Na Felix van Groeningen staat mij normaal gezien hoofdrolspeelster Veerle Baetens te wachten, maar die is nog aan een interview bezig. Johan Heldenbergh, die de mannelijke hoofdrol vertolkt en aan de basis lag van het originele toneelstuk The Broken Circle Breakdown feat. The Cover-Ups of Alabama, heeft net een interview afgerond. Hij komt met een wit wijntje aan mijn tafel zitten, bestelt snel nog even een espresso (ik houd het bij een tweede colaatje) en heeft er van mijn drie gespreksgenoten duidelijk nog het meeste zin in. De tevredenheid over het eindresultaat straalt van zijn gezicht, en nadat hij even een telefoontje van Joke (Devynck, veronderstel ik) beantwoordt – ‘Vroeger belden ze mij voor vanalles; Stany Crets heeft mij ooit midden in de nacht opgebeld om naar de naam van een bepaalde acteur te vragen’ – en vraagt voor welk magazine ik schrijf – ‘Enola? Alright, laat maar komen!’ – stel ik mijn eerste vraag.
enola: U lag aan de basis van de originele The Broken Circle Breakdown. Bent u tevreden met het uiteindelijke eindresultaat van de film?
Heldenbergh: Ja, heel erg tevreden. Als je zo’n stuk schrijft en maakt, verwacht je niet dat dit het gevolg daarvan gaat zijn. Totnogtoe heb ik bij het creëren van toneelstukken nooit met die vraag moeten bezig zijn, maar nu had ik bij het schrijven al een beetje het gevoel: ‘Hier zit een film in’, en hoopte ik dat die of die regisseur kwam kijken, en dan zelf een verfilming zou voorstellen. Alleen had ik meteen ook het gevoel dat een film met zo’n thema, en zo’n muziek, al snel een typische weekendfilm zou worden, het type Amerikaanse C-film over ongeneeslijk zieke kindjes… Lorenzo’s Oil, ken je die film? Nick Nolte en Susan Sarandon, een vader die zijn een geneesmiddel wil ontwikkelen voor zijn zieke zoontje – dat soort prent. En uiteindelijk is het dan Felix die je dat vraagt, en ik dacht: ‘Dit gaat geweldig zijn’. Met Felix wist ik dat de kans op zo’n weekendfilm het kleinst was. Ik ken Felix ook goed, ik weet dat hij lang over zo’n dingen nadenkt, zijn projecten grondig voorbereidt, en ik had dan ook veel vertrouwen in hem. Er was echter één ding dat ik me niet kon voorstellen, en dat is dat de emotie van dat toneelstuk – sommige mensen zaten te wenen tijdens de voorstelling – even krachtig zou zijn in de film. Dat Felix die emotionele lijn zou weten te vinden, en dan nog zo accuraat, zoals ik het heb ervaren bij het spelen en schrijven van het stuk, dat had ik niet gedacht.
enola: Felix van Groeningen vertelde mij net dat hij de garantie op volledige carte blanche wilde alvorens het stuk te verfilmen. Was het moeilijk om uw geesteskind af te staan aan Felix Van Groeningen en hem er zijn eigen ding mee te laten doen?
Heldenbergh: Nee, want mijn bewondering voor Felix is even groot als mijn vertrouwen in hem. Ik weet wie hij is, ik heb al twee keer met hem samengewerkt, ik weet wat hij er allemaal voor doet…
Ik vind ook dat, wanneer iemand met zo’n idee naar jou komt, je hem niet kan verbieden daar een geheel eigen interpretatie van te maken. ’t Is net zoals ik nu, als theatermaker, een monoloog van pakweg Peter De Graef opnieuw zou willen spelen: ik zou óók het recht willen hebben om die op te voeren zoals ik dat wil doen. Het feit dat ik dat wil doen, is voor mij haast belangrijker dan dat ik het effectief doe, en het feit dat Felix dat wil doen, impliceert dan ook dat hij de volledige vrijheid krijgt. Voor mij was er geen sprake dat ik op dat moment inspraak zou hebben in het scenario. Ik zou het ook heel slecht gedaan hebben, want ik heb niet genoeg afstand ten opzichte van de voorstelling om die in een andere taal te gieten, wat nodig is voor een film; de kunst van filmmaken is een verhaal vertellen met zo weinig mogelijk woorden, en dat is bijna het omgekeerde van theater maken. Vandaar dat ik ook geen inspraak wilde.
enola: Het is nu de tweede keer dat u in de huid van Didier kruipt. Verschilde uw benadering veel ten opzichte van de oorspronkelijke theaterrol?
