2013 – buiten het jaar waarin Digg de overstap maakte naar Enola en de überhippe, de jaren negentig uitwasemende lay-out die daarbij hoort
(kijk gewoon eens om je heen naar the awesomeness!), was het ook een jaar van verrassend veel sterke films. En een paar stinkers, natuurlijk.
Voor deze lijstjes hebben we gekeken naar de Belgische releasedata. Daardoor kan het zijn dat er een aantal titels tussen zitten die eigenlijk al in
2011 internationaal werden uitgebracht. James, een overzicht graag!
TOP 10
1.
Shame
Michael “Diggler” Fassbender toont eens te meer zijn huge talent in zijn tweede samenwerking met regisseur Steve McQueen (nummer drie, Twelve Years a Slave, is al in postproductie, en man, wat kijken we er naar uit). Een intense, compromisloze studie van een seksverslaafde die voor
onze ogen implodeert, zonder dat we weten waarom. McQueen toont aan dat een film volstrekt fascinerend kan zijn zonder simplistische psychologische blabla,
en zelfs zonder een traditionele verhaallijn. Carey Mulligan levert uitstekende support, en Fassbender had een Oscarnominatie moeten krijgen voor
zijn hoofdrol.
Wes Anderson drijft zijn extreem formele visuele stijl bijna tot het breekpunt in Moonrise Kingdom, misschien wel zijn beste film tot nu toe. Geen
shot of het is perfect symmetrisch, geen camerabeweging of ze is tot op de millimeter uitgerekend. Voor sommige mensen kan die stijl zelfs verstikkend
werken, maar het liefdesverhaaltje dat Anderson hier vertelt is zo mooi en spontaan, dat de prent toch de luchtigheid van een fris lentebriesje meekrijgt.
Bruce Willis speelt overigens zijn beste rol in jaren.
3.
Killer Joe
William Friedkin gaat stilaan naar de 80, maar hij was wél één van de grootste provocateurs van het voorbije jaar. Killer Joe is een perverse,
vunzige, smerige thriller, waarin de personages hun eigen gezinsleden genadeloos proberen te mollen, incest in de lucht hangt, er zéér vreemde dingen
worden gedaan met een kippenbout en Gina Gershon zonder al te veel poespas geïntroduceerd wordt met een frontaal shot van haar fors behaarde beaver. Een film met ballen, dus. Eén en ander doet dienst als een metafoor voor het uit elkaar vallen van het Amerikaanse gezin. Uiteraard. Wij
vonden het vooral een gedurfde, steenharde uppercut van een film, waar we achteraf toch even van moesten bekomen.
Jammer: omdat Tinker Tailor al in 2011 voor de pers werd vertoond, zijn de critici, ondanks hun lovende woorden, blijkbaar vergeten dat de film pas
in 2012 in gewone roulatie kwam, waardoor ze hem niet opnamen in hun eindejaarslijstjes. De lange, razend complexe spionageroman van John le Carré werd op
een briljante manier naar het scherm vertaald door Tomas Alfredson. Oké, de eerste keer kan je best een notaboekje meenemen om alles bij te houden – twee
seconden niet opletten kan genoeg zijn om de draad kwijt te raken – maar wie de discipline kan opbrengen om er echt helemaal bij te blijven, krijgt er dan
ook veel voor terug: een sfeervolle, intelligente thriller met magnifieke acteerprestaties van Gary Oldman, John Hurt en Colin Firth.
Je bent er voor of je bent er tegen, maar Terence Davies heeft met The Deep Blue Sea een zeer persoonlijke, bijna poëtische film afgeleverd. Rachel
Weisz was nooit beter als een vrouw die verveeld zit met haar man, maar merkt dat haar opwindende minnaar ook maar een kwast is. Verrukkelijke visuals, een prachtige soundtrack, een intuïtieve verhaalstructuur en acteerprestaties die je bijna in tranen achterlaten.
Deze personageschets van een jonge man die één dag weg mag uit een afkickcentrum en in botsing komt met zijn eigen verleden, zal misschien geen prijzen
winnen voor originaliteit, maar de manier waarop Joachim Trier dat simpele verhaal vertelt, zorgt wel voor een emotionele rollercoaster waar je niet
van terug hebt. De scène waarin het hoofdpersonage de gedachten van de mensen om hem heen hoort, snijdt door merg en been. De brandblusserscène is een instant classic en de monoloog over zijn ouders is een krachtig signaal dat Trier weigert te kiezen voor de voor de hand liggende verklaringen.
7.
Take Shelter
Een beetje een onderschatte film, dit. Het algemene gevoel van malaise in de wereld (economisch, ecologisch, zelfs spiritueel) wordt prachtig gevat in deze
intense psychologische thriller, met een ontzagwekkende Michael Shannon in de hoofdrol. Take Shelter is absoluut een slow burn-gevalletje,
wat wil zeggen dat je even geduld moet oefenen voordat hij helemaal losbarst, maar eens dat gebeurt, zit je gegarandeerd op het puntje van je stoel. Bevat
waarschijnlijk de beste eindscène van het jaar.
