Bastien Vivès is een echte ster geworden. De promotiemachine voor zijn nieuwste project Last Man is navenant. Vooral de aanpak van deze strip is opvallend, maar ook de inhoud is zeker niet mis.
Uit zijn vroegere werk bleek al wel langer dat Bastien Vivès niet vies is van een videospelletje en een rollenspel hier en daar. Hij is al langer gefascineerd door de games zoals Street Fighter waarbij telkens kleurrijke figuren om beurten tegen elkaar in het strijdperk treden. Dat spel heeft een echte cultus doen ontstaan en via zijn blog liet Vivès af en toe al wel eens tekeningen zien die een hommage of persiflage waren op de figuren uit het spel. Het is alleszins verbazend hoe verschillend Last Man weer is van zijn vorige album Polina. Voor het eerst werkt Vivès nu met een heel team van bevriende tekenaars en designers om van Last Man een echte manga te maken, met een even hoog verschijningsritme. Dit eerste deel telt 200 pagina’s en in juni staat al een nieuw deel op het programma. Vivès en zijn kompanen Balak en Michaël Sanlaville (onder andere van Hollywood Jan) hebben het afgelopen jaar een serieuze voorsprong genomen en een werkwijze uitgedokterd die dit allemaal mogelijk moet maken. De hype werd alleszins mooi opgebouwd door de uitgever, waardoor Last Man in het Frans één van de evenementen van het voorjaar is geworden.
Adrian Velba is een twaalfjarig jongetje dat traint in de school van Meester Jansen. Het grote toernooi van de koning komt eraan en Adrian wil dolgraag deelnemen. Op het laatste moment moet zijn partner echter afhaken en lijkt zijn hele droom in duigen te vallen. Gelukkig duikt op dat moment net Richard Aldana op, die schijnbaar toevallig in het dorp van Adrian is beland. Richard heeft ook wel een oogje op Adrians mooie moeder, dus dat helpt om hem te motiveren Adrians partner te worden. Samen nemen ze deel en alles verloopt veel beter dan verwacht. Richard blijkt een stevige krijger, wiens verleden wellicht heel wat minder gewoontjes is dan hij zelf voorhoudt in dit album.
De auteurs respecteren de clichés van het genre. In dit eerste deel wordt een groots epos opgezet, waarin Adrian en Richard wellicht een hoofdrol zullen spelen. Het vechten van wedstrijden in een toernooi is een element dat in heel wat manga’s terugkeert. Last Man vermengt die oosterse elementen met invloeden uit Amerikaanse games en het Europese stripverhaal. Het resultaat is in dit eerste deel alleszins verfrissend. We kunnen nog niet echt een sluitend oordeel vormen of Last Man echt een geslaagd experiment genoemd mag worden, maar beloftevol is wel het minste wat we van deze strip kunnen zeggen. De samenwerking verloopt alleszins naadloos want het album leest bijzonder vlot. Dat er op die 200 pagina’s eigenlijk niet zo heel erg veel gebeurt, is dan ook weer eigen aan het genre waaraan deze Last Man enerzijds een hommage brent en anderzijds waarop het een parodie lijkt.