Heldenbergh: (denkt na) In de film zit er een scène dat ik in de Roma, in de grote zaal met 800 man, mijn mening voor de hele zaal begin uit te roepen: dat is min of meer zoals ik gespeeld heb in de voorstelling. Naar een groot publiek toe, groot spelen, roepen en tieren… Voor alle andere scènes in de film heb ik dat kleiner moeten spelen, naar beneden moeten trekken en moest ik niet bezig zijn met het publiek of met het vertellen, zoals dat in theater wel het geval is. Bij film is dat niet; bij film ben je alleen in een kamer, en is er een getuige. Een zeer bevoorrechte getuige, die je langs alle kanten filmt, met verschillende lenzen, in close-up… Het enige wat je dan moet doen als acteur, is je personage te zijn, en je niets van je publiek aan te trekken. In theater kan dat niet: dan lopen de mensen weg, dat is gewoon saai.
enola: Vindt u acteren in een film niet lastiger dan op de planken? In een toneelstuk kan je gewoon anderhalf uur aan een stuk een personage vertolken, terwijl je in een film altijd opnieuw in en uit je rol moet kruipen.
Heldenbergh: Voor een acteur is dat inderdaad normaal gezien de moeilijkheid van acteren in een film, maar ik kan er in dit geval niet echt van meespreken: ik kende de boog van het begin van de film tot het einde heel goed, omdat ik ze in de voorstelling al zo vaak gemaakt had. En daarom kostte het niet echt moeite om het juiste punt in het verhaal te vinden, ook op emotioneel vlak.
enola: Aan het begin van de film noemt Didier Amerika ‘een land voor dromers, waar je helemaal opnieuw kan beginnen’, en tegen het einde trekt hij behoorlijk stevig van leer tegen Bush en de conservatieve godsdienstbeleving van de Amerikanen. Is die schizofrenie tekenend voor dat personage?
Heldenbergh: Didier is als atheïstische cowboy op zich natuurlijk al een vreemd, dubbel personage. En het is natuurlijk ook dikwijls zo dat als degene die je het liefste ziet op heel de wereld u ne kloot aftrekt, dat veel meer zeer doet dan wanneer iemand die je niet kent je achter je rug beledigt. Als je ergens van houdt, zoals Didier van Amerika houdt, komt de schaduwzijde daarvan extra hard aan, en kan je daar heel erg kwaad op zijn. Ik denk dat Didier de droom die Amerika ooit was fantastisch vindt, maar het verschil met de realiteit nu is zo groot… Juist omdat die droom zo groot was, en zo schoon was, en zo echt was – de kijk van de oorspronkelijke Amerikanen op vrijheid en individu bepaalt ons nu nog altijd, en wij zijn daar op één of andere manier ook schatplichtig aan – ergert Didier zich zo aan de manier waarop het woord vrijheid nu gebruikt wordt in Amerika: geen belastingen willen betalen, te allen tijde een wapen in huis hebben en het te allen tijde kunnen gebruiken, geen abortus mogen plegen, zelfs niet na een verkrachting, kinderen niet mogen genezen omdat die vrijheid dan weer wordt verleend door God… Ik, als zijnde Johan, stel me daar veel vragen bij, en Didier nog veel meer, omdat die zo in Amerika gelooft. Dramaturgisch heb je dat ook nodig: die liefde en die haat waarin Didier zich verliest.
enola: The Broken Circle Breakdown is in dat opzicht ook niet geheel gespeend van een bepaalde ideologie: ben je niet bang dat de mensen de film als een ideologisch pamflet zien, of moet dat debat juist opengetrokken worden?
Heldenbergh: Van alles wat ik ooit gemaakt heb in mijn leven, vind ik dit het minst een ideologisch pamflet, maar in mij zit gewoon de neiging om dat te doen. Alles wat ik doe is met een opgestoken wijsvinger en een vertolking van mijn mening. Ik heb dat nodig, voor mij is dat de start van alles wat ik maak: ik zie niet in waarom ik iets zou maken als ik dat niet mag doen. Ik heb dat ook graag, dat andere regisseurs of theatermakers zo werken.
enola: In De Ronde moest u dan, ironisch genoeg, wel een conservatief, Vlaams-nationalistisch personage vertolken.
