Austra staat er weer. Samenvallend met de release van Olympia trekt de Canadese band door Europa, om de nieuwe nummers op het publiek los te laten. Daarmee is Austra een echte band geworden en niet meer het veredelde project van Katie Stelmanis. Al blijft zij de drijvende kracht achter en gezichtsbepalend voor Austra. En dus ook het aanspreekpunt voor journalisten.
Katie Stelmanis: “De plaat is klaar sinds januari, dat lijkt lang geleden, maar alles is zo snel gegaan, het geeft niet het gevoel dat er veel tijd zit tussen het afronden van de opnames en het uitbrengen van het album.”
“Misschien komt dat doordat we de nummers van Olympia al een tijdje live spelen. In ons hoofd is de plaat misschien al langer uitgekomen. De reacties waren goed, tot nu toe. Wat altijd fijn is.”
enola: Nochtans is Olympia een plaat die niet zo toegankelijk is als zijn voorganger.
Stelmanis: “(giechelt) “Ik zie dat anders. Zelf vind ik deze plaat een pak toegankelijker. Feel it Break had enkele sterke nummers, terwijl je op deze plaat geen single zal vinden die boven de rest uitsteekt. Voor mij voelt het meer als een coherent geheel aan.”
enola: Single “Home” valt toch wel op doordat die een pak meer catchy is dan de rest van de nummers?
Stelmanis: “Die is eigenlijk per ongeluk uitgebracht. We wilden gewoon een eerste nummer de wereld insturen, maar daarom niet als single. De reacties waren echter zeer positief, waardoor we besloten hebben er de single van te maken.”
“Waarna we een zware discussie met het label hebben gehad over wat de tweede single moest worden. Iedereen had een compleet andere favoriet, waardoor we met vijf mogelijkheden kwamen te zitten. Uiteindelijk, na nogal wat pittige discussies, is het “Painful Like” geworden, het nummer dat de platenfirma wou en volgens hen het sterkste was. Ik sta ook achter dat nummer, maar had toch liever “Forgive Me” als single gezien.”
enola: Hoe overtuigt het label dan? Doordat zij een afstand hebben die jij misschien niet meer hebt?
Stelmanis: “Mogelijk. Uiteindelijk hebben wij de nummers geschreven en zijn ze ons allemaal even dierbaar. Als iemand met verstand van marketing denkt dat een bepaald nummer mensen geïnteresseerd zal maken in Austra, dan is dat oké voor mij.”
“Singles zijn vandaag zoveel belangrijker dan in het verleden. Mensen luisteren meestal maar naar één nummer per artiest. Je moet dus een nummer kiezen dat hun nieuwsgierigheid prikkelt en aanzet om ook de rest te beluisteren.”
enola: Olympia opent met “What We Done?” waarin bijna letterlijk dezelfde regel over de toekomst weerklinkt als in “The Future” op Feel it Break. Toeval?
Stelmanis: “Het is een antwoord op “The Future”, een soort hommage aan de vorige plaat, met de bedoeling beide albums aan elkaar te linken. Het idee ligt me wel om, stel dat er nog een pak platen komen, die allemaal op een of andere manier aan elkaar te koppelen. Het is zeker niet dat we zonder ideeën zaten en dan maar aan het recycleren geslagen zijn.”
enola: “We Become” heeft een jaren tachtig-feel. Een gevolg van je kindertijd, toen?
Stelmanis: “Er is geen specifieke fascinatie voor de jaren tachtig. Maar tijdens het schrijven van ‘We Become’ zat ik wel in een 80’s bui: ik luisterde naar Tears for Fears, dat soort dingen. Maya (Postepski) heeft dan het nummer overgenomen. Dankzij haar is het reggae-element in het lied geslopen, waardoor het een strandgevoel heeft gekregen, volgens mij. Wat misschien wat weird is. Ik link het zelf niet meer aan de jaren tachtig omdat er zoveel elementen ingeslopen zijn, waaronder (denkt even) een oude Simmons-drum uit de jaren tachtig.”
enola: Ben je vertrouwd met reggae? Het is niet echt een genre waar Austra spontaan aan gelinkt wordt.
Stelmanis: “Ik zou er nooit opgekomen zijn om reggae in onze muziek te steken. Maar nu het er is, hou ik er wel van. Dat is het mooie aan de samenwerking.”
enola: Is dat het grote verschil tussen de twee platen, dat dit meer een groepsplaat is?
Stelmanis: “Definitely. Way more. In every way. Het feit dat we dit als een groep opgenomen hebben, heeft het geluid van de band vooruit geholpen.”
“Voorheen zou ik misschien wat meer weerstand getoond hebben tegen zoveel samenwerking. Tot nu toe zette ik alleen de bakens uit. Maar met deze plaat leek het een logische stap. Esthetisch gezien wou ik een groepsplaat maken. Ik wou geen soloplaat meer maken, het moest echt een album zijn dat ontstaan was doordat een groep muzikanten samen komt en iets creëert.”
enola: Was het makkelijk om die stap te zetten?
