Doorleefde portretten en fijnzinnige beelden van het Turkije van vandaag. Op die manier bouwt Gijs Kast zijn debuut Başiboş op. Ergens tussen illustraties en een beeldverhaal in.
In Nederland beweegt de laatste jaren opnieuw meer rond het beeldverhaal. Na enkele jaren van treurnis en creatieve droogte lijken er opnieuw jonge talenten op te staan die het beeldverhaal als medium willen gebruiken voor het vertellen van hun verhalen en het uiten van hun visuele creativiteit. Het debuut van Tim Enthoven, Binnenskamers, geldt meer en meer als het typevoorbeeld van deze beweging die resoluut aanleunt bij de beeldende kunsten en de strip los ziet van het meer traditionele beeld van de klassieke avonturenstrips, zoals die in Nederland vooral in bladen als Eppo verschijnen. Başiboş is opnieuw een eigenzinnig boek van een jongeman die zijn opleiding en eerste ervaringen genoot in de grafische vormgeving.
Gijs Kast studeerde in Eindhoven en verbleef een tijd lang in Turkije. Van dat verblijf heeft hij een verzameling willen maken van alle impressies die hem bijgebleven zijn. Op die manier wil hij een beeld schetsen van de stad Istanbul en de hedendaagse Turkse samenleving. Hij doet dit louter met behulp van beelden en zonder enige tekst. Als professionele illustrator is hij duidelijk bedreven in het bundelen van veel informatie in één enkel beeld. Zo gaat Başiboş toch verder dan het pure oplijsten van een reeks illustraties. Samen laat dit album met zijn doorleefde tekeningen ook een blijvende indruk na. We konden als lezer toch een deel van de indrukken ervaren die de auteur bijgebleven waren na zijn verblijf.
Wij waren alleszins wat verbaasd om te vernemen dat Gijs Kast een opleiding als vormgever achter de rug heeft. Deze verbazing heeft niets te maken met het eventuele gebrek aan vormelijke kwaliteiten van zijn album, zeker niet. Wat ons dan wel verbaasde, was het ruwe en doorleefde karakter van zijn tekeningen. De mensen die hij tekent hebben stuk voor stuk ongelooflijke karakterkoppen, en ook de decors die hij tekent zijn echte locaties, met hun couleur locale. Hoewel Kast zelf aanhaalt dat hij voor Başiboş op basis van fotomateriaal gewerkt heeft, stoort dit nergens en slaagt hij er goed in om die referentie te overstijgen met levensecht (maar niet noodzakelijk realistisch) tekenwerk.
Grafisch is Gijs Kast alleszins een waardevolle aanvulling op het korps Nederlandse auteurs van beeldverhalen. Anderzijds is het narratieve aspect van Başiboş zo vrij en los, dat we moeilijk van een echt beeld-verhaal kunnen spreken. Anderzijds willen we ons niet al te zeer vastpinnen op geijkte definities en normen over wat nu wel en wat nu niet onder een strip verstaan kan worden. Başiboş is heel wat meer dan een boek vol losse tekeningen. Het Turkse Başiboş betekent ‘verdwaald’. Laat dat nu net een schitterend gekozen titel zijn. Wij dwaalden alleszins met veel plezier rond in de wereld van Gijs Kast.