In Rusland bestaat er geen twijfel over wie de grootste schrijver van de negentiende eeuw was. Daarbuiten is Alexandr Poesjkin ook een belangrijke naam, maar weinigen hebben zijn magnum opus Jevgeni Onegin gelezen. Dat het een roman in verzen is, zou daar voor iets kunnen tussen zitten. Met de gemakkelijk lezende vertaling van Hans Boland komt dit onbetwiste meesterwerk nu gelukkig terug onder de aandacht.
Drie jaar nadat Jevgeni Onegin als het vijfde deel van de integrale Poesjkin-vertaling door Hans Boland verscheen, is het boek opgenomen in de Perpetua-reeks van Uitgeverij Athenaeum. Weinig werken zijn hierin zo op hun plaats als dit. Geschreven in de eerste decennia van de negentiende eeuw is het onvergelijkbaar veel beter dan het werk van tijdgenoten. Het is sowieso moeilijk om iets over een kunstwerk te zeggen. Dat is bij Jevgeni Onegin zeker het geval, omdat de inhoud zo gewoon lijkt. Ook de volgens sommige interpretatoren aanwezige maatschappijkritiek is ver te zoeken en vormt zeker niet de toplaag van het werk. Het literair belang ten slotte — Poesjkin als noodzakelijke kiem voor het schrijverschap van Gogol, Toergenjev, Tolstoj en Dostojevski — is een ongeïnspireerd en doodlopend spoor voor wie de waarde van Jevgeni Onegin wil definiëren. Maar wat is het dan dat maakt dat er bijna onmogelijk een versregel te vinden is die niet onmiddellijk aanspreekt? De evenwichtig-geïnspireerde verteltoon, met zijn fantastische zin voor uitweiding? De milde, onnavolgbaar gedoseerde, ontroerende ironie van Poesjkin? De hele wereld aan Russische details die naast de plot bestaat? De onvergetelijke personages, door Poesjkin met zoveel liefde neergezet?
Het gaat hem in het boek om zoveel meer dan de plot, die in enkele regels valt samen te vatten. Jevgeni Onegin is een snob uit Petersburg die op het platteland ongewild het hart steelt van een meisje van een naburig landgoed, Tatjana. Onegin gaat niet in op haar liefde. Als hij met Tatjana’s jongere zus Olga flirt, draait het uit op een duel met haar verloofde en Onegins goede vriend Lenski. Deze laatste, een hopeloze romanticus, sterft. Later komen Onegin en Tatjana elkaar opnieuw tegen en nu valt Onegin wel voor haar. Tatjana is echter getrouwd met een hoge militair en hoewel ook nog altijd verliefd op Onegin, wijst ze zijn liefde af om haar man trouw te blijven.
Alexandr Poesjkin (1799-1837) leidde een turbulent leven. In 1820 werd hij door de tsaar naar Moldavië verbannen omwille van een subversieve ode. Toen hij in 1826 opnieuw in Petersburg binnen mocht, werd hij gedood in een duel met de man die zijn vrouw probeerde te versieren. Jevgeni Onegin ontstond overwegend tijdens Poesjkins verbanning.
Sinds 1999 schaart de slavist Hans Boland zich achter het titanenwerk om het volledige oeuvre van Poesjkin te vertalen. Ondertussen zijn er al zeven van de in totaal negen delen uitgebracht. Dit uniek project was al goed voor de RusPrix Award 2010. Bolands enorme toewijding verdient alle lof, maar dat doet zijn fenomenale vertaling nog veel meer. Jevgeni Onegin is een roman in verzen. Verdeeld in acht hoofdstukken, is de tekst telkens opgebouwd uit stukken van veertien jambische regels. Met waarlijk schitterende vondsten én trouw aan het origineel doet hij Poesjkins genie alle eer aan. De berijmde regels geven de roman in Bolands lichtvoetige vertaling een ongekende vaart. Ook de volstrekte natuurlijkheid van Poesjkins vormelijkheid en de grote elegantie van zijn poëzie blijven perfect naar voor komen. Met deze uitgave wordt Nabokovs stelling dat een metrische vertaling van Jevgeni Onegin niet mogelijk is, definitief weerlegd. Dat er in het Nederlands tot nu toe niet minder dan zes andere vertalingen werden gemaakt van Jevgeni Onegin, is na Boland van totaal ondergeschikt belang. Wie zich eraan waagt, zal een hartstochtelijk mooi boek vinden.