De Verenigde Staten staan weer met de voetjes op de grond. De aanslagen tijdens de Boston Marathon op vijftien april 2013 waren een tragische herinnering dat terreur nog steeds een actueel probleem is en dat de Verenigde Staten nog steeds op eigen bodem te treffen zijn. Los van de tragedie en de consternatie die gepaard ging met die dag, bewezen de Amerikanen zich voor de zoveelste maal als een veerkrachtig volk. Nog maar enkele uren na de feiten sprak de politie van Boston klare taal over de zoektocht naar de dader. Ook Barack Obama liet duidelijk verstaan dat wie dit op zijn geweten heeft zal boeten. Strijdvaardigheid en de moed niet laten zakken zijn eigenschappen die de Amerikanen al sinds eeuwen kenmerken en waar ze ook graag mee te koop lopen. Dat mag, en dat siert hen, maar soms wordt het ook wat te opzichtig. Zoals in Olympus Has Fallen, een knallende actiefilm die druipt van het misplaatste patriottisme en gretig leentjebuur speelt bij de Die Hard-franchise.
De film neemt ons eerst mee naar Camp David, het buitenverblijf van Amerikaans president Benjamin Asher (Aaron Eckhart). De president en zijn vrouw (Ashley Judd) worden naar een diner begeleid door hun trouwe geheim agent Mike Banning (Gerard Butler), maar worden het slachtoffer van een verkeersongeval, waarbij de First Lady omkomt. Achttien maanden later is Asher nog steeds president, maar heeft Banning zijn ontslag gegeven bij de geheime dienst door een knagend schuldgevoel voor de dood van de presidentsvrouw. Asher maakt zich klaar voor een meeting met de Eerste Minister van Noord-Korea, wanneer er plots een massale aanval plaatsvindt op het Witte Huis door een Koreaanse militie aan terroristen. De gehele beveiliging van het Witte huis wordt neergemaaid, terwijl de president wordt gegijzeld in de bunker van zijn residentie. Het is aan Banning, die ongezien het bezette Witte Huis is ingeslopen, om de terroristen het leven zuur te maken.
Olympus Has Fallen is een film die al vanaf de eerste seconden laat weten waar het op staat. Nog voordat je goed en wel onderuitgezakt zit in je bioscoopzetel verschijnt de titel op het scherm, waarvan de letters gevormd worden door een wapperende Stars and Stripes, bijgestaan door suggestief tromgeroffel en getrompetter. Amerikaanse symboliek alom, en doorheen de gehele film wordt het er niet beter op. De intenties van regisseur Antoine Fuqua – die we allemaal kennen van Training Day – zijn duidelijk: elke zichzelf respecterende Amerikaan doen recht springen tijdens de film en een welgemeende ‘fuck yeah’ doen uitschreeuwen. Liefst met de rechterhand op de borst. De regisseur steekt dat niet onder stoelen of banken, wat van Olympus Has Fallen een zeer pervers en doorzichtig knalfestijn maakt. Het hoogtepunt komt er wanneer er een aan flarden geschoten Amerikaanse vlag van het dak van het Witte Huis dwarrelt, tegen een bloedrode hemel. Je wil niet weten hoeveel keer we met onze ogen zaten te rollen. We zouden heel die patriottische houding wat beter kunnen verdragen als de film wat meer humor aan de dag gelegd had. Spijtig genoeg toont de prent zich even serieus als een dode op zijn sterfbed. De actie die Fuqua brengt, probeert dat tikkeltje volwassener (en brutaler) te zijn dan het Michael Bay-geweld dat we gewend zijn geworden in dit soort producties. Mensen worden als lappenpoppen aan flarden geschoten en zelfs koelbloedig geëxecuteerd. Dat geeft aan de film een sérieux dat fel contrasteert met het ridicule verhaal dat wordt verteld.
Daarmee distantieert de film zich van de Die Hard-franchise waar Olympus Has Fallen zijn inspiratie haalt. Fuqua brengt niet zomaar een subtiele ode, maar gaat zover dat hij zelfs scènes en een groot deel van het plot uit de eerste Die Hard overneemt. Nu geen Bruce Willis die als eenmansleger een stelletje terroristen mag neerleggen op een afgesloten locatie, maar Gerard Butler. Herinner je jezelf de scène uit de eerste Die Hard waarin John McClane voor het eerst oog in oog komt met Hans Gruber, waarop Gruber een sigaret vraagt aan McClane? Ja? Wel, die scène zit zo goed als letterlijk in deze film. Verder is de prent één en al déjà vu, met niet enkel Die Hard, maar naar nog ontelbaar andere films van dit genre als voorbeeld.
Is het enkel maar kommer en kwel met Olympus Has Fallen? Nee, dat nu ook weer niet. Als volbloed actiefilm heeft hij nog wel zijn momenten en doet deze brok actie de adrenaline stromen. Dat is vooral te danken aan Gerard Butler, die verrassend genoeg zeer te genieten valt in de rol van badass die weet hoe de dag van enkele terroristen naar de maan te helpen. Butler is geen Willis, maar zorgt wel voor een personage dat met zijn grommende stem en granieten kop de aandacht weet te vatten. Naarmate de film vordert, betrap je jezelf erop uit te kijken naar het moment dat Butler oog in oog komt te staan met de grote booswicht en hem voorziet van een nieuwe lichaamsholte. Butler is een vent die wegkomt met dit soort macho-attitude en maar weinigen die het hem nadoen. Wanneer de film zich verplaatst naar de coulissen van het Witte Huis en de mayhem even achter zich laat, stijgt de entertainmentwaarde lichtjes en is het kat- en muisspel tussen Butler en de snoodaards voldoende om het nog leuk te maken.
Het blijft leuk, zolang je het belachelijke verhaal wegdenkt. Het is niet omdat Korea een actueel topic is de dag van vandaag, dat je wegkomt met eender welke intrige. Olympus Has Fallen reduceert reële politieke spanningen tot een compromisloos jongensavontuur voor mensen die de wereld graag zwart-wit zien en graag monumenten zien opgeblazen worden. De grote sterkte van deze film is Gerard Butler, die het geheel nog enig niveau weet mee te geven, maar toch wordt weggedrongen door een niet te negeren naïviteit, oppervlakkigheid en ‘been there, done that’-gevoel. “Ja maar, meneer de zure recensent, het is toch maar entertainment”, horen we sommigen al vragen. Wel, ram de eerste Die Hard nog eens in de DVD-speler en maak de vergelijking. Entertainment hoeft niet altijd als bandwerk aan te voelen.