Jonathan Meiburg heeft het stuur omgegooid, en daar voelt hij zich goed bij. Na drie etherische en moeilijke platen, samen de ijzersterke eiland-trilogie, mocht het op Animal Joy, de nieuwe Shearwaterplaat die begin dit jaar uitkwam, steviger en heviger. “Ik ben verliefd geworden op het geluid van mijn elektrische gitaar.”
enola: Jonathan! Was dat nodig, zo’n koerswijziging?
Meiburg: “Toch wel. Begin 2011 hebben we die trilogie afgesloten met een concert waarop we de drie platen in volgorde na elkaar speelden. Een concert dat dubbel zo lang zou worden als ik gewoon was, realiseerde ik me de week vooraf, maar het is gelukt en het was geweldig. Tegelijk voelde het echter ook als een punt aan het eind van een lange zin; als een besluit. Ik wist dat het daarna anders moest. Wat dat precies moest worden, was me niet duidelijk, maar wel dat het directer moest zijn: emotioneler en levendiger. Niet dat platen als Palo Salto of Rooks niet leefden, maar dat was toch anders. Kijk alleen al naar de hoes van The Golden Archipelago, het laatste deel van de trilogie: daar zie je een eiland in de verte en zo afstandelijk klinkt de plaat nu ook in mijn oren.”
“Animal Joy mocht niet opnieuw een maanlandschap worden waarop geen leven te bekennen was. Het moet ook lijf zijn, en niet alleen hoofd. Want die aanpak had ik nu wel tot op zijn limieten getest. Daarbij kwam nog dat mijn leven toen ingrijpend is veranderd, en zonder dat ik daar verder op wil ingaan: ik voelde me herboren, alsof ik nieuwe energie had gekregen. Dat moest ook in mijn muziek te horen zijn. Het idee voor de titel van de plaat kwam toen ik mijn hond aan het uitlaten was, en observeerde hoe uitgelaten hij op alles reageerde. Hij is zo aanwezig: hij is hier, wil nu slapen, is nu hongerig, wil nu spelen,…. alleen het heden telt. Dat is Animal Joy: leven in het nu. Daar wilde ik over schrijven, over de momenten waarop je dat kunt. En dan zijn we ook het meest verbonden met de dierenwereld.”
enola: En dus besloot je dat het in je teksten nu ook wel eens over jezelf mocht gaan?
Meiburg: “Zogenaamd confessioneel songschrijven is al zo vaak en zo goed gedaan, dat ik niet het gevoel had dat ik veel kon toevoegen. Maar op deze plaat paste het plots wel, al heb ik veel tegenzin moeten overwinnen om het te doen. Ik wist dat er dingen waren waar ik voor terugschrok als het op mijn schrijven aankwam, en ik heb besloten mezelf gedwongen er niet langer van weg te lopen, en die toch te verkennen. Het resultaat was dat ik heel wat songs vrij snel heb geschreven. De demo’s zijn opgenomen in ongeveer twee weken, en klinken min of meer als wat er op de plaat eindigde.”
“Nu, ik heb dan wel meer over mezelf geschreven, het is toch nog op een eerder abstracte manier. Niet door een overdreven gebruik van het woord ‘ik’. Ik wilde geen concrete verhalen vertellen, maar een emotionele staat evoceren. “Dread Sovereign” is zo’n nummer bijvoorbeeld, net als “You As You Were” of “Insolence”.”
enola: Mag ik “You As You Were” een keerpunt noemen in die zoektocht naar een nieuw geluid?
Meiburg: “Dat nummer is het hart van de plaat. Toen ik dat had geschreven wist ik dat ik in handen had waarnaar ik naar zocht. De rest van de nummers konden rond dat gevoel gebouwd worden. Die climax met dat “I am leaving the life” drukt het allemaal uit. Soms heb je het gevoel dat je zo verstikt ben dat je uit je oude leven moet breken en iemand anders moet worden.”
enola: Had je ‘het gevoel dat het wat je deed een formule was geworden wat je deed?
Meiburg: “Dat niet. Ik koester graag het idee dat wat ik doe organisch groeit, maar het was wie ik toen was, niet wie ik nu ben. Die drie vorige platen beluisteren, voelt een beetje als vergeelde jeugdfoto’s bekijken: dat haar! die kleren! Je bekijkt ze wel met affectie, maar dat ben jij niet meer.”
enola: Kun je artistieke merites van die platen niet meer los zien van je persoonlijke herinneringen er aan?
