Zat er nog iemand te wachten op Garbage? Te oordelen aan een uitverkochte AB en de enthousiaste reacties: absoluut. De groep bedankte met een concert dat de hits aan elkaar reeg alsof het niets was maar telde ook een schorgezongen Shirley Manson die al eens uit de bocht ging.
Echt verwacht was de terugkeer van Garbage niet. En dat nieuwe Not Your Kind Of People dat ergens in mei het levenslicht zag, was ook niet om wild de straten van op te dansen. Een uitstekende opener maar de singles schoten onder de lat die de groep met eerder werk hoog had gelegd: daar waar pop de perfectie nadert. Ze mogen nu dan wel van de radioradar zijn verdwenen, maar in de jaren negentig was Garbage, dat rock aan cleane elektronica paarde, baanbrekend. Het maakte de weg vrij voor een hoop clonen als Republica en Transister en hielp de muurtjes rond gitaarmuziek te slopen. Maar is het nu nog van belang?
Dat die nieuwe plaat ook niet uitmaakte, daar kwamen we achter op Werchter, waar de groep met een greatest hits-set de nagelnieuwe Barn uit zijn voegen blies en zowel oud als jong elk woord hoorde terug zingen. Missie geslaagd dus, Garbage had bewezen dat het er wel degelijk nog toe doet en zou dat in de AB bevestigen.
Publieksgewijs ligt de nostalgiefactor vanavond niettemin hoger: veel dertigers die zich de begindagen van de band nog herinneren en de teksten woord voor woord kunnen meebrullen. Shirley Manson is geraakt en leest een netjes op papier voorbereid dankwoordje in charmant gebroken Frans voor.
De groep heeft op dat moment al een zevental hits na elkaar afgevuurd en het zwakste punt van de avond ligt dan al bloot op tafel: Manson is niet goed bij stem. Dat wordt doorgaans gemaskeerd door de gebruikelijke effecten op haar zang maar in “Why Do You Love Me?” is het toch wat pijnlijk hoe ze tot een overgeacteerde parlandoschreeuw moet overgaan om de boel te redden.
Gelukkig is dit het enige moment waarop zo nadrukkelijk wordt uitgegleden. Geholpen door een vijfde man op gitaar en bas staan Mansons groepsgenoten immers met zoveel kracht te spelen dat elk foutje meteen wordt gladgeblazen. En dus davert de industriële disco van “Hammering In My Head” harder dan ooit en schokt, stampt en stoomt “Stupid Girl” nog altijd even strak vooruit. Jammer wel dat “Vow”, één van de beste singles die de groep ooit opnam, wordt ontsierd door een rotslechte outro vol onverstaanbaar gebrabbel van Manson.
Waarna de tent in de fik mag. “#1 Crush” kondigt een eindsalvo hits aan dat de zaak definitief beslecht. “Special” is van de sterkste vrouwenpop die de jaren negentig voortbracht, “Cherry Lips” — alweer aan de fans opgedragen — knált, die aanmoediging “Go, baby, go” klinkt luid uit duizend kelen. Nieuw nummer “The Battle In Me” volgt er wat ongemakkelijk na, een vervelend zapmoment vooraleer “Push It” een explosief hoogtepunt brengt. Met een “You Look So Fine” dat een mooie coda meekrijgt, wordt een uitgesponnen einde aan de set gebreid.
Een snelle bis, want het sluitingsuur van de AB nadert: “When I Grow Up” en “I’m Only Happy When It Rains” scheuren nog eenmaal. Manson begint nog maar eens aan een woord van dank maar drummer Butch Vig sleurt haar mee in een uitgelaten collectieve buiging. Als de sfeer in de groep ooit slecht was, lijkt dat nu verleden tijd. Mits een rustpauze voor Mansons gebroken stem, kan deze groep er weer voor even tegen. Al zou een écht goeie plaat dan ook wel welkom zijn.