Stelmanis: “It was pretty easy. Maya, Dorian en ik hebben vijf weken samen in de studio gezeten. Uiteraard hadden we discussies, maar al bij al bleef het beperkt tot kleine botsingen, geen grote conflicten. We hadden als gulden regel bepaald dat iedereen tevreden moest zijn met hoe iets klinkt. Als een van ons het maar niets vond, begonnen we opnieuw. Dat was een goede manier van werken, want telkens iemand zich niet goed voelde bij wat we hadden, kwamen we achteraf uit bij iets dat beter was dan wat we eerst gemaakt hadden.”
enola: Is dat het resultaat van enkele jaren samen te werken?
Stelmanis: “Ja, je zit een lange tijd heel vaak samen, bijna permanent. Ofwel ga je elkaar dan haten, ofwel ga je beter samenwerken. Maya en ik spelen al tien jaar samen, vroeger in Galaxy, daarna in Austra. Emma McKenna, die nu als singer-songwriter aan de slag is, speelde ook in Galaxy.”
“Maya en ik hebben onze muzikale verschillen, maar we hebben een groot gemeenschappelijk raakvlak. We zijn er ons van bewust dat dat niet evident is: tien jaar is lang, langer dan veel andere bands het uithouden. De reden dat het ons lukt, komt — vermoed ik — door de verschillen. Ik kan maanden aan een detail prutsen, terwijl Maya ergens binnenwandelt, een riff inspeelt en zegt: ‘hier is mijn bijdrage.’ Pakweg 80 procent van wat ze schrijft, wordt niet gebruikt, gewoon doordat ze permanent schrijft en schrijft en schrijft. Maar de goeie dingen die er tussen zitten, zijn zeer, zéér goed. Ik vind het een grappige manier van songs maken, want als ik vastzit, komt Maya binnen, vult dingen aan waar ik nooit zou opkomen en opeens zijn we vertrokken.”
enola: Komt intensief touren dat ten goede? Veel artiesten vertellen dat ze op tournee niet kunnen schrijven. Lastig, want er wordt vandaag meer getourd dan ooit tevoren.
Stelmanis: “Inderdaad. Het lijkt mij ook niet. Het heeft met tijd te maken. Op zich heb je heel veel tijd op tournee, maar nooit op een goede manier. Hier eens twee uur, daar nog eens drie kwartier. Ik kan niet gaan neerzitten en zeggen: oké, nu heb ik twee uur, laat ik eens aan een liedje beginnen. Het is een proces en je hebt minstens vijf of zes uur nodig, waarbij je gewoon wat in het wilde weg kan rotzooien met een keyboard of een computer.”
“Het frustreert me niet, want op tournee zijn er ook veel dingen waardoor je creatief gestimuleerd wordt. De liveshow is in permanente ontwikkeling, de songs evolueren ook naarmate je ze meer voor een publiek brengt. Dat is heel verdienstelijk en ik probeer het gescheiden te houden van het schrijven van nieuw materiaal.”
enola: Wat is het verhaal achter “I Don’t Care (I’m a Man)?” Zelfs de titel heeft iets van een statement.
Stelmanis: “Yeah. Dat was een song waarvan in het vroege demostadium de tekst er in een gulp uit kwam. Het kwam er bijna per ongeluk uit, maar ik hield er wel van hoe geladen het statement, dat de titel geworden is, was. De anti-patriarchale vibe beviel me wel.”
“Grimes heeft onlangs nog een post geplaatst over hoe beu ze het was dat in de muziek alles onder een mannelijke dominantie gebukt gaat. En ze heeft gelijk. Het gaat met feministische ideeën niet meer over het haten van mannen, maar over het doorbreken van de nog steeds levende ideeën over wat een man is of moet zijn en wat een vrouw is of moet zijn. En dat stinkt.”
enola: Hoe zie je dat evolueren?
Stelmanis: “Geen idee. Het zijn vrij donkere tijden, vind ik. En qua gelijkheid der seksen is er nog een lange weg te gaan: zowat 98 procent van mensen die macht hebben, zijn mannen.”
enola: Is dat, om even advocaat van de duivel te spelen, wel relevant? Moet het vooral niet iemand capabel zijn, die oké is voor zijn of haar burgers? Thatcher was een vrouw en kijk hoe zij tekeer is gegaan.
Stelmanis: “Klopt. (lacht) Thatcher was pretty brutal. Ik zou liever een fijne man hebben dan een bitchy vrouw. Maar het zou meer in balans mogen zijn. Nu wordt het nog steeds als vanzelfsprekend beschouwd dat het vooral mannen zijn die een bepalende rol spelen, niet alleen in politiek, ook in de muziek. Je ziet veel vrouwelijke solo-artiesten, maar bands met enkel vrouwen, zijn nog altijd redelijk zeldzaam. Zeker in vergelijking met de jaren negentig. Al is het wel goed dat de volledig mannelijke bands ook aan het dalen zijn. Kijk naar ons: vier meisjes, twee mannen. (lacht)