Onlangs werd Kill for Love, het meest recente album van Chromatics, één jaar oud. Een opvolger is verre van in zicht, blijkens het volgende rondje concerten dat het Amerikaans viertal aan de plaat breit. De doortocht in de Vooruit mocht dan wel gebukt gaan onder een zekere mate van voorspelbaarheid, het materiaal dat gebracht werd, stond opnieuw als een huis.
Al waren de omstandigheden misschien niet de meest gunstige voor een band die het van een sinister, nachtelijk sfeertje moet hebben. Terwijl de gordijnen er amper in slagen het felle daglicht uit de Balzaal te houden, rolt “Tick of the Clock” onheilspellend de zaal in, als opmaat voor het nog steeds mysterieus klinkende “Lady”. Bijna gaat het daar mis: Ruth Radelets stem klinkt behoorlijk kaal, maar de breekbaarheid die daardoor in het nummer sluipt, wordt vakkundig onderuit gehaald door een onweerstaanbare groove die tot in diep vanbinnen natrilt en onwillekeurig doet afvragen of een gebouw dat er prat op gaat dat het honderd jaar oud is, eigenlijk wel bestand is tegen al die basstrillingen.
Chromatics zal het duidelijk worst wezen. Als er zorgen aan bod komen dan – wie had dat durven denken – liefdesperikelen. “I Want Your Love” klinkt intiem, maar tegelijk ook een tikje dreigend, alsof de titel geen vraag, maar een bevel is. “Kill for Love” doet dan weer denken aan Oostblokdisco die geïnjecteerd werd met een dosis sensualiteit. Het nummer lijkt te schreeuwen dat deze band een middernachtelijke spot verdiend op een zomerfestival en lijkt daarin meer dan gelijk te hebben.
Want hoewel de set die Chromatics speelt wel heel veel gelijkenissen vertoont met wat een maand of tien geleden op Pukkelpop gebracht werd, blijft dit gezelschap beklijven dankzij de sterkte van het materiaal. Even lijkt “Back from the Grave”, met zijn vreemde spreidstand van broze zang en pompende beats, wat in het rond te tasten waar het nu juist naartoe moet, maar wanneer een triomfantelijke synthesizerpartij zich laat gelden, gaat een en ander behoorlijk crescendo.
Is “These Streets will never Look the Same” op plaat al niet een van de sterkste songs van Chromatics, op het podium geeft het in ieder geval die indruk. Mede dankzij de vocoders die de weirde vibe waar de band op uit is, nog een tikje versterken. Diezelfde vreemde atmosfeer is bijna tastbaar als Radelet, timide en indrukwekkend mooi, in de bisronde op het podium verschijnt om helemaal alleen “Blue Moon” te brengen en daarbij volledig in het geroezemoes van het publiek verzuipt. Zelden kwam de wereld van David Lynch zo dicht bij de realiteit.
Ook het rondje covers valt moeilijk te plaatsen. “Running up that Hill” doet, zeker tijdens de openingsnoten, net iets te veel aan de Placebo-versie van het nummer denken en wanneer “Into the Black” weerklinkt, borrelen gemengde gevoelens op. Ja, dit is een puike, eigen versie van deze song, maar wanneer de doortocht van de auteur ervan slechts luttele dagen meer in de toekomst ligt, is dit niet waar je op wacht. Maar ook die minpunten maken vermoedelijk deel uit van de grote koortsachtige liefdesverklaring aan de nacht die Chromatics hier ten beste gaf. Ook al sijpelde er zo nu en dan daglicht de zaal binnen.