Heldenbergh: Dat klopt, maar ik heb hem dan wel zo gespeeld dat je er een beetje medelijden mee hebt, dat je er een beetje mee lacht, en dat is voor mij ook een statement. Als ze mij zoiets vragen, heb ik daar geen enkel probleem mee, maar ik verdedig het personage dan ook niet. Als ze mij zouden vragen om Hitler of Stalin te spelen, zou ik dat ook doen, maar dat wil niet zeggen dat ik die personages ga verdedigen. Ik ga wel op zoek naar de drijfveer van die mensen, maar al zou ik op een punt komen dat ik ze voor een stuk begrijp, ik zou hen zeker niet verdedigen – mijn ideologie zou me dat niet toelaten.
Op dezelfde manier als ik is ook Didier een heel ideologisch personage, maar uiteindelijk blijft het verhaal over Elise en Didier veel belangrijker dan alles wat Didier te zeggen heeft. Het feit dat hij zo roept en zo woedend is, toont ook alleen maar aan dat het niet goed gaat tussen die twee, omdat ze hun dochtertje hebben verloren en allebei op een andere manier met dat verdriet omgaan. Zij zet altaartjes op voor hun dochtertje, terwijl hij net denkt: ga met dat verdriet om, in plaats van je zo te verliezen in dat soort vluchtgedrag. Het is voor hen onmogelijk om dat verdriet te delen, of door dat verdriet samen te komen, en daar gaat de film meer over dan over de ideologie van Didier.
enola: U heeft de rol van Didier ontelbare keren tegenover Mieke Dobbels vertolkt (de actrice die Elise/Alabama speelde in de toneelvoorstelling), en nu moest u tegenover Veerle Baetens spelen. Was die overgang vanzelfsprekend?
Heldenbergh: Zoiets is natuurlijk wennen, dat is nooit vanzelfsprekend. Tijdens de audities vond ik zelf dat ik het best met Mieke had gespeeld, ik vond het fantastisch om dat met Mieke te doen…
enola: Er is dus op een bepaald moment sprake van geweest dat Mieke Dobbels de rol in de film zou hernemen.
Heldenbergh: Het was voor ons al stevig schrikken toen Felix audities wilde doen voor de rol van Elise/Alabama. Maar gebaseerd op wat ik nu weet over de Alabama die Felix wilde zien, en die Veerle inderdaad mee heeft genomen in de audities, weet ik dat dit de juiste keuze was. Ik was aanvankelijk echt heel ongelukkig, ik durfde het ook niet zeggen tegen Mieke, maar het is gelopen zoals het moest lopen voor de film. De eerste keer dat Veerle en ik samen speelden, was het ook echt aftasten, maar toen we tijdens de muzikantenaudities samen een liedje moesten zingen, zat het op de een of andere manier wel meteen goed. En de eerste week dat we moesten filmen, tijdens de opnames in het ziekenhuis, zat het er meteen boenk op: direct vol emotie, het klopte gewoon vanaf draaidag één.
enola: Is de invloed het verschil tussen de manier waarop Mieke Dobbels en Veerle Baetens de rol invullen groot op de manier waarop u uw rol invult?
Heldenbergh: De basis daarvan is dat de Didier uit de film anders is dan de Didier uit het toneelstuk. De Didier die verliefd wordt op Mieke Dobbels’ Alabama, is een heel andere mens dan de Didier die verliefd wordt op Veerle haar Alabama. Doordat die twee Alabama’s zo verschillen, verschilt ook de persoon die op hen verliefd wordt. De Didier uit de film is ook veel meer rock-’n-roll, en veel strijdbaarder.
Daaronder blijft natuurlijk alles Johan: alles wat Didier is, is zoals ik mij zou gedragen mocht ik verliefd worden op zo’n Alabama. Dat is de basis, maar de nuances verschillen naargelang de Alabama waarop Didier/Monroe verliefd wordt.
enola: Het valt ook op dat, met betrekking tot uw filmcarrière, u zelden echt een volwaardige hoofdrol vertolkt: in Steve+Sky en De helaasheid der dingen vertolkt u steeds eerder een belangrijke bijrol.
