Het zesde album van de Canadese vuilbekkende bluesrocker maakt spijtig genoeg de profetische titel waar. De rock-‘n-roll van Danko is misschien nog niet helemaal uitgeteld, maar vertoont ondertussen toch te veel voze plekken.
Onze eerste ervaring met Danko Jones was een onvergetelijk concert in een smoorhete Pinkpoptent, ongeveer tien jaar geleden. Na het beluisteren van Rock AndRoll Is Black And Blue twijfelen we er jammer genoeg aan of Danko met zijn nieuw werk nog steeds een publiek tot dergelijke hoogtes kan opzwepen. Enkele jaren geleden bleek al dat het verschroeiende tempo en de ongebreidelde (seksuele) energie van Born A Lion en We Sweat Blood niet vol te houden waren. De keuze om dan een wat lichtere versie van zijn eigen oermateriaal te fabriceren leverde tot op heden niet al te veel memorabele nummers op. Het lijkt nu alsof hij dat diep vanbinnen zelf ook wel beseft, maar nog in een ontkenningsfase verkeert.
Openingstrack “Terrified” heeft een zoetzuur poppy refreintje en een halfdiepzinnige tekst, maar blijft niet hangen. Het is pas bij de derde track, “Legs”, dat je de oren even spitst. Uiteraard omdat Dankohier zijn vertrouwde terrein betreedt: de wereld van het onderrokse en haar mysterieuze aantrekkingskracht. We kunnen er echter niet omheen dat de testosteronspiegel van deze benenman duchtig gedaald moet zijn sinds hij het stomende “SheMakes Me Forget My Name” opnam. Ook in de andere nummers over de andere kunne doet hij eerderdenken aan een oude bok dan aan een geile dekhengst. Met “She’s My Type Of Girl” kan hij misschien nog een paar debutantes overtuigen, waar hij vroeger met zijn “Lovercall” nog de ervaren dames van het glazen straatje kon doen blozen. De titel “YouWear Me Out” biedt mogelijk de verklaring voor dit verval, al bevat het nummer zelf trouwens wel nog een paar aardige blueslicks.
We mogen er trouwens luidop aan twijfelen of deze kritiek hem wel kan raken. “I Don’t Care” is immers één van de sterkere tracks op dit album. Het is een relatief snel en bitsig punky rocknummer waarin Danko zowel zijn stem als zijn gitaar voor een keer met passie en power inzet. Enfin, daar gaan we toch van uit, want de zoutloze productie is er niet echt op gericht om de cojones aan deze nummers — als ze er al zijn — goed tot hun recht te laten komen. Een snuifje punk horen we trouwens wel vaker op dit album.
Wat zijn meningen over van alles en nog wat betreft is hij natuurlijk al langer een uitgesproken punk en ook deze keer is hij erg openhartig. In “Always Away” gaat het over de zware kanten van zijn rusteloze bestaan. Het is echter moeilijk om hiermee te sympathiseren als het op zo een weekhartige, Dave Grohl-manier wordt gebracht. In “I Believed In God” zet hij wel op geslaagde wijze uiteen hoe hij van zijn geloofis gevallen. Ondanks een overbodig kerkorgeltje zorgt het nummer voor een sterk slot.
De slotsom is bijgevolg niet erg positief. In slechts drie à vier nummers klinkt het resultaat van de ideeënrecyclage sterk genoeg om wat langer te blijven hangen. Als rock-‘n-roll echt bont en blauw gemept is, dan zullen platen als deze in ieder geval niet helpen om de verdediging ervan op te nemen. Er staan te veel richtingloze nummers op en het geprul met pop en radiorock leidt meestal niet tot een interessant resultaat. Je kan begrijpen dat Danko Jones zelf geen zin meer heeft om nog meer van die knalharde bluesrockte maken waarbij de stoom hem uit de oren komt, maar deze verzameling halfslachtige rocknummers is toch ook geen oplossing. Vooral niet omdat je wel hoort dat er nog steeds een viriel mannetje achter schuilgaat, maar dat het nu even niet gepast werd gevonden om voluit te gaan. Hopelijk staat hij er live nog steeds, want dat was toch altijd al de grootste aantrekkingskracht van Danko Jones.