Het noodlot slaat altijd onverwachts toe. In de zomer van 2010 liet Michael Been, een van de meest gewaardeerde crewleden van Black Rebel Motorcycle Club, het leven. Even leek het erop alsof de groep niet wist hoe om te gaan met dat verlies, maar op Specter At The Feast wordt dat gemis omgezet in muziek; een requiem.
Afscheid nemen is nooit makkelijk, maar voor Black Rebel Motorcycle Club was de pil wel erg bitter. Beens overlijden was niet alleen een creatieve en professionele klap –de man stond in voor het geluid van de band– maar ook een emotionele opdoffer. Been was immers de vader van Robert Levon Been, de bassist van de groep. De band bleef echter niet bij de pakken zitten en maakte met Specter At The Feast een plaat die bedoeld is als eerbetoon, maar ook probeert aan te sluiten bij het rauwe geluid uit de begindagen. Het resultaat is een dominant bitterzoet geluid aangevuld met de rauwe, stevige rock waar Black Rebel Motorcycle Club zo goed in is.
Het beste voorbeeld: “Fire Walker”, een eerder rustig nummer met een slepend begin. De bedrukte toon wordt onderweg aangevuld door stevige bassen en Peter Hayes die klinkt als een huilende wolf. De tekst is bitterzoet: “Your soul was only yours to keep/It’s buried in me now/A bullet from the shell it leaves/It strips it to the ground”. In de woorden echoot duidelijk het rouwproces van de groep. Met “Returning” gaat de band zelfs een stap verder. Wat een sterke rocker lijkt te worden, krijgt dankzij de orgel op de achtergrond een kerkelijke sfeer. “Sometimes The Light” klinkt dan weer zo licht en ijl dat het lijkt alsof de hemelpoorten op het punt staan om open te gaan. Ook “Lullaby” en “Some Kind Of Ghost” passen perfect in het rijtje bitterzoete tearjerkers, waarvan het emotionele aspect net iets te ver wordt doorgedreven om genietbaar te blijven.
Voor de doordeweekse fan wordt de plaat een pak interessanter wanneer een potige mengeling van blues en americana naar voren wordt geschoven. “Hate The Taste” is een lekker ouderwets Black Rebel Motorcycle Club-nummer. Recht toe recht aan rock ’n roll zonder franjes. Hetzelfde geldt voor “Rival” en “Teenage Disease”, twee nummers die zonder enige moeite afstand nemen van het doodse karakter –no pun intended– van de rest van de plaat. “Let The Day Begin” maakt het rijtje compleet. Het nummer is oorspronkelijk van The Call, een populaire rockgroep uit de jaren tachtig waarvan Michael Been zelf deel uit maakte. Eindelijk wordt de versterker helemaal opengedraaid en kan je zonder misplaatst schuldgevoel genieten van nummers die niet bedoeld zijn als soundtrack bij een wel erg intieme afscheidsviering.
Het opwindende deel van de plaat bewijst dat de groep nog niets van zijn oorspronkelijke kracht heeft verloren, maar door de eerder emotionele inslag van Specter At The Feast moet je als luisteraar haast op zoek gaan naar nummers die simpelweg leuk zijn. Net zoals op Beat the Devil’s Tattoo lijkt de groep niet helemaal zeker welke richting ze nu precies willen inslaan. Niemand zou vreemd hebben opgekeken als Specter At The Feast één groot eerbetoon was geweest aan Michael Been, maar het resultaat heeft meer weg van een boze, rouwende puber die het overlijden van zijn vader nog niet helemaal aanvaard heeft. Het maken van de plaat had ongetwijfeld een helend effect op de groepsleden, maar als luisteraar is dit eerder een afknapper.