Postrock strontvervelend? Zeker niet in het geval van Mono, maar daarom is zijn zesde plaat For My Parents nog geen meesterwerk.
Herinnert u zich nog Hymn To The Immortal Wind? Wellicht schiet er u geen ander postrockmeesterwerkje uit 2009 te binnen — enkel Russian Circles kwam in de buurt en 65daysofstatic, dat was toen al geen postrock meer — want wat was me dat een episch, subliem plaatje. Mono verbaasde vriend en vijand met filmische, emotionele arrangementen. Instrumentale muziek om in één klap een krop in de keel, kippenvel én hartkloppingen van te krijgen.
Van even epische proporties is For My Parents. Volgens sommigen is de plaat wellicht nog stukken epischer, maar niet even subliem — ondanks de symfonische bijdragen van het World Music Orchestra. Mono leunt meer dan ooit aan bij de groteske postrock-meets-soundtrackstijl, en dat doet ons twijfelen.
Nochtans begon de plaat goed, zeer goed. “Legend” kan gerust een goddelijke opener worden genoemd. Jawel, dit is weer eens met klassieke strijkers doorspekte postrock, maar wel om van te snoepen. Je waant je net als in de bijhorende video, met IJslandse landschappen in de middernachtzon, in een sprookjesachtig paradijs.
Nog meer pure passie in “Nostalgia”, dat opgebouwd is rond bijna bloedstollende gitaarmelodieën. Het nummer is als een langzaam aanzwellende emotionele catharsis, maar geen alles opslorpende draaikolk. Dat is iets van vroeger, toen de pakken distortion nog écht verschroeiend klonken. Niettemin: opnieuw een heerlijke brok filmische postrock.
De gitaren in “Dream Odessey” kabbelen aanvankelijk voort met mooie pianoklanken, als Explosions In The Sky in zijn meest feeërieke gedaante; afwisseling troef dus op deze Mono. Wanneer het nummer danig voorspelbaar openbloeit, is actief luisteren al moeilijker. Een vreselijk romantische filmscene zou deze postrock alvast meer tot zijn recht laten komen. Want geef toe: aan met elkaar verstrengelde pianopassages, gitaarlijnen en strijkers is toch niets wereldschokkends meer?
“Nostalgia” al zeer goed beluisterd? Dan is “Unseen Harbor” geen verrassing meer. Zelfde opbouw, zelfde instrumenten, zelfde gevoel. “A Quiet Place (Together We Go)” is dan weer het meest klassieke arrangement van de plaat. Maar alweer: Mono kleurt veel te braaf binnen de lijntjes.
Voor de fans zal For My Parents magische momenten (veel magische momenten!) opleveren. En je moet het maar kunnen: als postrockband nog zo’n emotieprikkelende plaat uitbrengen, zonder werkelijk te vervelen. De muzikale meerwaardezoeker kan in 2012 echter niet veel meer aanvangen met Mono. Ook hier zal de plaat snel onderaan de cd-stapel belanden.