Hoewel hij in de meer dan tien jaar dat hij al actief is onder muzikaal alterego (MF) DOOM (ja, dat moet in hoofdletters, zie de nummers “All Kaps” en “Still Caps”), een erg grote populariteit geniet, blijft Daniel Dumille een van de vreemdste figuren in hiphopland. Zo verschuilt hij zich steevast achter zijn metalen masker (de MF stond voor Metal Face), verwijst hij naar zichzelf met “he” en behandelen zijn teksten naast totale nonsens ook onder meer de geneugten van smakelijk voedsel en op comics geïnspireerd futurisme.
’s Mans meest gelauwerde wapenfeit totnogtoe is ongetwijfeld Madvillainy, de voorlopig enige plaat (er wordt al bijna een decennium gepraat over een vervolg) die hij met Madlib achter de knoppen maakte. Het lijkt dan ook haast onmogelijk om ’s mans nieuwste boreling Key To The Kuffs te bespreken zonder een vergelijking te trekken met dat eerdere meesterwerk. Ook hier bundelde Dumille namelijk de krachten met een van de meest spraakmakende muzikanten uit de hedendaagse hiphopwereld: Jneiro Jarel (u mogelijk bekend van het futuristische Shape Of Broad Minds, als Dr. Who Dat of gewoon onder eigen naam). Het hoeft dan ook niet te verbazen dat deze debuutplaat zich veel meer laat vergelijken met Madvillainy dan met DangerDoom waarop DOOM samenwerkte met Dangermouse. Of met het eerder dit jaar verschenen MA DOOM: Son Of Yvette, waarop hij zelf de productie verzorgde voor Masta Ace.
Dat DOOM en Jarel elkaar wel mogen is overigens geen verrassing; DOOM speelde eerder al gast op een handvol tracks van Craft Of The Lost Art en het futuristische in de muziek van beide zorgt ongetwijfeld voor veel common ground. JJ DOOM werkt veel met contrasten door harde, energetische, vaak met geluiden volgestouwde beats tegenover DOOM’s lome raps te plaatsen. Dat zorgt voor een spanning die in veel nummers tot uitstekende resultaten leidt, zoals in “Banished” waarin een stuwende, met bassen overladen beat voortraast terwijl DOOM slechts met moeite het tempo kan bijhouden en sneller rapt dan we hem totnogtoe al hoorden doen. Ook openingstrack “Guv’nor” is gezegend met een ontzettend lekkere groove terwijl DOOM meteen het thema van de plaat op zijn typische half cryptische, half humoristische manier tentoonspreidt.
Key To The Kuffs handelt tekstueel voor een groot deel over DOOM’s persoonlijke belevenissen als expat tegen wil en dank (noem hem gerust een soort “banneling”) in Londen. Daar strandde hij nadat hij door allerhande problemen in verband met zijn visum niet meer toegelaten werd in de Verenigde Staten na een Europese tour. Referenties naar Britse gewoonten, cockney slang en culturele eigenaardigheden zijn dan ook legio, gaande van het vernoemen van allerlei plaatsen tot lijnen in Shakespeariaans Engels, maar vormen niet het enige tekstmateriaal. Zo zijn er ook nog steeds talloze vermeldingen van cartoon figuren, een hele resem classic punchlines en in de track “Winter Blues” zelfs een behandeling van de winterdepressies waar DOOM geregeld mee kampt.
Hoe goed of entertainend de teksten ook zijn (de meest diepzinnige rapper ooit kan DOOM echter bezwaarlijk genoemd worden), de echte ster van JJ DOOM is Jneiro Jarrel die een collectie wijd uitwaaierende beats aflevert die even goed op zichzelf hadden kunnen staan. Zelf ook een begenadigd mc, zoals zijn solowerk al meermaals aantoonde, beperkt hij zich hier vocaal tot slechts enkele korte bijdragen, zoals in “Dawg Friendly” waar DOOM niet eens op te horen valt. De plaat bewijst ook vooral dat DOOM op zijn best is wanneer hij de volledige productie van zijn platen uitbesteedt aan andere producers. Zo toonde MA DOOM: Son Of Yvette eerder dit jaar nog dat DOOM op zichzelf een luilak van formaat is die liever oudere beats hergebruikt dan nieuwe te maken.
Key To The Kuffs is een uitstekende plaat, maar voor geen van beide leden van JJ DOOM is het hun beste release. De plaat vloeit niet even goed als Madvillainy en is ook niet even ambitieus als Craft Of The Lost Art. Dat gezegd zijnde is het wel een bijzonder sterk album (de kwaliteit van voorgenoemde platen was dan ook torenhoog), dat zonder moeite DOOM’s andere werk dit jaar achter zich laat. Nu maar hopen dat die tweede Madvillain-plaat snel het daglicht zal zien.