In onze categorie lucky bastards: Andy Muschietti, de Argentijnse regisseur die in 2008 het drie minuten durende kortfilmpje Mamà maakte. In plaats van een echt verhaal te vertellen, was Mamà eerder een pure stijloefening: een horrorsituatie (twee jonge meisjes worden achterna gezeten door een spook in de gangen van een creepy huis) die dan zo effectief mogelijk in beeld werd gebracht. Zelfs los van alle narratieve context, was het kortfilmpje eng genoeg (en vooral goed genoeg gemaakt) om opgemerkt te worden door Guillermo del Toro. De Hellboy-regisseur, die er sporadisch een gewoonte van maakt om debutanten op weg te helpen, gaf Muschietti de kans om Mamà te herwerken tot een lange speelfilm. Met succes: Mama (zonder accent ditmaal, maar mét Amerikaanse centen en Jessica Chastain) werd een commerciële hit en momenteel lijken voor Muschietti zowat alle wegen open te liggen. Misschien zelfs de wegen naar betere films.
Het verhaal begint met een wanhopige zakenman (Nikolaj Coster-Waldau) die – alle zeitgeisten nog aan toe! – gezocht wordt wegens grootschalige fraude, en dan maar op de loop schiet met zijn twee jonge dochtertjes, Victoria en Lily. Zo komen ze terecht in een verlaten blokhutje in een bos (nee, écht!) waar papa al snel door mysterieuze krachten het hoekje om wordt geholpen en de twee meisjes alleen achterblijven. Vijf jaar later worden de kinderen, geheel verwilderd en duidelijk onbekend met het concept shampoo, teruggevonden in die blokhut en komen ze onder voogdij te staan van hun oom (opnieuw Nikolaj Coster-Waldau) en zijn rock chick-vriendin Annabel (Jessica Chastain). Die laatste ziet het niet echt zitten om plots twee getraumatiseerde kleuters te moeten opvoeden, maar daar zit ze dan. En guess what: die mysterieuze kracht die hun vader vermoordde? Uiteraard verhuist die mee.
Eerst en vooral het goede nieuws: Jessica Chastain loopt het grootste deel van de film rond met een bewonderenswaardig diep uitgesneden zwart topje. We moeten daar eerlijk over durven zijn. En los daarvan kan Muschietti echt wel een stukje regisseren. Zijn talent om spanning op te bouwen zat al duidelijk in zijn kortfilm, en keert hier regelmatig terug. Dan hebben we het niet eens zozeer over de situaties op zich, maar wel over Muschietti’s cameragebruik, over zijn beheersing van zijn medium. De regisseur weerstaat aan de verleiding om zijn prent kapot te monteren, en gebruikt relatief lange, elegante shots om de suspense op te bouwen. Het beste voorbeeld hiervan is allicht een simpel wide shot waarin we uitzicht hebben op een gang én, via een openstaande deur, op de kinderkamer waarin Victoria en Lily aan het spelen zijn. Net buiten beeld gebeuren er allerlei bovennatuurlijke dingen in die kamer. Maar ondertussen loopt Jessica Chastain in de gang rond en is ze zich van geen kwaad bewust. Dat is één simpel shot waarin de camera niet eens beweegt, maar Muschietti bouwt er wel op verschillende niveau’s spanning mee op: wij weten dat er iets scary aan het gebeuren is in de kinderkamer, maar we worden zéér nadrukkelijk niét getoond wat. En we zijn er ons van bewust dat Chastains personage helemaal niet doorheeft wat er aan de gang is.
Dat is een voorbeeld van een less is more-regiestijl, die Muschietti siert. Hij is zijn mosterd minstens gedeeltelijk gaan halen bij de Japanse griezelfilms die begin jaren 2000 zo populair waren (er zitten best wel wat invloeden van The Ring en Dark Water in de prent), én van Spaanstalige horrorprent uit de Del Toro-stal, zoals El Orfanato, in de zin dat hetgeen hij niet toont, even belangrijk is als hetgeen hij wél laat zien. Dus ja, regisseren kan hij wel. Hij weet waar hij zijn camera moet zetten, hij durft situaties rustig op te bouwen en hij heeft een mooi gevoel voor sfeer. Het enige dat hij nu nog nodig heeft, is een goed scenario.
Want daar loopt het dus fout. Hoezeer Muschietti er ook aan sleurt, en ondanks zijn stijlvolle aanpak, blijft Mama een conventionele spookhuisfilm, niet meer en niet minder. De hele prent hangt aan elkaar van de voorspelbare BOE-momentjes – een fikse stoot muziek en ineens staat daar het spook van Mama achter de personages, tadààà! Omdat Muschietti kan regisseren, lukt het hem ook wel om ons effectief te doen schrikken – meestal toch – maar aan het einde van de dag blijft het toch maar dat: een collectie schrikeffectjes, waar inhoudelijk veel te veel clichés en veel te weinig vlees aan vast hangt. De mannelijke held die al snel op de zijlijn geplaatst wordt opdat Chastain en haar flatterend topje center stage zouden kunnen staan? Check. Het grote, enge huis vol hoeken en kantjes? Check. Het monster dat, voor de vorm, een tragische dimensie meekrijgt? Double check. Het is niet slecht gemaakt, maar het is wel al honderd keer eerder gedaan. De filmmakers proberen wel om er een thematiek aan op te hangen rond moederliefde – Chastain heeft het niet, de monsterlijke Mama duidelijk wél – maar dat thema komt nooit echt uit de verf.
Klinkt het nu alsof ik Mama enkel bekritiseer omwille van het genre waar hij toe behoort? Een beetje zoals je zou zeggen: “Goh ja, ik heb wel moeten lachen met deze komedie, maar uiteindelijk is het ook maar dat: je lacht en dat is alles.” Misschien. Maar dan vergeet je dat er wel degelijk horrorfilms bestaan (en komedies ook, trouwens) die de conventies van hun genre overstijgen om écht te verrassen, om écht iets nieuws uit te proberen (of op zijn minst te pikken van voorgangers die nog niet helemaal leeggeroofd zijn). En dat doet Muschietti dus niet.
In feite hoop ik dat de regisseur zich voor zijn volgende even kan losrukken van het horrorgenre en zijn visuele talent eens toespitst op een goeie thriller of een drama. Weg van de boe-momentjes. Want dat talent, dat is er wel.
Het originele kortfilmpje Mamà, met introductie van Guillermo del Toro