Ultraista. Op papier een supergroep. Met topproducer Nigel GODrich en drummer & longtime buddy Joey Waronker in de gelederen. Aangevuld met de immer glimmende geëlektrocuteerde bosnimf Laura Bettinson. Het verhaal van het bos en de bomen.
De overlappende muzikale cv’s van beide heren bestrijken een aanzienlijk uitgestrekt gebied van de recente popgeschiedenis. Zo zat Godrich aan de knoppen bij ondermeer Pavement, Air, Travis, Paul McCartney, Charlotte Gainsbourg en natuurlijk, we zouden het nog vergeten, quantité non négligable Radiohead. Waronker drukte dan weer zijn stempel op releases van Other Lives, Lisa Germano en Eels en mocht de vellen beroeren bij Beck, REM en The Smashing Pumpkins. Sinds hun samenwerking tijdens Beck’s Mutations uit 1998 hebben ze een continue aan-uit relatie gehad. In hun recente zoektocht naar een vocalist(e) “voor een nieuw project” werd Godrich getipt door een vriend en neemt hij Waronker mee naar een concert van Dimbleby & Capper, het elektronische popproject van zangeres/artieste Laura Bettinson. Even later is Ultraista een feit.
Het mission statement van het project is onlosmakelijk verbonden met de herkomst van de naam. Ultraista verwijst naar Ultraismo, de Spaanse literaire kunststroming uit het begin van de 20e eeuw, die zich toelegde op het doorbreken van alle gangbare conventionele barrières. Op dezelfde manier probeert de groep zich los te rukken van de regels eigen aan het traditionele (pop)songschrijven. Muziek is voor het trio in eerste instantie bedoeld als visuele stimulatie, waarbij een nummer herleid wordt tot zijn naakte repetititieve essentie. Als we deze ambitieuze odyssee afwegen tegen relevante muzikale criteria als vernieuwing, opwinding en aanstekelijkheid, kunnen we het resultaat niet echt geslaagd noemen. Zo is er te weinig variatie in en tussen de nummers. De songs zijn allemaal opgebouwd rond een schijnbaar toevallig bijeengejammed centraal thema, dat minutenlang wordt aangehouden zonder al te veel spectaculaire wendingen. Dit levert een flink potje hermetisch afgesloten en claustrofobische kraut-pop op.
De cd start vrij sterk. Maar na 3 songs zakt het niveau als een geleipudding in elkaar en groeit het besef dat alle nummers aan dezelfde rigide gietvorm ontsproten zijn, waaraan de groepsleden hondstrouw en quasi maniëristisch hun distinctieve bijdrage leveren. Er was duidelijk veel ruimte voor improvisatie. Over de teksten zegt Bettinson zelf: “I would mumble some stuff in”. Haar beperkt stembereik en zeurende intonatie zijn ook niet echt bevordelijk voor de beproefde aandachtsspanne van de luisteraar. Was Nigel niet beter op zoek gegaan naar een jong onbekend vocaal soul talent om de nummers wat meer spankracht te geven ? Een enolatip: Aluna Francis van het pop-step duo AlunaGeorge.
Erg storend zijn de aritmische en te sterk op de voorgrond geproducete synthstoten. En dit gebeurt zowat in elk nummer. Enkel wanneer er wat mengpaneelschuifjes naar beneden worden gehaald en Joe Waronker’s ritmische inventiviteit meer ademruimte krijgt, wordt het genieten. Check de outro van “Bad Insect” of de aansluitende intro van “Gold Dayzz”met het opgefunkte Portishead-drumpatroon, dat even de hoogdagen van de “Headz”-compilatie van het toonaangevende Mo’Wax-label weet op te roepen. Percussieve details die zich als zoemende stoorzendertjes in je geoefend oor nestelen. Tot die dekselse vacuumzuigende Pierre Henry- keys de pret weer komen bederven. De old school trip-hop feel van “Party Line” geeft ons even de hoop er voor goed van verlost te zijn. Tot de kwelduivelinnetjes, op exact 1:01, kortgerokt door de schoolpoort komen binnenwandelen. “Strange formula” klinkt vermoeid en sleurt zich kreupel en slaapdronken naar zijn intriest einde toe. Afsluiten doen we met “You’re Out”. Hoezo “WE’re out”? Wie het zegt begot.
Ultraïsta is het relaas van een pijnlijk gemiste kans. Vakkundig de nek omgedraaid door de ongebreidelde geldingsdrang van spil Godrich. Met de doelman uitgeteld op de grond, er als spits toch in slagen om vanop doellijn over te trappen. Om in de voetbalbeeldspraak te blijven: het is niet omdat je een alom gerespecteerde trainer bent dat je ook een aardig potje kunt voetballen. “Van het plein en schoenen uit, vrind !”