Na vijf maanden in het buitenland getourd te hebben, speelde Wallace Vanborn woensdagvond nog eens in België. In de Nijdrop in Opwijk deed de Gentse stoner rockband zijn bijnaam Pletwallace alle eer aan.
Ook Leuven heeft zijn eigen stonerinstituut. Opwarmer van dienst Mosquito — genoemd naar “The Mosquito Song” van de Queens? — is een hardwerkend duo dat sinds zijn oprichting in 2008 al vijf (!) e.p.’s uitbracht en zich zo al in de kijker speelde als support voor Blood Red Shoes, Mark Stewart en Radical Slave. Gitarist Kevin Imbrechts en zanger-drummer Nico Kennes maken hun stevige live-reputatie in een goed gevulde Nijdrop meer dan waar. Gewapend met zowel moddervette als heerlijk melodische riffs en mokerslagen van drums hakken ze er stevig op in. Het langverwachte debuutalbum van Mosquito verschijnt op 27 maart en die plaat zou wel eens potten kunnen breken.
Met de volumeknop volledig naar rechts gedraaid is Wallace Vanborn live nog meer een bijtend monster dan op plaat. Wallace Vanborn heeft de afgelopen maanden vooral clubs in onze buurlanden plat gespeeld en dat is eraan te horen. Van bij de eerste nummers, allemaal van wereldplaat Lions, Liars, Guns & God, klinkt het Gentse trio als een perfecte gesmeerde machine. Maar Ian Clement, Dries Hoof en Sylvester Vanborn geven niet de indruk op automatische piloot te spelen. Ondanks het tamme publiek — De Nijdrop lijkt voor sommigen wel een pintencafé met luide achtergrondmuziek — smijt de band zich vol overgave in een klein uur durende cursus efficiënte in-your-face rock.
Frontman Ian Clement lijkt de rustige stemming van zijn soloproject, waarmee hij al heel wat aandacht trok, en de agressiviteit van Wallace Vanborn bewust gescheiden te houden. Het verbaast dan ook niet dat “Pawns”, het warme, akoestische uitstapje van Lions, Liars, Guns & God niet op de setlist staat. In de Nijdrop is hij een wild om zich heen slaand podiumbeest, die nogmaals bewijst dat hij naast brullen ook nog eens een voortreffelijke zangstem heeft en hogere stemregisters aankan. Sylvester Vanborn is nog altijd de strak spelende veelarmige drummer, Dries Hoof de bassist die altijd een beetje de rol van tweede, dragende gitarist vervult.
Dansbare, soms funky stoner vol gecontroleerde woede is het handelsmerk van Wallace Vanborn. Hoewel we de nummers al zo vaak gehoord hebben, blijven de refreinen “Coulars” (“Give Me High! Give Me Low!” ), het poppy “Atom Juggler” (“You’re the kind of woman I would love to get my hands onto”) — van de softere debuutplaat Free Blank Shots — en “Found In LA” (“On my knees in the night by the blood I found in LA/ the mistaken identity that I don’t want to play”) verrukkelijk smaken.
Het hoogtepunt houdt Pletwallace naar alle traditie voor het einde. Het Kyuss-geïnspireerde stonertrip “Cowboy Panda’s Revenge” — ons favoriet nummer — is een regelrechte mokerslag, met dezelfde impact als een uithaal van pakweg Kuyss, Queens Of The Stone Age of Monster Magnet. Ook een iets meer melodisch maar toch (alweer) verschroeiend nieuw nummer doet het beste verhopen voor de toekomst van Wallace ‘Pletwals’ Vanborn. De vraag is wat die toekomst, vooral voor Clement, nog in petto heeft want er is niet te vergeten ook zijn soloproject, dat al heel wat buzz creëerde.