Dit milde karakterportret van een leraar en zijn getraumatiseerde leerlingen, werd zowaar een sleeper hitje in het arthouse-circuit. En terecht:
Philippe Falardeau geeft ons een subtiele, zachtaardige analyse van zijn hoofdpersonages, in een film die aan elkaar hangt van de knappe observaties.
Ondanks de premisse (kinderen die hun eigen leerkracht ontdekken nadat die zelfmoord pleegt in de klas) en de wrange situaties, kan je dit zelfs een feel good movie noemen, simpelweg omdat hij je geloof in de mensheid fundamenteel bevestigt.
9.
Beasts of the Southern Wild
Deze zagen niet veel mensen aankomen: een low budget, eigenzinnige vertelling over Louisiana na een rampzalige overstroming, gezien door de ogen van
een zesjarig meisje. Het kan perfect zijn dat je afknapt op de surrealistische elementen, of op het meanderende tempo van de film, maar wie zich er voor
open stelt, ziet een prachtige fabel, die min of meer kan betekenen wat je er zelf van maakt.
10.
Argo
Ben Affleck toont zijn regietalent met zijn derde en beste film tot nu toe. De jaren zeventig-stilistiek werkt wonderwel (zelfs het logo van Warner Bros is
dat uit de seventies, het zit ‘m in de kleine dingetjes!), de pornosnorren en bakkebaarden glinsteren zoals ze dat sinds Boogie Nights niet
meer deden en de manier waarop Affleck met genres jongleert (van thriller over drama naar komedie) is echt indrukwekkend. Alleen jammer dat Affleck ook
zélf de hoofdrol wilde spelen, want met een betere acteur zou het allemaal nog veel intenser zijn geweest. Alan Arkin en John Goodman zijn echter wél
subliem in de komische bijrollen.
Stonden op de longlist, maar hebben het net niet gehaald: The Grey, Skyfall, Looper, A Simple Life, Killing Them Softly, Weekend.
FLOP 5
Ter info: ik heb het hier over teleurstellende films, eerder dan echt de slechtste crap van het jaar. Dat Battleship niet vet was, zag iedereen wel
aankomen. Maar dat de films in dit lijstje zo tegenvielen is veel erger, omdat ze wel de potentie hadden om geweldig te zijn.
1.
War Horse
Steven Spielberg gaat John Ford achterna met een schaamteloos sentimentele vertelling over een moedig paard tijdens WOI. De stroop druipt er van af en
het spijt me zeer, maar empathie voelen voor een paard terwijl er miljoenen mensen aan het sterven zijn… Ik dacht het niet.
Een film over één van de boeiendste publieke figuren van de 20ste eeuw, geschreven door de scenariste van Shame, met Meryl Streep in één van haar
beste rollen. Wat kan er fout gaan? Heel wat, zo blijkt. Een onzekere regie en vooral een terminaal gebrek aan lef om ook maar iéts te zeggen over de
politiek van Thatcher, doen deze saaie biopic de das om.
3.
Extremely Loud and Incredibly Close
Stephen Daldry, waarschijnlijk de minst opwindende regisseur ter wereld, herleidt een levendig, vindingrijk boek tot een ordinaire tranentrekker met
welgeteld één sterke scène (“Are you there?”). Veilige, conventionele Hollywoodpap.
4.
Ruby Sparks
What happened?!
Het team achter Little Miss Sunshine keert terug met een high concept-idee om u tegen te zeggen (een schrijver verzint een lief voor
zichzelf, dat echt tot leven komt), maar vervolgens doen ze er niets mee. Ruby Sparks blijft anderhalf uur lang ter plaatse trappelen om ten slotte
zichzelf met een zucht uit te doven.
Cameron Crowe moet dringend zichzelf eens terugvinden, want alle magie en al het welgemikte sentiment van meesterwerkjes als Say Anything en Almost Famous was nadrukkelijk afwezig in We Bought a Zoo. Een rotirritante melofilm was het, niet meer en niet minder.
Ook niet geweldig: J. Edgar, Total Recall, Brave (néé, geen echt slechte film, maar naar Pixar-normen wel één van de grootste tegenvallers
van het jaar).
En dan nog…
Onderschatte films:
Ik zal tot het einde der tijden Cosmopolis blijven verdedigen, een verkeerd begrepen pareltje dat bewust een vervreemdende, fragmentarische stijl
gebruikt omdat dat toevallig is wat perfect bij die prent hoort. Ach ja, je moet maar denken dat Videodrome en Naked Lunch destijds ook
onderschat werden. Lawless vond ik ook prima: nee, hij vond het genre niet opnieuw uit, maar waar hebben Hillcoat en Cave ergens een contract
getekend dat dat verplicht was?
Beste blockbuster:
Skyfall.
Op dit élan kan James Bond nog gemakkelijk 50 jaar mee.
