Begin er maar eens aan, een genreklassieker opvolgen. Geen idee welk genre het Noorse Shining precies op de kaart zette met het machtige Blackjazz, maar het was een onwaarschijnlijk opwindende combinatie van elementen uit de extreme metal en avant-garde rock, met smaakversterkers uit de elektronica en freejazz die samen leidden tot een van de meest explosieve en genreverbuigende platen van 2010. Ruim drie jaar later volgt het antwoord van voorman Munkeby & co.
En het is snel duidelijk: Blackjazz Vol. 2 maken was geen optie. Maar goed ook, want met de agressieve technische metal van de voorganger werd een hyperintensieve bastaardvorm gecreëerd die aanvankelijk vooral een studio-experiment leek. Een beetje te zot, te bestudeerd, om live te kunnen waarmaken. En dan belandden we op het Roadburn festival en stelden we vast dat de band deze tour de force ook op een podium reproduceerde. Gesteund door een fenomenale sound leidde het tot een van de meest verbluffende concerten die we de voorbije jaren zagen. Shining was m.a.w. geen one trick pony. Al had elkeen die het parcours van Munkeby en drummer Tor Lofthus van nabij volgt dat ook wel kunnen voorspellen.
Met One One One wilde Shining naar eigen zeggen vooral een fun album maken, met songs die fun zijn om te spelen en er ook makkelijk ingaan voor de luisteraar. Deze negen songs klinken nog altijd rete-agressief en zijn opnieuw verpakt in die meteen herkenbare sound, die tegelijkertijd gestroomlijnd en waanzinnig agressief klinkt. Nog iets gladder en het zou machinaal gaan klinken, maar ook nu krijg je af te rekenen met woeste fileergitaren, hectische riedels à la Buckethead, een moderne variant op King Crimson-complexiteit, volledig overstuurde psychopatengekeel en hopen stadionbombast. Die songs zijn zo vol geplamuurd dat ze compleet uit hun voegen barsten.
En tegelijkertijd is deze plaat een stuk minder experimenteel en divers dan zijn voorganger. Weg zijn de kolossen van 8-10 minuten (alles zit hier zowat tussen de 3,5 en 4,5 minuten), de compleet geschifte waanzin van tracks als “Healter Skelter” en de nadrukkelijke elektromomenten. “How Your Story Ends” gaat dan wel van start met een korte saxserenade en valt een beetje uit de boot, maar voor de rest krijg je hier vooral te maken met de ene rechtlijnige song na de andere, en allemaal hebben ze een eenduidige structuur, een kop en een staart en strakke wendingen. Als er ooit een vervolg wordt gemaakt op National Born Killers, dan is de soundtrack al klaar.
Opener en single “I Won’t Forget” vormt het perfecte visitekaartje voor de rest van de plaat. Dit is een product van de strateeg en perfectionist Munkeby, een song die van de eerste tot de laatste seconde vastgelegd is, tot in de details werd uitgewerkt (idem voor het artwork: het lettertype en agressieve oranje zijn al net zo doordacht en gestileerd als de muziek) en afgewerkt met een intimiderende perfectie. “The One Inside” zoekt het daarna in een meer uitgesproken industrial-richting (weliswaar met opduikende sax) en “My Dying Drive” lijkt even een antwoord op “Fisheye” uit Blackjazz te worden. Gaandeweg wordt echter duidelijk dat het geschifte getier en het chirurgische precisiewerk wat extra afwisseling hadden kunnen gebruiken.
Ironisch genoeg heeft de band er door zijn sound te stroomlijnen en de meest excentrieke kantjes er vanaf te vijlen dus ook voor gezorgd dat je minder snel verrast wordt en One One One ondanks z’n beperkte duur (35 minuten vs. het kleine uur van Blackjazz) eigenlijk een opgave wordt om uit te zitten. Wat minder opvallende of boeiende songs als “Off The Hook” en “Blackjazz Rebels”, die in een andere context wél zouden opvallen, dreigen hier onopgemerkt voorbij te dobberen. Door vooral in te zetten op riffs en supersized refreinen met gekeelde slogans komt One One One aan als een eenvormig, monolithisch blok dat het reliëf van zijn voorganger mist. Met de productie, het artwork en de uitvoering speelt Shining nog altijd op hoog niveau, en de band klinkt nog altijd uniek, laat daar geen twijfel over bestaan, maar daar ben je natuurlijk weinig mee als de songs amper van elkaar te onderscheiden zijn.