Tijdens de verlengde zwangerschapsrust van Adele vond het VK een nieuwe landsfavoriet in het verhaal, de persoon en het talent van Emeli Sandé. De wereld volgde en dus is ze amper anderhalf jaar nadat haar eerste noten op de radio weerklonken al een grote naam geworden. Zo getuigde ook een tweede volgeladen AB die bij elk nummer collectief uit zijn dak ging als ware het een gecanoniseerde wereldhit.
Op het debuutalbum Our Version Of Events ging het soms nog de kleffe kant op, waardoor vergelijkingen met toonladdertrutten als Mariah Carey zich opdrongen. Live toont Sandé dat ze naast een fenomenale zangcapaciteit ook bakken persoonlijkheid, smaak en soul vertoont. Ze trapte haar set af met een verstilde versie van “Heaven” die zich na de triphop-uitbarsting opnieuw kon profileren als een “Unfinished Sympathy” voor generatie Z. Die soulvolle zweverigheid is wel vaker de kers op de taart en maakte dat “Daddy” nog net dat beetje dieper raakte en dat “My Kind Of Love” in plaats van een Whitney-playbackshow een doorleefde anthem werd. Het trippy kantje maakte ook een meer doorsnee popsong als “Pluto” memorabeler. Zelfs de platte Slash-achtige gitaarsolo werd met de glimlach geïncasseerd. Een chartbuster met dergelijke longinhoud vergeef je namelijk makkelijker wat opgezwollen dramatiek.
De grootsheid die Sandé bij momenten op het podium gooide, was van de gemeende soort. Dankzij die emotionele authenticiteit bleef zelfs de powerpop van “Breaking The Law” overeind. Meer zelfs, even transformeerde hij de AB in een kolossaal stadium en voorspelde hij dat Sandé dat met haar presence en energie binnen enkele jaren zal kunnen vullen én entertainen. Toch gaan je haren pas echt overeind staan wanneer ze de intimiteit van de zaal ten volle uitspeelde, zoals in een naakte, enkel door enkele diepe bassnaren begeleide versie van “Suitcase”. In dergelijke akoestische versie kon zelfs een overbesuikerde song als “Clown” plots een gevoelige snaar raken, hoewel ze natuurlijk nog meer indruk maakte wanneer ze op die manier veel sterkere songs als “River” of “Read All About It (Part III)” — de beste power ballad van 2012 — onder handen nam.
Ze deed het dus toch maar: met slechts één album, waarvan zeker niet elke track een schouderklop verdient, een hele set lang kunnen boeien. Hier en daar haalde een minder nummer het niveau even naar beneden — de lome reggaeversie van “Where I Sleep” of het kleffe middle-of-the-road duet “Beneath Your Beautiful” — maar over het algemeen schitterden de songs op de bühne opmerkelijk helderder. Enerzijds is dat uiteraard te wijten aan de klok van een stem die live nog net iets indrukwekkender klonk, anderzijds speelde ze de veelheid van sferen van het album ook duidelijker uit. Met een onaflatende overtuiging laveerde Sandé tussen een doorleefde emanciperende inspiratiebron (“Mountains”), een enthousiasmerende volksmenner (“Wonder”) en een simpelweg intens gelukkige meid. Die laatste rol vervulde ze uiterst charmant in de nieuwe ode aan haar halve trouwboek “This Much Is True”, mogelijk de nieuwe “Next To Me”. Als hij elke dag door zo’n zoetgevooisde stralende vrouw wakker wordt gezongen, is hij een fucking lucky bastard.