Slechts een week bleef de film in één New Yorkse bioscoop hangen, en toen was hij weg. Na het winnen van de FIPRESCI-prijs bij het Internationaal Filmfestival Rotterdam vorig jaar verdween Kleber Mendonça Filho’s debuutfilm O Som Ao Redor, of Neighbouring Sounds, welhaast onmiddellijk onder de radar. Nu er plots een nieuwe Nederlandse releasedatum voor de film genoteerd staat voor eind september lijkt er weer hoop te zijn op een grotere zegetocht voor dit Braziliaanse kunststukje (hoewel er in België nog geen verdeler gevonden is). Niet meer dan verdiend, want Neighbouring Sounds zou best wel eens de beste film van het jaar kunnen zijn.
De grootste kracht van de film is het gemak waarmee de regisseur en zijn bekwame cast en crew om de valkuilen van de Zuid-Amerikaanse arthousefilm heen zwaaien. Over de loop van de afgelopen twee decennia hebben filmfestivals wereldwijd een zware stempel weten te drukken op het soort film dat vanuit relatief obscure niet-westerse filmindustrieën het internationale publiek wist te bereiken. Neighbouring Sounds vermijdt de clichés van grimmig realisme, viezige seksscènes en eindeloos zwaarwichtige thematiek die in de ogen van veel festivalprogrammeurs de Braziliaanse cinema “tekenen”, maar tegelijkertijd het grote publiek ervan weg blijven houden. Neighbouring Sounds is gelaagd, beklemmend, en aan de trage kant, maar tegelijkertijd spannend, overdonderend en onverwacht grappig.
Over de loop van een ruime twee uur volgt de film, in drie “hoofdstukken”, leden van een bepaald stratenblok van voornamelijk goedkoop gebouwde wolkenkrabbers in Recife aan de Braziliaanse kust. Centraal staan de gefrustreerde huisvrouw Bia die het onophoudelijke geblaf van de hond van de buren niet kan verdragen; de verveelde jonge makelaar João, die alleen energie haalt uit zijn nieuwe vriendinnetje, Ana; João’s grootvader Francisco, die het merendeel van het vastgoed in de regio bezit; João’s neef Dinho, een van het rechte pad gevallen diefje; en een trio mannen, onder leiding van Clodoaldo, dat voor een nieuw beveiligingsbedrijf schijnt te werken en besluit om ‘s nachts de buurt in de gaten te houden. Al snel blijkt de komst van deze nieuwe en ongevraagde segurança juist het slechtste en meest achterdochtige in de buren naar boven te brengen.
De komst van dit beveiligingsteam blijkt als een kiezeltje in een vijver. Naarmate de film vordert worden de kringen in het water groter en heviger tot zij uiteindelijk met vol geweld op de kant slaan. Regisseur Filho, een voormalig filmcriticus, leidt de film vanaf de openingstitels met vaste hand naar zijn onvermijdelijke climax toe, maar verdiept zich in de tussentijd met zo veel passie in ál zijn personages dat de kijker meer dan eens op het volledig verkeerde been wordt gezet. De sfeer in de film is vaak zo onheilspellend en bevreemdend dat je meer dan eens tegelijkertijd lacht en huivert. Het ene personage loopt ’s nachts eventjes de oceaan in, iemand anders rookt wiet in een kinderkamer en blaast het stiekem uit in een stofzuiger, en ondertussen waren er ’s nachts figuren rond op de daken.Dit alles gaat gepaard met een bijzonder creatieve en meeslepende cameravoering met veel gevoel voor beklemmende bewegingen en een heerlijk gebruik van zooms, een techniek die sinds de jaren zeventig vrijwel in onbruik is geraakt. Maar waar deze tragikomische thriller de meeste punten op scoort, is de manier waarop de kijker in een alomvattende wolk van geluiden en donkere ondertonen wordt gehuld. De meest alledaagse straatgeluiden worden geïsoleerd van al het andere lawaai en krijgen plotseling een spookachtige, verontrustende betekenis. Een industriële dreun keert bij tijd en wijle op uitgekiende momenten terug en doet je nekhaartjes ten berge rijzen.
Wat Neighbouring Sounds zo bijzonder maakt, is hoe Filho erin slaagt om van al deze verschillende verhaaltjes en technische elementen een volledig coherente ervaring te maken waar je als kijker op erg aangename wijze in verdrinkt. Pas wanneer je een paar seconden pauze krijgt als er een tussentitel van een “hoofdstuk” in beeld verschijnt, word je je ervan bewust hoe meesterlijk Neighbouring Sounds in elkaar gepuzzeld is. En wanneer deze Braziliaanse stoomtrein dan uiteindelijk bij zijn eindstation aanbeland, is de uiteindelijke mokerslag eentje die je in je hoofd én hart voelt, zonder dat je je bedrogen voelt door een zelfverklaard intellectuele filmmaker.
Neighbouring Sounds staat nergens, zoals bij zo veel festivalfilms het geval is, zijn bestaansrecht te verdedigen. Filho heeft de zelfverzekerdheid om recht door zee te gaan en simpelweg een goed verhaal op een ijzersterke manier te vertellen, zonder ooit te knipogen of de kijker onderuit te trekken (och, postmodernisme, houd daar nu toch eens mee op!). De Braziliaan heeft een oprechte, licht magisch-realistische studie naar mensen en sociaal gedrag gemaakt, en tegelijkertijd, onder de huid, naar het wezen van cinema zelf. Laat dat de pret vooral niet bedrukken: Neighbouring Sounds blijft nog wel even in je hoofd rondspoken. Had ik al gezegd dat het zo maar eens de beste film van het jaar zou kunnen zijn?