Meiburg: “Moeilijk. Ik kan soms niet anders dan alleen de fouten en zwakken plekken te horen. Ik denk altijd dat het nog beter moet. En daarbij: opnemen duurt zo lang, dat je na afloop niet echt meer de behoefte voelt om nog naar die plaat te luisteren. jJe kunt de nummers spelen, zoals ook met dat trilogie-optreden: het voelde als een reis in de tijd om opnieuw die oude nummers uit 2005 te brengen. En vandaar ging het naar meer recente tijden, zodat het was alsof er vijf jaar werd samengebald in die drie uur. En met de laatste noot van het laatste nummer was ik in het heden beland.”
enola: Hoe bekijk je de platen die je voor Palo Salto uitbracht?
Meiburg: (snel) “Training records. Ze hebben hun momenten, maar Palo Salto is voor mij het eerste statement van een band die een eigen smoel heeft gekregen. Als ik opnieuw kon beginnen, had ik op dat moment waarschijnlijk de bandnaam veranderdt; om een nieuwe start te maken. Ik heb destijds zelfs even met dat idee gespeeld zelfs, maar heb het uiteindelijk toch niet gedaan. Dus nu zit ik ermee.”
enola: Voor veel mensen, zeker hier, is Palo Salto ook het moment waarop ze de groep leerden kennen. mMisschien maakt het dus niet zoveel uit.
Meiburg: “Ja. Ik praat ook niet vaak over die platen. Als mensen ze willen horen, zullen ze die wel vinden. mMaar we verkopen ze zelf niet meer.”
enola: Had je het gevoel dat je op deze plaat het publiek wat meer de hand moest reiken?
Meiburg: “I did, yeah. The gGolden Archipelago was een beetje insulair, besef ik nu. Ik weet niet goed waarom,maar het draaide daarop uit, en ergens op de tour na die plaat kwam er een moment waarop ik besloot om mezelf weer meer te wijden aan mijn werk en weer bruggen naar het publiek te slaan. Die vorige plaat is bijna hermetisch verzegeld; als een wereld waar je niet binnen kunt. Nu wilde ik één maken waar dat wel mogelijk was.”
enola: Ik hou enorm van die drie platen, maar ze waren inderdaad nooit gemakkelijk om in te raken.
Meiburg: “Neen. Je moet er echt tijd aan willen besteden, en het is tegenwoordiger moeilijker en moeilijker tegenwoordig om mensen zo ver te krijgen dat ze dat ook doen. Onze concerten waren een pak toegankelijker, denk ik, maar je kunt nu eenmaal niet voor iedereen spelen. (lachje) Dat is te duur en moeilijk.”
“Ik deed mijn best op die platen, maar we werkten met beperkte budgetten en tijd, dus ontdekte ik de songs soms pas terwijl we ze aan het opnemen waren. Je bleef ze dus vaak nog ontdekken en ontwikkelen als je ze live ging spelen, terwijl de plaatversie dan een bevroren moment in die ontwikkeling was.”
“Ik heb ook het gevoel dat mijn stem veranderd is door de jaren. Als ik nu oude opnames hoor, dan klinkt dat niet eens meer als mijmezelf, vind ik. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit bewust heb geprobeerd die te veranderen. vVolgens mij is het gewoon een evolutie geweest.”
enola: Je werd meer zanger dan je was?
Meiburg: “Ik voel me meer zanger. Ik heb geleerd om ze te controleren, beheers nu ademhalingstechnieken.”
enola: Wat mij dan het gevaar lijkt, is dat door die technieken te leren, je zangstijl ook meer gestandaardiseerd wordt. Zoals bij programma’s als The Voice ook slechts één soort zang de juiste lijkt: die akelig perfecte, technisch juiste zang.
Meiburg: “Een beetje. Maar het verhindert je vooral om je stem de vernieling in te zingen. En dat was belangrijk. Een paar jaar terug kon ik niet meer dan vijf concerten op rij doen, of mijn stem was weg. Nu kan ik veel langer blijven doorgaan, omdat ik heb geleerd om hem te onderhouden. En om eerlijk te zijn: iemand zijn stem horen kapot zingen is niet zo aangenaam, het klinkt lelijk. als iemand die wanhopig is.”
enola: Ben je eigenlijk iemand die zich in de studio verliest in details?
Meiburg: “Ik wil het juist krijgen. Op dit moment windt het idee om weer eens een ander instrument te gebruiken me niet meer op. Ik wil het enkel nog doen als het echt belangrijk is. Voor Animal Joy hadden we dan ook gezworen geen orkestinstrumenten te gebruiken. We zouden enkel de band laten spelen, en ik zou dan nog wat overdubs doen. Een paar gasten hebben nog meegespeeld, maar veel minder dan op de vorige platen. Dus meestal hoor je mij spelen, en Danny Reisch, die producete, op drums.”
enola: Geen Thor (Harris , geweldige drummer die op de vorige platen meespeelde, en nu met Swans tourt) meer?
