Na drie bejubelde live albums werd het hoog tijd dat Angles eens te horen was in België. De verwachtingen die door het recente By Way Of Deception gecreëerd werden, waren bijzonder hooggespannen, maar werden moeiteloos ingelost door een bende die speelde met plezier, gretigheid en een verpletterende energie. Als achteraf zelfs de hardnekkigste zoutpilaar in je omgeving toegeeft even van z’n melk te zijn, dan weet je genoeg. Dit was niet minder dan een triomf.
Ongelooflijk om te beseffen dat Angles nog maar zo weinig speelkansen gekregen heeft. Het is nochtans een band die zowel tegemoet kan komen aan de honger naar avontuur van de hardcore liefhebbers, als de nieuwsgierigheid van de meer toevallige luisteraar. De band werkt met opzwepende ritmes, meeslepende melodieën, majestueuze harmonieën en heeft vooral, en dat onderscheidt hen van veel vergelijkbare bands die in diezelfde vijver vissen, bakken soul en emotie in de aanbieding. De muziek van Angles, waarin invloeden uit de meest uiteenlopen uithoeken samengebracht worden tot een soms overrompelende combinatie, overtuigt zelfs de meest geharde scepticus. Dit concert was dan ook maar een stap in een groter verhaal dat nog gaat komen.
Vanaf opener “Dactyloscopy” werd het vuur aan de lont gestoken, met gespierde salvo’s die door een front van vijf blazers afgevuurd werden. Leider/altsaxofonist Martin Küchen fungeerde daarbij als de sergeant die z’n manschappen door een met mijnen bedekt terrein gidste, voortdurend heen en weer wiegend, aanmoedigend, sturend en roepend. Met trompettisten Goran Kajfes en Magnus Broo, trombonist Mats Äleklint en bariton- en sopraninosaxofonist Eirik Hegdal beschikte hij dan ook over volk dat moeiteloos mee kon en wilde in zijn verhaal. Ultrastrak waren de blaaspartijen zelden, maar dat is ook niet de bedoeling, omdat het een voortdurend geschuif van insteken is, waarbij die lichte oneffenheid de muziek net die rauwe stuwing en levendigheid bezorgen.
In die opener zorgde de kracht voor een bijna chaotische impressie. Die zou later meer naar de achtergrond verdwijnen, omdat de richting van de Anglescomposities doorgaans duidelijk uitgestippeld wordt. Dat het de vrijheid van de band toch niet belemmerde, is een collectieve verdienste. “By Way Of Deception” was slechts een van een resem stukken die teren op een niet kapot te krijgen groove, waarbij de swingende en soms ophitsende arrangementen steeds blijven evolueren en je plots tegen een muur van machtige harmonieën laten aanbeuken. In de voluptueus pompende stukken, als de negen er allemaal tegelijk tegenaan gingen, was het een beetje zoeken naar pianist Alexander Zethson, maar die kreeg ook een paar schitterkansen.
Zo zat in het machtige “Today Is Better Than Tomorrow”, dat na verschillende versies van Angles en Küchens Trespass Trio opnieuw grondig verbouwd werd, een passage waarin Zethsons spel haast fragiel dwarrelde over een hyperintens schetterende solo van Broo. Was die bij een vorige passage van Atomic in Hasselt nog de minst opvallende figuur, dan drukte hij deze keer z’n stempel op het concert, met een paar emotionele krachttoeren die de al meeslepende muziek van Angles nog intenser maakte. In de tweede set maakte hij je in “In Our Midst” wijs dat je ergens op een of andere Spaanse vlakte zat, zo sterk werd je meegezogen door de kleurrijke melange van de band.
Opmerkelijkst van al was echter de opener van die tweede set. Een nieuw nummer, eigenlijk niet meer dan een schets, een veredelde jam, werd door rollende piano en drums op gang gebracht om vervolgens uit te groeien tot een feest van bedwelmende ritmes, meer Fela Kuti dan Charlie Haden. Een wereld van verschil met de stugge abstracties van veel freejazzbands. Angles dat label opkleven doet de band dan ook tekort: de negen maakten een trip door Zuid-Europa, de Balkanregio, Afrika en hier en daar zelfs het Midden-Oosten, met dramatisch gewicht, passie en een machtige groove, die door bassist Johan Berthling en drummer Andreas Werliin (invaller voor Kjell Nordeson) steeds bleef rollen en rollen. Stukken zouden zo eindeloos kunnen verder malen.
Net als op het recente album werd afgesloten met “Let’s Tear The Threads Of Trust”, dat nog eens het hele gamma smenvatte, van fijnzinnig samenspel (met een prachtig scharniermoment van Zethson en vibrafonist Matthias Ståhl) tot majestueuze grandeur. Het was alsof zich een breedbeeldfilm voor je netvlies ontplooide. Het is muziek die, zonder ooit goedkoop of plat te worden, recht op het hart afgaat en je moet dan ook een zielloze kwast zijn om dit niet te voelen. De reactie van het publiek was dan ook navenant, en de band repliceerde een laatste keer met een opzwepende versie van “Every Woman Is A Tree”, dat uitgroeide tot misschien wel het hoogtepunt van de avond. De machine daverde nog harder dan tevoren en de samenzang aan het einde was de kers op de taart. De brede grijns en omhooggestoken vuisten van Küchen spraken boekdelen.
Het overwegende gevoel was dan ook dat deze band gewoonweg te veel in huis heeft om een snoepje van een handvol hardcore liefhebbers te blijven. Zet dit op Gent Jazz en het dak gat eraf. Zet dit op Jazz Middelheim en de tent staat op z’n kop. Zet dit op eender welk jazzfestival, en organisatie en publiek worden eraan herinnerd wat muziek ook kan zijn: een spannend feest van uitbundigheid en kleur, een emotionele achtbaanrit, een stomp in de maag. Zo compleet komen ze zelden aan de meet. Angles is de te kloppen band van het moment.