Walrus had het zijprojectje van de Yevgueni-toetsenist en -bassist kunnen zijn. Of een Vlaamse supergroep met muzikanten van Yevgueni, Milow en Sukilove. Maar Walrus is vooral de naam waaronder Geert Noppe zijn songs (zo zegt het cd-boekje) met ons deelt. Hij had het al eerder mogen doen.
Wat vooral opvalt is dat Noppe zeer belangrijk is voor het Yevgueni-geluid, maar dat hij heel andere wegen inslaat met Walrus. Slechts een paar songs zouden niet uit de band springen op een Yevgueni-album. Op de valreep bevat nauwelijks kleinkunst of rijk gearrangeerd chanson, maar laat een groep horen die Nederlandstalige songs brouwt van een wel erg rijk arsenaal aan muzikale invloeden. Sterker nog: wie zondagochtend in de eerste helft van de jaren 90 doorbracht met De Afrekening, zal meermaals echo’s uit die tijd horen.
Zo ligt “Rond” behoorlijk dicht bij Therapy?’s “Stories” en lijkt de verleidelijk smeulende intro van “Scherp van de snee” een onbekende Afghan Whigs song in te leiden (overigens mag van ons èlke intro dat doen, zeker als er een goeie song op volgt). “Maat van de vaat” knipoogt met haar zwaar vervormde gitaren naar Nine Inch Nails en de nogal onweerstaanbare groove van “Honingraat” had ook van Mano Negra of Les Negresses Vertes kunnen zijn. En qua ambitieus gearrangeerd, glorieus openbloeiend anthem mag “Wat een mooie ochtend” zonder veel blozen wedijveren met Blurs “The Universal” of Noordkaaps “Gigant”.
Toch is het allemaal Walrus en dat is ineens het enige echte probleem met Op de valreep. Ideeën, prachtsongs, verslavende melodieën, verrassingen en vakmanschap genoeg, maar Op de valreep had deugd gehad van een producer die de band tot keuzes dwong en enkele topsongs naar een EP of tweede album verwezen had. Omdat alle topsongs uit wel erg diverse vaatjes tappen, klinkt Op de valreep meer als een verzamelalbum dan als een gebald debuut.
Op onze favoriete tracks lijkt telkens een andere band aan het werk. Op “Honingraat” kronkelt Noppe zich in Waaslands dialect rappend doorheen een wel zeer soulvol groovend nummer naar Doors-orgeltjes, funky gitaarlikjes en onze repeat-knop. “Maat van de vaat” laat ook een rappende Noppe horen, maar dan over rauwe gitaren en met een refrein dat catchier en melodieuzer wil zijn dan de song echt nodig heeft. “Wat een mooie ochtend (slaap zacht)” is een meesterlijke klassieke song: sluimerende opbouw, wijds arrangement en een brugje waarna je een openbarstend refrein verwacht. Mooi trouwens hoe die verwachting helemaal onderuit gehaald wordt door het beheerste refrein. “Broek vol goesting” knipoogt overtuigend naar de uptempo new wave van Fisher-Z en “Scherp van de snee” speelt met spanning en sfeer zoals het na een Afghan Whigs-intro hoort (al schrikken we altijd even van het refrein).
Dit zijn ook ineens de songs waarin Walrus het meest branie en lef toont. Elders worden uitstekende ideeën tot een wat geknutselde song gecombineerd. In “Op de valreep” lopen enkele iets te scherp in de mix zittende gitaarlickjes een verder uitstekende song voor de voeten. Ook de stuwende groove en staccato zang in de strofes en het spannend brugje van “Geduld” waren beter tot hun recht gekomen zonder een refrein dat “POP!” brult. “Kijk!” en “Stil” missen dan weer net dat gedurfde idee dat van een zeer goede song een echte topper maakt. Gezien de branie van “Honingraat” en “Wat een mooie ochtend”, is het spijtig dat deze songs net onder hun potentieel blijven.
Niet zomaar een zijproject of tussendoortje dus, dit Walrus. Daarvoor bevat Op de valreep te veel kwaliteit, maar met net dat tikje meer branie en een eenvormigere productie, waren de parels beter tot hun recht gekomen. Live moet Walrus echter knallen. In afwachting van zo’n concert is het aangenaam vertoeven in dit album vol verrassingen.