Overschatte films:
The Dark Knight Rises:
Christopher Nolan kickt op zijn eigen somberheid en bombast en weet zo het publiek te overtuigen dat hij Heel Serieuze Dingen te zeggen heeft met zijn
Batman-films, maar eigenlijk was dit vooral een overgecompliceerde film die wemelt van de plotgaten en onnodige zijpaadjes. Van het principe less is more heeft Nolan duidelijk nog nooit gehoord.
Film die ik graag beter wou vinden dan dat ik ‘m echt vond:
Once Upon a Time in Anatolia.
Oh, wat is dat een intelligente, goed gemaakte, artistiek honderd procent verantwoorde film. Probleem is alleen dat ik er niet veel bij voelde en vrij
zeker ben dat ik ‘m nooit een tweede keer ga bekijken. Ben ik nu een proleet?
Beste Vlaemsche film:
Oké, Karim, we maken er een punt van om hem te vermelden: The Broken Circle Breakdown was een superieure tranentrekker, met geweldige
acteerprestaties en een prachtige soundtrack.
Sissers van het jaar:
On the Road:
bijna tien jaar vol mislukte pogingen om hem te maken, ongeveer achthonderd versies van het scenario en minstens drie regisseurs, en nu hij dan eindelijk
uitkwam… lag er geen hond van wakker. Auch. Prometheus is in hetzelfde bedje ziek: Ridley Scott keert terug naar het Alien-universum, excite! Maar dan zie je het resultaat en blijkt dat een nogal suffe, pretentieuze film te zijn die langs geen kanten steek houdt en enkel de moeite
waard is voor de immer fantastische Michael Fassbender.
Gay crush van het jaar:
Michael Fassbender, uiteraard.
Penis van het jaar:
die van Michael Fassbender, uiteraard.
Hetero crush van het jaar:
Emma Stone, hoewel haar blonde haar in The Amazing Spider-Man geen goede zet was. Redheads have more fun. Jessica Chastain is eervol tweede.
Beste seksscène:
Johnny Depp en de heerlijke Eva Green rollebollen een hele kamer aan flarden in Dark Shadows. Commentaar van Depp: “That was unfortunate.”
Een teleurstellende film, maar hij had wel een paar leuke momentjes.
Beste gevecht:
Liam Neeson neemt het met een paar minibarflesjes op tegen een alfawolf in The Grey, een onderschatte survival thriller. Bring it on!
Technologie die nooit gaat doorbreken:
48 FPS, de hyperrealistische techniek waarin het fundamenteel mislukte The Hobbit werd gedraaid. Als ik het gevoel wil hebben naar een making of te kijken, dan zal ik wel naar een making of kijken. In een cinema daarentegen wil ik textuur, de magische glans van film (die je
tegenwoordig ook digitaal kan verkrijgen, vraag dat maar aan David Fincher). Ik wil naar een film kijken, dammit, niet naar National Geographic HD!
Beste film die bij ons niet uitkwam:
Ralph Fiennes maakte een zeer sterk regiedebuut met de hedendaagse Shakespeareverfilming Coriolanus. Hij had alleen wel zijn camera iets rustiger
mogen houden. Ook intens genoten van Seeking a Friend for the End of the World, waarin Steve Carell een verrassend sterk duo vormt met Keira
Knightley. Zoek die dvd’s!
Beste comeback:
Matthew McConaughey, die ons allemaal jarenlang wijsmaakte dat hij enkel een afgetrainde bink zonder talent was. Hij bewees het tegendeel in het geweldige Killer Joe, het iets minder geweldige Magic Mike en zelfs in The Paperboy.
Nog verder weggezakt dit jaar:
Eddie Murphy, wiens komedie A Thousand Words (een soort Liar Liar-ripoff) zodanig flopte dat hij bij ons niet eens uitkwam. Volgend jaar zou
hij van miserie zowaar meespelen in een tv-serie van Beverly Hills Cop.
Trend waar ze dringend mee moeten stoppen:
de found footage gimmick. In zowel Chronicle als End of Watch was het niet meer dan een flauw stilistisch trucje dat de aandacht
afleidde van het verhaal.
Films die ik graag had gezien dit jaar:
The Great Gatsby
(uitgesteld tot de zomer), Cloud Atlas (uitgesteld tot God weet wanneer wegens tegenvallende box office) en The Master (uitgesteld tot 6
maart in België). Bastards.
Slechtste make-up:
Die van Leonardo DiCaprio en Armie Hammer in J. Edgar. Clint, echt… wat was dat?!
Nu we het er over hebben: fin de carrière van het jaar:
Clint Eastwood maakte een luizige biopic met J. Edgar, stamelde op een ronduit gênante manier tegen een lege stoel op de Republikeinse conventie en
draafde vervolgens op in het saaie Back in the Game. Eervol afscheid nemen is ook een kunst. Echt triestig.
Teleurstelling van het jaar:
Er is geen enkele film uitgekomen waarin Mila Kunis en Natalie Portman een lesbische seksscène hebben. For shame!