Geweld kent geen grenzen. Dat werd recent nog maar eens op brutale wijze bewezen door een laffe en walgelijke machete-moord in de straten van Londen. Van het één op het andere moment verkeert een hele samenleving in een collectieve shock door een daad die je verbeelding te boven gaat, die je amper voor mogelijk houdt. Maar toch worden we op een soort van perverse manier aangetrokken tot dit soort feiten, gaan we toch eens kijken naar de details van de moord, klikken we uit nieuwsgierigheid toch eens op die exclusieve foto’s. Ligt het aan de verslaggeving van de media of ligt het toch in onze menselijke natuur? Voer voor sociologen en psychologen, maar we kunnen niet ontkennen dat geweld altijd al heeft geïntrigeerd. Drive-regisseur Nicolas Winding Refn is zo’n man die gefascineerd is door de menselijke gewelddadigheid en exploreert ze naar lieve lust in zijn werk. Met Only God Forgives bereikt hij hiermee een nieuw hoogtepunt in brutaliteit en levert hij ons een in neon gedrenkt universum waar de wet van de stadsjungle de stilistische pracht rond zich negeert.
Na de boulevards van Los Angeles in Drive is het nu de beurt aan Bangkok, het Sodom en Gomorra van het oosten. Protagonist van dienst is Julian (Ryan Gosling), een uitgeweken Amerikaan die een thaiboksclub uitbaat en drugs verhandelt om aan geld te komen. Julians broer Billy (Tom Burke) wordt vermoord, omdat die met zijn fikken aan het verkeerde minderjarig meisje heeft gezeten. Onder impuls van zijn koelbloedige moeder (Kristin Scott-Thomas) wordt Julian aangezet om de moordenaar van zijn broer op te sporen. Julian vindt zijn rivaal in een psychopathische flik (Vithaya Pansringarm) die graag een zwaard hanteert om mensen een lesje te leren. Tsjakaa!
Laten we beginnen met het opvallendste aspect van deze Cannes contender: het productiedesign. Want wat is Only God Forgives een verdomd prachtige visuele traktatie. Er spookten allerlei dingen door ons hoofd toen we naar deze film keken: van David Lynch naar Gaspar Noé tot zelfs het recente Spring Breakers. Met Drive bewees Refn al dat hij een veelbelovende stilist is die prachtige plaatjes kan schieten. Met Only God Forgives daagt hij zichzelf uit om beter te doen, waar hij ook in slaagt. De camera glijdt door prachtig verlichte gangen en registreert adembenemende composities, terwijl de belichting speelt met contrastrijke schaduwen en een fluorescerend kleurenpalet. Het is alsof Refn de film wil losmaken van de realiteit waarin hij zich afspeelt en de illusie wil wekken van een soort droomdimensie, een broeierige, maar stijlvolle nachtmerrie. Dat in combinatie met de zinderende sfeermuziek van Cliff Martinez, levert een wereld op die naarmate de minuten wegglippen, meer een meer op je begint te wegen.
Style over substance, het was een veel gehoord verdict in Cannes. Refn werd ook versleten als een blinde sadist die enkel interesse heeft in brutaal geweld en weinig oog heeft voor het narratieve. Akkoord, Only God Forgives is veel minder gericht op het verhaal dan Drive (die nu ook weer niet zo een gewichtig verhaal te vertellen had) en komt af met een eeuwenoud wraakverhaal, maar hij heeft dat ook niet per sé nodig om een indruk na te laten. Refn schetst een wereld waar geen helden bestaan, een walgelijke urbane hel die bevolkt wordt door corrupte zielen die geweld als religie hanteren. Drive had nog een emotionele kern door de relatie tussen Gosling en Carey Mulligan, maar hier is zo’n kern onvindbaar. De personages zijn vrijwel unaniem monsters die op weg zijn om met elkaar in aanvaring te komen. “Violence is like sex, it’s all about the build-up.” Een zinnetje dat de regisseur graag als stokpaardje hanteert. Het geweld in Only God Forgives wordt gruwelijker met elke scène, maar ook meer gefundeerd in de hel waar we dieper en dieper in binnentreden. Refn is niet geïnteresseerd in sensatiezucht, maar geeft blijk van een oprechte nieuwsgierigheid naar de donkere krochten van de menselijke natuur. Niet elke filmmaker weet dat te combineren met zulk een filmisch oog. Je kan het interpreteren als sadisme gekleed in een mooi jasje of je kan het zien als een wereld die nog zo mooi uitgedost mag zijn, toch zal ze steeds verbleken bij de gruwel die er zich in afspeelt.
Only God Forgives is daarmee geen perfecte film. Een of twee scenes kunnen wat misplaatst of lukraak aanvoelen. Refn opteert ook voor een lichte oedipale relatie tussen Gosling en Scott Thomas, die naar het einde een bevreemdende kwinkslag van haast Cronenbergiaanse proporties kent. Het holle aspect zit hem niet zozeer in de plot, maar in de personages. Zowel Gosling, Scott Thomas als Pansringarm komen over als wassen beelden, emotieloze afdrukken van personen die misschien ooit menselijkheid hebben gekend. Die aanpak past wel bij de sfeer, maar werpt ook een barrière op, waardoor je nooit echt volledig geïnteresseerd geraakt in deze figuren.
Ryan Gosling past zijn blinkende puppy-oogjes toe om een intrinsieke dreiging en beheersing uit te stralen. Meestal doet de man wat denken aan een Brando of Dean, maar nu heeft hij in zijn acteren meer weg van een Alain Delon, een ingetogen stilte voor een nakende storm. De show wordt gestolen door Kristin Scott Thomas, die de teef der teven neerzet, een moeder uitgespuwd door Satan zelve. Het is eens iets anders en je merkt dat ze zich dan ook weet uit te leven in deze rol van zwarte weduwe. De heilige drievuldigheid wordt vervolledigd door Vithaya Pansringarm, die het haar op je armen doet rechtkomen door zijn koelbloedigheid en zijn minachting van een menselijk leven. Pansringarm schrijdt voort alsof hij een reïncarnatie van Orlok uit Nosferatu is.
Only God Forgives is een weinig bescheiden geweldsmeditatie die misschien niet altijd volledig doel raakt, maar veel interessanter is dan het gros van films die met bloed richting toeschouwer smijten. Als je niet van dit soort dingen houdt, blijf dan weg. Zo ja, bereid je dan voor op een prachtige trip naar een oosterse hel die de meest dreigende cinema-ervaring in tijden garandeert. Wanna fight?