Warp is zijn lievelingslabel, stilte zijn inspiratiebron en Eric Satie zijn grootste idool. Saints, de nieuwste van Monokle, is een spel van subtiele duisternis. Een mix van ambient en IDM. Fluweel met hier en daar een scherp kantje.
Monokle heeft al heel wat elektronische watertjes doorzwommen. Het debuutalbum (Something About Frost) van de jonge producer uit Sint-Petersburg leunde naar experimentele electro met glitch en breakbeat invloeden, hierna volgde onder meer een melodische ambient plaat (In Frame, een samenwerking met Galun) en het laatste wat we van hem mochten horen, was de magistraal geproducete EP Birds Swirl. Hiervoor haalde hij duidelijk de mosterd bij geluidskunstenaar Flying Lotus: veel distortion, verhakkelde off-beats en synths die tegen de basdrum pompen (sidechaining).
De tracks op Saints, de vijfde langspeler van Monokle, zijn heel wat minder glitchy en de breaks vallen beter in de maat. Distortion heeft plaatsgemaakt voor diepe, warme soundscapes. De producer zegt zijn inspiratie te halen uit stilte en kiest dan ook duidelijk voor invloeden uit ambient, minimal en analoge electro. Het concept ‘stilte’ gaat voor Monokle hand in hand met ‘subtiele donkerte’, een gegeven waarnaar hij op zijn vorige albums steeds een hang heeft gehad. Ook op Saints moeten we geen vrolijke heidedeuntjes en schalkse zottigheden à la Plaid verwachten. Monokle kiest consequent voor akkoorden in mineur en voor een sfeer die twijfelt tussen benard en bedrukt. Als er al licht op deze plaat voorkomt, is het in een zeer minzame vorm: een zaklamp met een half streepje batterij, af en toe een doffe schijn die amper tot de zwarte grond reikt.
Monokle is met Saints nog lang niet uitgepraat en het is onmiskenbaar dat de producer heel wat in zijn mars heeft. Bij elke nieuwe plaat merk je een evolutie, zowel in productietechnieken als in sfeerschepping. Monokle toont zich op deze Ki Records release ook meester in het creëren van tegenstellingen: syncopes in de synths in combinatie met straightforward beats; gedetunede, verscheurde klanken tegenover een zacht galmende rhodes; lieflijke pads, maar met meedogenloze drums… Niet dat hem dat nog nooit voorgedaan was, maar toch.
Opener “Holt Found” is opgebouwd rond een trage akkoordenprogressie en syncoperende synths die akelig van noot naar noot glijden. Halverwege ebt de bevreemdende sfeer even weg en trekt Monokle zijn geluidsplan open — een vorm van stilte. Uiteindelijk wordt een omhoog en omlaag gepitchte vocal sample (“Te-fal-pan, Te-fal-pan” horen we, of misschien ook iets anders) doorheen die adempauze gemixt en wordt de tweede helft van de track ingeleid. Een indrukwekkende start die je snel het album inzuigt. De volgende song, “Glow”, sluit naadloos aan maar bevat helaas exact dezelfde formule.
Het eerder als single gereleasde “Swan” is een mooi en atmosferisch nummer: wars van structuur, met brede pads, onrustig gedrum en een knipoog naar de repetitiviteit van Biosphere. “Slower” is een erg hypnotiserende track, met een aangename vocal, een licht grommende bas, en in de tweede helft een zacht stemmentapijt. De subtiele groove in dit nummer, de speelse acid klanken in “Homesick” en de blieperige synth in “Arrows” zijn een aangename afwisseling voor de warme — maar na vijf nummers nogal eentonige? — soundscapes. Ze zorgen heel even voor een scherper kantje op het album en zetten — door hun contrast met het overheersende klankenpalet — de duistere kant van Saints wat meer in de verf. Die variatie in klankkleur had gerust wat meer gemogen.
De afsluiter “Fever” bundelt alle ingrediënten uit het album, wat resulteert in een slepende track met koortsachtige beats, een zachte elektrische gitaar, alweer syncopes en nog maar eens een rhodes. Inderdaad, Saints lijkt bij de eerste luisterbeurten iets te homogeen te klinken — een overmatige drang naar een coherent geheel — en je zou de plaat al snel afdoen als ‘verdienstelijke achtergrondmuziek’. Toch verdient dit laatste wapenfeit van de 26-jarige Rus een betere beoordeling. Beluister deze plaat liefst met een hoofdtelefoon en laat je verrassen door de complexiteit en de gelaagdheid van de productie.