Meiburg: “Neen, hij en Kimberly (Burke, bassiste, mvs) doen deze keer niet meer mee. ’t iIs dus een compleet nieuwe line-up waarmee ik toer. Ik denk dat je die wel leuk zult vinden: ’t is echt een rockband: luid en opwindend. It’s really fun.“
“Danny is echter heel detailgericht, en we hebben ons geamuseerd met het bewerken van de songs, de ritmetracks goed krijgen,..… We wilden niet dat het te perfect zou klinken, het moest organisch klinken, maar het heeft wel perfectionistisch hard werk gevraagd om dat te bereiken. Nogal paradoxaal, ja.”
“De klank van de drums is erg belangrijk. Neem nu “Insolence”, dat een erg mooi ritme heeft dat ontstaan is door twee drumtracks met elkaar te combineren: eentje dat die door Thor is ingespeeld, en een andere door Cully Symington. Ze waren zich compleet niet bewust van de ander, en hebben elkaar ook nooit ontmoet. Ze doen allebei iets anders met het nummer, maar toen ontdekten we dat de twee stukken perfect samen werkten. Dat was een mooi toeval, en we hebben hard gewerkt om het ook helemaal juist te zetten tot het als één drumpartij klinkt. Het dient de mood van het nummer heel hard. Ook “Pushing The River” is gebaseerd op een drumloopje van Thor die dat ik ooit bij hem thuis heb opgenomen op mijn laptop. Dat zit nog steeds in de opname, dat stukje dat hij ooit uit het hoofd inspeelde. Later is hij dat komen overdubben. Ik heb nog nooit zo aan songs gewerkt, en het was erg interessant. Bevrijdend.”
enola: Waarom die ban op orkestinstrumenten?
Meiburg: “Om verschillende redenen. Om te beginnen zijn ze erg duur. (lacht) En daarnaast hebben we dat zo vaak gedaan, en draagt hun afwezigheid bij tot dat gevoel van vernieuwing. Ze maken dingen met hun aanwezigheid vaak ook minder intiem. En als je ze verkeerd gebruikt wordt het al snel goedkoop. De trieste cello bijvoorbeeld; het oercliché. We hebben daar op verschillende manieren tegen gevochten op verschillende manieren op de vorige plaat, waar we tonnen overdubs van de strirjkers hebben gedaan om het orkestraal te maken. Maar deze keer hield ik van het geluid van mijn elektrische gitaar en wilde ik daar meer van horen.”
enola: ’t Is op zich ook een cliché aan het worden: die orkestrale aanpak.
Meiburg: “Yeah well, ik had me destijds voorgenomen om me dat niet aan te trekken, maar inderdaad: iedereen met genoeg geld of strijkerspelende vrienden heeft zo’n geluid tegenwoordig. Het maakt je songs oppervlakkig gezien ook meteen betekenisvol en dramatisch op een bepaalde manier,… terwijl ze dat eigenlijk niet echt doen. (verliest zich) aAnyway: ze pasten gewoon niet op deze plaat.”
enola: Ondertussen blijf je nog altijd biologisch wetenschapper. Heb je dat nodig?
Meiburg: “Ja, ik ben meer een muzikant die als hobby wetenschapper is, dan omgekeerd. Maar ik ben in augustus bijvoorbeeld toch maar weer een maand naar de Falklands geweest om vogels te bestuderen. Ik heb dat nog steeds nodig; niet als inkomen, maar voor mijn eigen gemoedsrust. ’t Zijn ook zo’n zulke prachtige, afgelegen plekken die je te zien krijgt, dat ik mezelf alleen maar gelukkig kan prijzen. Ik wil dit in mijn leven houden zolang als het kan.”
“Maar muziek blijft het belangrijkste. Ik weet niet of Animal Joy het begin van een nieuwe trilogie is, maar het is de start van iets, al weet ik niet wat. Ik heb het gevoel dat ik een nieuw muzikaal leven heb gevonden met deze plaat, en ik wil er nog meer maken. Geen idee echter waar het naar toe gaat. Op dit moment heb ik het gevoel: naar nog meer power. Maar we zien wel.”
Shearwater speelt op zaterdag 1 december in de Botanique in het kader van het Autumn Fallsfestival dat op maandag 26 november begint. Meer info: www.autumnfalls.be