Bijna dag op dag drie jaar na hun vorige passage stonden Raveonettes opnieuw in Het Depot. Dat was ook: twee matige platen verder, die weinig hoop boden op een beter concert dan het teleurstellende vorige. De Deense groep bewees echter dat hij tien jaar na datum het vuur heeft teruggevonden. Al mag er nog bijgestuurd worden in de setlist.
Na zeven platen moeten we geen verrassingen meer verwachten van het Deense duo. Al meer dan een decennium switchen Sune Rose Wagner en Sharin Foo tussen aanstekelijke pop en brutale sonische aanvallen. Live slingert het duo, aangevuld met een drummer, al even hard tussen beide uitersten. Zo bracht de groep drie jaar geleden de uitermate aangename popplaat In And Out Of Control uit, om in Het Depot vervolgens een setlist te brengen die dat album zo goed als negeerde, ten voordele van zeurderig werk uit de Jesus & Mary Chainklonencategorie: gitaarstormen genoeg, maar pakkende melodieën? Ho maar.
In diezelfde zaal, een verbouwing later, weet de groep vandaag een beter evenwicht te vinden. Het nieuwe Observator is alweer geen topper, maar heeft met “She Owns The Street” wel van de mooiste new wavepop van dit jaar. ¬Die single wordt al vroeg gelost: een opwarmer die het ene uiterste mag symboliseren vooraleer geweld het mag overnemen. In een zaal die sinds ze gemoderniseerd is beter klinkt dan ooit tevoren, knalt een nummer als “Dead Sound” met de kracht van de geluidsstormen van A Place To Bury Strangers; nog zo’n groep die al eens een trucje of twee leerde bij The Jesus & Mary Chain.
Waar die New Yorkers zich echter concentreren op het agressieve aspect van het geluid van die Britse groep, namen Raveonettes ook de fascinatie voor de girl groups uit de jaren zestig over. Gitaarwolken worden dus gecounterd met zoetsappige zanglijnen, die pure bubblegumpop zijn. In “Curse The Night” is de plotse falset van Wagner echter een uiterst irritante toevoeging, zeker in een nummer dat maar wat doelloos rondslentert. Het is op zo’n moment dat Raveonettes genadeloos mislukt in zijn poging om spannend te zijn, en eindigt met pure verveling. Het is het begin van een inzinking, centraal in de set, die zal duren tot en met “Apparitions”: nummers waarin de groep stapvoets voort sjokt, het meeste probeert te halen uit twee akkoorden, maar het helaas niet boeiend houdt.
Met “Young & Cold”, een meezingertje waarin de gitaar aan banden wordt gelegd, komt echter opnieuw helderheid in de set. Het oude, smerige “Attack Of The Ghost Riders” — één en al gitaargeweld en kille drumbeat aangekondigd met een droog “this is ten years ago” — uit de debuut-EP Whip It On raast meteen alle twijfels weg dat deze groep nog altijd venijnig kan uithalen.
Die debuut-EP is dit jaar dus tien jaar oud, en dat vierde de groep afgelopen lente op het Deense Spotfestival door die integraal op te voeren. Met de songs dus nog losjes in de vinger wordt er meer van opgediept. Eerst “My Tornado”, daarna meteen — zoals ook op plaat — “Bowels Of The Beast” dat doom metal mag paren aan meisjespopzang; bijzonder. In een eerste bisronde volgt nog een zinderend “Cops On Our Back”: alweer Raveonettes op zijn spannendst.
Nog een tweede bisronde volgt, want voor het eerst lijkt de groep niet langer verveeld, maar werkelijk te genieten van het succes. Krijgen we nog: de surfgitaar van “Love In A Trashcan”. Waarna Wagner en Foo bedanken met een intiem “The Christmas Song” rond de microfoon en een welgemeend “geniet nog van jullie kerst”. Dank u, zeggen wij dan, blij dat Raveonettes bewezen dat ze nog genoeg vitaliteit bezitten om een voor minstens twee derden aanstekelijk concert te brengen. Nu nog werken aan die zak in het midden, en we willen ze op een festival naar keuze gerust nog eens terugzien. En dat was lang geleden.