Heldenbergh: Ik vertolk vaak een derde rol: in Steve+Sky draait alles rond Titus De Voogdt en Delfine Bafort, en ben ik het derde personage, Jean-Claude; in Aanrijding in Moscou staat de relatie tussen Barbara Sarafian en Jurgen Delnaet centraal, en ben ik het derde personage dat voor een probleem zorgt…
enola: Inderdaad, en nu vertolkt u zelf een van de twee centrale rollen. Voelt dat anders aan, zo’n dragende rol?
Heldenbergh: Dat is fantastisch. Ik had het er ook een beetje mee gehad, met steeds nummer drie te zijn. Er wordt mij vaak gezegd dat ik ‘groot’ speel, maar dat komt doordat ik toneelschrijver ben en dus dramaturgisch denk, en doordat ik mijn personage dramaturgisch benader. Waarom zit dat personage erin, wat is zijn functie? En de functie van veel van mijn personages is tegengewicht geven, en aan de andere personages trekken, wat van hen meestal lichtjes onaangename figuren maakt. In Steve+Sky heb je Steve, Sky, en Jean-Claude, die heel de film aan Steve trekt: laat die Sky nu zitten, en werk met mij samen. In Aanrijding in Moscou gebeurt hetzelfde: mijn personage probeert Barbara er de hele tijd van te overtuigen om bij hem te blijven, terwijl de rest van de wereld denkt: ga toch met die camionneur mee. Als je van die onaangename rollen vertolkt op de manier zoals ik doorgaans speel, hebben de mensen al snel iets van: da’s gene wijzen. En nu mocht ik een rol spelen waarmee de mensen mogen meegaan – ook niet altijd even gemakkelijk in de omgang, omdat hij verdriet heeft, maar wel een personage waarmee je meevoelt. En het was zo fijn om eens niet dramaturgisch te hoeven denken en gewoon emotioneel je verhaal te mogen vertellen… Ze mogen mij altijd voor zo’n rol vragen, en dat zeg ik niet uit carrièreoverwegingen.
enola: Na Steve+Sky en De helaasheid der dingen is dit al uw derde samenwerking met Felix van Groeningen. Mogen we ons dan ook aan een vierde project van jullie beiden verwachten?
Heldenbergh: Ik hoop van wel, want als alles mee zit, gaan we toch nog een tijdje leven. Wat ik echter zeker weet, is dat ik niet in Felix’ volgende film zit. Dat is gewoon zoals Felix denkt: hij wil niet dat de mensen hem aan een soort fetisjacteur linken, terwijl hij zeker geen fetisjacteur heeft. Hij wil gewoon de juiste acteur voor de juiste rol, maar voor een rol kunnen er zoveel verschillende juiste invullingen zijn. Koen De Graeve, bijvoorbeeld, is een zeer goede gitarist, en had ook een voor de hand liggende keuze geweest om die rol te vertolken in The Broken Circle Breakdown, maar na Dagen Zonder Lief en De helaasheid der dingen, had Felix iets van: nu even niet. Na Steve+Sky heeft hij ook met een volledig andere cast gewerkt voor Dagen Zonder Lief, maar bij De helaasheid der dingen heeft hij mij toch weer gevraagd om mee te werken, en nu was ik waarschijnlijk de enige optie omdat acteurs die ook banjo spelen dun gezaaid zijn in Vlaanderen. Bij de volgende zal ik dus waarschijnlijk niet meespelen, hoewel ik direct zou afkomen mocht hij me bellen.
enola: Zijn er nog regisseurs die u te allen tijde mogen opbellen voor een rol?
Heldenbergh: Met Christophe Van Rompaey heb ik ook wel iets speciaals, omdat Aanrijding in Moscou zo’n goede film is geworden, en ook zijn nieuwste, Lena, vind ik vree schoon, maar Felix ken ik toch nog beter. Hem vertrouw ik blindelings, en dat heb ik met heel weinig mensen; bij andere regisseurs hangt het toch af van waar ze mee afkomen, maar voor een rol in een film van Felix zou ik altijd tekenen.
Wij kijken alvast uit naar jullie volgende samenwerking. Bedankt voor het interview!
Lees de filmbespreking
Lees het interview met Felix van Groeningen
Lees het interview met Veerle Baetens