Is muziek de toegangspoort tot de staat Utopia? Kunnen gitaren en elektronica een mistroostig Antwerpen omtoveren tot een Technicolor-eiland waar ego’s worden weggevlakt, ieders problemen vervagen en er gewoon van elkaar genoten wordt? Als Prince Rama en Animal Collective de huisbands worden van het Schoon Verdiep misschien wel.
Argeloze toeschouwers uit zichzelf doen treden, compleet loos laten gaan op hun lo-fi psychrock; daar is het Prince Rama’s Taraka & Nimai Larson om te doen. Daar slaagden de zussen echter slechts bij momenten in. Met een in Sanskriet gereciteerde chant trok Taraka Larson als een mistress of ceremony de set op gang die grotendeels geschoeid was op het nagelnieuwe Shadow Temple. In elkaar vervlochte eighties – synths, tribale ritmes en massieve bas- riffs creëerden een langgerekte etherische track waarop het waarschijnlijk heerlijk blowen is, maar dat zaterdagavond nogal mak klonk. Dankzij de elektro- georiënteerde nummers schoot de vlam toch nog in de pan en wanneer Taraka Larson haar gitaar omgordde, hoorden we een riot grrl-combo overgevlogen uit Tibet.
Naar welke programma’s Animal Collective tegenwoordig luistert, is ons een raadsel, maar dat het radiostation dat die uitzendt huist in een melkwegstelsel hier vér vandaan weten we wel zeker. En dat het in fluorkleuren badende gebit waarin de band musiceerde nog nooit met mondwater gespoeld is, staat ook vast. Keyboardist Avey Tare en co kleuren op het podium immers nog steeds jolig buiten de lijntjes; aan de concertgangers’ verwachtingen blijven ze lak hebben en ook met de songstructuren van op de albums nemen ze nog altijd niet zo nauw.
Dat resulteerde in uiterst eigenzinnige live-uitvoeringen van onder andere “Moonjock” en “Today’s Supernatural”, die klonken alsof Miles Davis vanuit zijn graf Bitches Brew opnieuw opneemt en daarbij aan zijn muzikanten nadrukkelijk de opdracht geeft om er een kakofonie van te maken. Op andere momenten werkte die eigengereide aanpak wél; stotterende beats en door modulation delay gemutileerde percussie in het rond strooiend, gaven drummer Panda Bear en de zijnen een briljante versie van “Monkey Riches” weg en met een al even sterk “Lion In A Coma” kwam het concert van de grond.
Om daar even later weer terug tegenaan te kwakken. “Applesauce” leken ze met tegenzin te spelen en de groep blijkt nieuw materiaal nog steeds tijdens optredens voor te bereiden. Die kakelverse nummers bleken van wisselvallige kwaliteit, maar als het goed zat was het niveau erg hoog. Tegen een achtergrond van wazige, psychedelische visuals verweefden roestige toetsen- en gitaarpartijen zich dan wonderwel met de schizofrene ritmes en bloeiden hermetische brokken psychrock open tot futuristische poppareltjes.
Met een geniaal hertimmerd en als soundtrack bij een kwaadaardig Snorkelsfilmpje fungerend “Brother Sport” zette de groep de laatste twintig minuten in en afgesloten werd er met een al even sterk gebracht “Peacebone”. Dat straffe slot kende tijdens de bisronde met “My Girls” nog een mooie apotheose waarna het viertal met ratelende percussie en kolkende noise afscheid nam. En ons met gemengde gevoelens achterliet: Animal Collective bewees eens te meer enorm getalenteerd te zijn en dat ze wars van alles en iedereen hun ding blijven doen, pleit voor hen. Maar diezelfde koppigheid zorgt ervoor dat ze soms te veel op hun eigen planeet musiceren en ze zich te lang in hun eigen comfort zone wentelen.