William Friedkin heeft sinds enkele jaren zijn tweede adem gevonden. Een welgekomen heropleving van een regisseur die al sinds de jaren tachtig spartelde om nog eens een film van betekenis af te leveren. Parels als The Exorcist en The French Connection blijven in het collectief geheugen zitten, maar liggen ook al ver achter ons. Het was de nauwe samenwerking met toneelschrijver Tracy Letts die Friedkin terug onder de mensen bracht. De verhalen van Letts, die zich steevast afspelen in de bedorven uithoeken van het Amerikaanse zuidwesten, leenden zich perfect tot het onverbeterlijke cynisme van Friedkin. Het eerste wapenfeit van hun samenwerking was Bug, een akelige neerwaartse spiraal in de psychoses en paranoia van een mentaal onstabiel koppel. Met Killer Joe pakt Friedkin het allemaal iets humoristischer aan, maar daarom nog niet minder schokkend. Friedkins nieuwste is een in noir gedrenkte farce tegen de achtergrond van een verziekt Amerika.
Friedkin neemt ons mee naar een wereld waar het trailer trash de plak zwaait, een koninkrijk aan inbreds, rednecks, hilbillies, crackers en skanks. De 22-jarige Chris Smith (Emile Hirsch) komt uit die vunzige wereld van white thrash en heeft een flink aantal problemen. Chris is een grote hoeveelheid drugs kwijtgespeeld en moet dringend met zesduizend dollar op de proppen komen, voordat hij een kogel tussen de ogen krijgt. Samen met zijn niet al te snuggere vader Ansel (Thomas Haden Church) beraamt Chris een plan om zijn moeder te vermoorden, om zo een aanzienlijke som aan verzekeringsgeld op te strijken. Daarvoor huren ze de detective Joe Cooper (Matthew McConaughey) in, een man die naast zijn politiewerk bijklust als de huurmoordenaar Killer Joe. Joe accepteert de opdracht van Chris en Ansel, maar vraagt in ruil Chris zijn jonge zus Dottie als onderpand tot wanneer alle financiële zaken zijn afgehandeld. Wat voor Chris en Ansel een waterdicht plan lijkt, blijkt het startschot voor enkele onvoorziene en bloederige wendingen.
William Friedkin is een man die doorheen zijn oeuvre weinig geloof hechtte aan de christelijke goedheid van de mens, en in Killer Joe is dat niet anders. In de ogen van Friedkin leven we in een donkere wereld die gevuld is met geweld, corruptie, hypocrisie en een heleboel gestoorde sujetten. Op dat vlak is Killer Joe dan ook een van Friedkins meest doordringende en meest onvervalste trips naar de donkere catacomben van de menselijkheid. Op compromisloze wijze schetst hij een gemeenschap waarin misdaad welig tiert en imbeciliteit als een Olympische discipline heerst. Net zoals in The French Connection en To Live and Die in L.A. wordt de arm der wet weer geportretteerd als een ambigue en te wantrouwen instelling. De hilbillies in Killer Joe zijn even snugger als het achterste van een zeekoe, en zijn de gevangenen van hun eigen stupiditeit. Die domheid maakt hen gemakkelijke prooien voor de grotere vissen die zich in deze walgelijke zee aan menselijk afval voortbewegen.
Maar Friedkin doelt niet op een donkere sociale studie – in tegendeel, hij relativeert de wereld in Killer Joe en lacht met alle elementen die deel uitmaken van die gemeenschap. De film mondt al snel uit op een perverse fun ride waarbij de regisseur zich amuseert als een klein kind. Het is alsof hij eindelijk beslist heeft: “genoeg serieuze thema’s aangehaald in mijn carrière, tijd om er eens goed mee te lachen”. En dat doen we ook. Niet dat Killer Joe een platvloerse komedie wordt, daar is Friedkin iets te intelligent voor. Het feit dat de clichés worden uitvergroot, maakt deze film tot een feest. Het geweld is grotesk, de seksuele geladenheid haast dierlijk en de naïviteit van de meeste personages grenzeloos. Friedkin toont geen greintje medelijden met zijn personages en vernedert ze tot op het bot. Dat gegeven kent een walgelijk hoogtepunt met Gina Gershon die onder dwang een gefrituurd kippenboutje oraal bevredigt. Met het scenario van Tracy Letts heeft Friedkin een tableau gekregen waarop hij zich als kunstenaar ten volle kan laten gaan. Je wordt uitgedaagd als toeschouwer en gevraagd om je eigen morele grenzen op te zoeken tijdens de film.
Hoe meer de film vordert, hoe moeilijker het wordt om het groeiende aantal perversiteiten te aanvaarden. Het valt op dat Friedkin naar het einde toe alle registers opentrekt en de teugels wat verliest. De film eindigt op een groteske symfonie aan walgelijk fysiek geweld dat eerder fungeert als het persoonlijke plezier van de regisseur dan als entertainment voor de kijker. Toch, moeten we toegeven, is het onmogelijk om je blik af te wenden. We bleven ons wel afvragen: moeten we nu lachen of gedegouteerd zijn?
De acteurs spelen op topniveau, en dan hebben we het vooral over posterboy Matthew McConaughey. Ditmaal is hij niet de handsome dude met het perfecte wasbordje, maar een bedeesde, berekende en introverte killer. Wat blijkt: Matthew kan acteren! Hij is intrigerend als een ijskoude professionele huurmoordenaar die dreigend doorheen je ziel tuurt vanachter zijn donkere zonnebril. McConaughey is zowel overtuigend als imposant alfamannetje dan als een seksueel gefrustreerde pervert die als geile bok hunkert naar het jonge lichaam van Juno Temple. Die laatste dartelt over het scherm als een volleerde mix van Kubricks Lolita en Sissy Spacek in Badlands. Temple overtuigt als een wat simpel en breekbaar tienermeisje met een onnavolgbare seksuele uitstraling. Emile Hirsh en Thomas Haden Church spelen de grootste numbskulls in deze film. Het is vooral Haden Church die een zeer grappige rol neerzet, maar soms ook durft te vervallen in karikatuur. Hoe dan ook: elke acteur verdient een pluim – met Gina Gershon op kop – voor de moed en het lef dat ze aan de dag leggen om mee te gaan in Friedkins donkere farce.
Killer Joe is met stip de meest memorabele filmervaring die je dit jaar zal hebben, of die ervaring nu positief of negatief is. Vuil, vunzig, delinquent, sexy en over de top. Killer Joe is een film die even verleidelijk is als aanstootgevend en zichzelf soms verliest in al zijn krankzinnigheid. Be that as it may, Friedkin is terug zoals we hem graag hebben.