Dat Ian Clement songs kan schrijven om u tegen te zeggen, bewees hij al met zijn ijzersterk solodebuut Drawing Daggers. Dat die nummers er ook live als een huis staan bleek tijdens de albumvoorstelling in een ijskoude DOK Box, waar het dankzij Clement toch een tikkeltje warmer werd.
In de concertplaats onder de overdekte DOKmarkt mocht Spidergoats, het gloednieuwe, geheimzinnige project van Pieter-Paul Devos (Raketkanon, Kapitan Korsakov), Pieter Van Mullem (Kapitan Korsakov), Femke De Beleyer en Bert Minnaert (The K.) het publiek opwarmen — sorry voor de slechte humor. Devos en co gooiden bewust nog geen songs op het wereldwijde net. Dat maakte het verrassingseffect er alleen maar straffer op. Spidergoats klinkt soms melodischer, soms akoestischer, vervolgens weer heviger of ingetogen. Maar altijd met een hoek af. Het eerste optreden is — ja, duh! — niet foutloos maar smaakt naar meer.
Op een of andere manier past het toch bij Ian Clement, dat guur weertje. De frontman van Pletwallace, want zo wordt Wallace Vanborn wel eens terecht genoemd, bracht in april een bijzonder herfstig plaatje; een die donkere, intieme blues met sublieme teksten die recht uit het hart komen, combineert. Om de nieuwe muzikale werelden, die op de plaat door elkaar lopen, te ontdekken, zonderde hij zich met producer Peter Obbels zes maanden af ergens in de Ardennen
Mooi hoe Clement net voor “At Sea”, een van de hoogtepunten van de set, zijn leermeester uitgebreid bedankt. Clement komt intiem over — alsof hij zijn teksten op zijn knieën voor jou komt opzeggen — maar toch klinkt het nummer weelderig dankzij fraai toetsenwerk van Senne Guns.
Live geen cello, trombone, viool, trompet, lier of hoorn te bespeuren zoals op de plaat, Clement bracht wel gitarist Maarten Flamand, bassist Philippe De Vuyst en drummer Karel De Backer mee op het podium. Het is dankzij die instrumentale begeleiding dat “Hidin'”, het meest rockende nummer van Drawing Daggers, een voor de blues typisch oergevoel oproept, zeker wanneer Clement ook nog eens zijn veelzijdige strot opentrekt.
Uiteraard laat Clement zijn meest intimistische kant zien. De akoestische gitaar draagt het licht dreigende “Kissing The Claw” en “Little Knife”, waarin de strofes jammer genoeg een heel beetje in elkaar zakken. Maar Clement herpakt zich verbijsterend goed met “The Great Escape”. Kippenvel kruipt over de armen wanneer — of zo lijkt het toch — Clement de pakkende teksten van zijn meest persoonlijke nummer in onze oren fluistert. U moet maar zelf de plaat kopen om te weten waarover het gaat.
Ook verderop in de set komen de iets rauwere nummers (“Healing Bell” en “The Explorer”) volledig tot hun recht. “Ik ga geen encore spelen”, zegt Clement, “gewoon nog één nummer” voor hij “The Hammer And The Nail” inzet. Voor een laatste keer nodigt de woordenkunstenaar je onbewust uit om de teksten (een greep uit zijn literaire bundel: “Then you thrust a hammer to the nail / Broken bones I witness again”) mee op te zeggen. Clement laat u na afloop in zentoestand achter — zalf voor de ziel, heet dat dan. Eppo, haal ‘m naar Pukkelpop!