naar de dichtstbijzijnde platenzaak.
Even beginnen met een persoonlijke noot: meer dan vijf jaar geleden nog, ten tijde van Moderats eerste album — toen Modeselektor met hun mix van ghetto-tech, acid house en breakbeat net twee verbluffende platen had afgeleverd en Apparat op Walls techno had ingeruild voor dreampop — voelt Moderat voor deze (sk) aan als een onvervalste supergroep. Drie grootheden — Bronsert en Szary van Modeselektor, Ring van Apparat, drie pioniers van hun eigen soort elektro die met voet en wortel in de unieke Berlijnse scene gegrond zit, drie mannen die traditie met eigen inventiviteit laten versmelten en daar altijd iets interessants mee doen. Ja, het supergroeplabel zit hen als gegoten.
Het is verleidelijk om II te zien als een album dat op twee krachten drijft: de pompende IDM van Modeselektor en de meer bedachtzame elektronische geluidstapijten van Apparat. Hoewel dat ergens steek houdt, moet gezegd dat Modeselektor ook wel eens de rust en de emotie laat primeren en dat Apparat evengoed vuige drums en moddervette synths durft gebruiken. Om maar te zeggen: Moderat is niet zozeer een versmelting van twee tegengestelden als wel een band die vertrekt vanuit een gezamenlijke voorliefde voor dwarse ritmes, tegendraadse drums en overweldigende, kloppende soundscapes. En daar staan de elf nummers op II bol van.
Zo is er Let In The Light, een elektronische maalstroom waarin beats het bonkende hart en meeslepende soundscapes de echte body vormen. Zachtjes bedwelmen en voortdurend intrigeren, zo luidt het devies. Af en toe mag daar ook wat emotie aan te pas komen, zoals in het op zware beats, grommende synths en breakbeats gestoelde Bad Kingdom, waarin Rings lyrics een eenzame, onherbergzame wereld scheppen. Ook in het ritselende Gita haalt Ring die emotie nadrukkelijk naar boven.
De sterkste momenten van Moderat zijn evenwel die waarop ze heel uitgekiend een woud aan geluiden rond de luisteraar optrekken. Het hoogtepunt van II is dan ook zonder twijfel Milk, een luistertrip van tien minuten die langs alle kanten kraakt, ritst, bonkt en sleurt; een track die geluiden met elkaar laat reageren door telkens nieuwe ritmes en nieuwe accenten toe te voegen om dan plots het veld te verruimen met een strakke tempowissel. Ruisende synths, brute drums, R&B-beats, en kloppende drones maken van Milk op die manier een verbluffende mozaïek aan geluiden.
Het enige minpunt aan de plaat is misschien wel dat die hoogtepunten net te schaars zijn. Op zich is elke track het beluisteren waard, want elk van de elf nummers serveert elektronica met ballen en een eigen smoel, maar dat wil niet automatisch zeggen dat de plaat als geheel ook voortdurend de aandacht weet te houden. II gaat ietwat gebukt onder zijn eigen weelde aan ideeën, in die zin dat er te weinig momenten zijn die meteen, zonder omwegen naar de keel grijpen. Die lijken het onderspit te moeten delven voor de gelaagdheid en de opbouw van de nummers. Daarmee zit Moderat natuurlijk wel stevig in de tijdsgeest geworteld, want nooit eerder waren emotievolle elektronica enerzijds en gelaagde muren van stuurse, om aandachtig luisteren vragende ritmes anderzijds zo populair.
Dat alles maakt dat Moderat — alweer(!) — een album heeft gemaakt waarop drie krachtpatsers van de Europese elektronica de spierballen ongenadig laten rollen. II is geen essentiële plaat voor ieders muziekverzameling geworden, maar liefhebbers van inventieve elektronica kunnen er zich wel een gigantisch plezier mee doen. Vijf jaar wachten is lang, maar Moderat stelt hier op geen enkel moment teleur.