Enkele weken geleden voorspelden Steven Spielberg en George Lucas de implosie van de Amerikaanse filmindustrie, een industrie die meer en meer vertrouwt op groots spektakel en wil voldoen aan de noden van de massa. We zijn niet graag doemdenkers, maar Hollywood maakt het ons verdomd moeilijk. De door Brad Pitt aangevoerde zombieblockbuster World War Z geeft blijk van twee zorgwekkende trends die meer en meer onze bioscoopzalen overspoelen: de PG-13 rating en het feit dat ‘genre’ nog maar weinig betekenis heeft voor de grote filmstudio’s. Hollywood lijdt aan een infantiele houding, waarbij de grotere spektakels hoofdzakelijk een doelpubliek van mannelijke tieners moeten aantrekken. Genres die behoren tot het rijke canon van de Amerikaanse filmgeschiedenis worden omgetoverd tot bombastische drek, zonder een greintje charme. We kunnen nu al raden wat The Lone Ranger gaat betekenen voor het westerngenre. Maar eerst dus World War Z, een prijzige zombiefilm die ten onder dreigt te gaan aan conventionele keuzes en bloedeloze actie, totdat de pen van Damon Lindelof in het spel komt.
World War Z is gebaseerd op het gelijknamige en populaire boek. Een meesterwerk in zijn genre – als we de fans mogen geloven, want zelf heeft ondergetekende het boek nog niet vastgehad – maar blijkbaar heeft het verhaal van de film weinig overeenkomstig DNA met zijn inspiratiebron. De heldenrol in de film is weggelegd voor Gerry Lane (Brad Pitt), een voormalig VN-medewerker die gekozen heeft voor zijn gezin. Het nieuws staat bol van berichten over wereldwijde ziekteverschijnselen, maar biedt nog geen reden tot paniek. Totdat Philadelphia (net als vele andere steden) wordt overspoeld door bijtgrage en hondsdolle hordes aan mensen. Gerry en zijn gezin ontvluchten de chaos die uitbreekt en vinden een onderkomen op een militair schip. Gerry wordt gevraagd om terug het veld in te gaan en uit te zoeken waar de bron ligt van de razendsnelle ziekte. Als een ware globetrotter stelt hij dan ook alles in het werk om zijn missie te volbrengen.
In de eerste plaats is World War Z een film die zijn eigen identiteit in de wind slaat. Toch voor een groot deel van de film. In de eerste twee luiken van dit popcornvertier bewijst de prent zich duidelijk als een zomerblockbuster. Regisseur Marc Forster stelt spanning en actie gelijk aan een vluchtige montage en schokkende hand-heldbeelden, kiest regelmatig voor wijde helikoptershots van zombies die door de straten van grootsteden zwermen en houdt voornamelijk vast aan de conventies die gepaard gaan met een apocalyptische zombiefilm. Resultaat is dat de gebeurtenissen je als kijker relatief koud laten – het bloed pompt niet, het hart versnelt niet. Deel één van de film volgt mooi de standaard filmtips over hoe je een plotse zombie-invasie moet ontkomen, waarna luik twee zich bewijst als een ambitieuze versie van reis-rond-de-wereld.
Met een budget van 190 miljoen dollar is de schaal groots, wat zich pas echt laat voelen tijdens een sequentie in Jeruzalem. De stad is afgesloten van de buitenwereld door een gigantische muur, maar de bijters die zich aan de andere kant bevinden, vinden er niets anders op dan op elkaar te klimmen en een zee van bloeddorstige lichamen te vormen. Moeilijk om dit met echte acteurs te bewerkstelligen en dus biedt cgi de oplossing. Dat zorgt voor indrukwekkende plaatjes, maar ook plaatjes met weinig ziel. Pitt rent voor zijn leven van een tsunami aan happende bits en bytes, terwijl wij onze schouders ophaalden en de zoveelste zucht slaakten.
De moed was ons al flink in de schoenen gezakt, totdat de prent een gear shift uitvoert door het schrijfwerk van scenarist Damon Lindelof (Prometheus, Star Trek). Lindelof werd last minute bij de productie gesleurd om de film voor een deel te herschrijven en om een compleet nieuw einde te bedenken. Godzijdank daarvoor, want het is het laatste half uur van de film dat onze aandacht plotseling wist te vatten en zelfs wat emotie losweekte. Geen spetterende actiesequentie meer, maar een meer ingetogen slot waar nagelbijten voorrang krijgt. Niet te geloven wat een opluchting het was toen we toch nog wat spanning en zelfs een beetje angst voelden opwellen. Het einde van Lindelof ademt het meest de kenmerken van het zombiegenre en slaagt er wonderwel in om dat over te brengen naar het publiek. Jammer genoeg wordt ook hier grafisch geweld of overmatig bloedverlies vermeden, maar Lindelof en Forster weten hun plan te trekken met de wonderen van suggestie.
Het slotstuk kan niet de hele film redden, maar het tilt hem wel in extremis naar een iets hoger niveau. Naast Lindelof is de andere held van dit verhaal Brad Pitt. Pitt blijft een aardige acteur en is een dankbare aanwezigheid in dit brave zombiefeestje. Zijn personage heeft zeer weinig om het lijf en zijn drijfveren (het gezinnetje) zijn voor de hand liggend, maar ‘s mans charisma doet veel. Verder heb je hier en daar enkele semi-bekende koppen die de revue passeren voor een bijrolletje.
Als je hoort wat voor een realistisch en gedetailleerd naslagwerk het boek is van een fictieve zombie-apocalyps, dan vraagt een mens zich toch af hoe het tot dit is kunnen komen. Niet dat de film een compleet gedrocht is, maar het overheersen van generische actie, ruime settings, flauwe emoties en een weinig geïnspireerde regie stemmen triest. Het wordt nog erger wanneer je merkt dat dit soort cinema uitgroeit tot de standaard van vele mensen, die niet noodzakelijk naar meer snakken. De zombiefilm is een genre met gigantisch veel fans. De echte liefhebbers zullen waarschijnlijk een traan laten wanneer ze zien dat het genre met World War Z wordt gedegradeerd tot food for the masses. Wat ooit begonnen is als sardonische horror met een gezonde dosis maatschappijkritiek, eindigt als het zoveelste product van een filmcultuur die lijkt te streven naar een zo groot mogelijke homogeniteit.
Sequels zijn een mogelijkheid. Als dit het stramien is dat ze gaan blijven volgen, dan hoeft het voor ons niet. Als het meer de lijn volgt van Damon Lindelofs insteek, dan willen we het misschien nog een kans geven.
Verder nog maar één boodschap: herpak je Hollywood, we willen terug ten volle van je houden!