Het was een idee dat al lang lag te rijpen. Sommige arrangementen dateerden zelfs van voor zijn succesplaat I Am A Bird Now. En dus moest het er wel van komen, die symfonische liveplaat van Antony & The Johnsons. Zelden hebben we het cliché “a match made in heaven” vlotter uit ons toetsenbord laten rollen.
Om te beginnen echter: vergeet track twee. Skip het. Programmeer er om heen. “I’ve been thinking a lot about the moon today”, steekt Antony van wal voor een eindeloze monoloog die meandert van vrouwendingen naar religie tot… soit, zweverige onzin. Zeven minuten wijst de teller aan, en telkens denk je “oké, daar komt het nummer. Maar neen hoor. Onze gezellige nicht tatert dat hele “Future Feminism” vol. Handig wel zo, alle bindteksten in één lange monoloog verzameld. Kunnen we daarna samen met hem ter zake komen: bloedmooie herinterpretaties van zijn nummers met de hulp van een symfonisch orkest.
Want laten we daar maar eerlijk over zijn: met dat gebabbel hebben we ook de grootste smet op deze quasi-perfecte liveplaat gehad. Een welgemikte blazersstoot en trillende strijkers maken een eind aan het gelul, en daar is “Cripple And The Starfish”. In tegenstelling tot wat we de man al eens te vaak zagen doen op concerten, laat Antony hier het drama van het nummer intact. Bijna vloeiend gaat het over in een al even pakkend “You Are My Sister”. We hebben op dat moment ook al lang het enige nieuwe nummer gehad: titeltrack “Cut The World”, dat de zanger componeerde voor het stuk “The Life and Death of Marina Abramovic” rond de bekende performance-artieste en een mooie toevoeging tot het oeuvre.
Voor de arrangementen zorgden Nico Muhly, dirigent Rob Moose, Maxim Moston en Antony zelf. Stuk voor stuk zijn het pareltjes; smaakvolle inkleuringen waar geen noot te veel staat. Neem nu “Swanlights”, dat hoofdzakelijk pianoballad mag zijn, en waarin de strijkers zich heel discreet op de achtergrond houden. Het orkest weet dat het niet nodig is, en neemt een pauze. Een trompettist sluit toch weer aan bij het gezelschap, dat ondertussen af- en aanrolt als de zee, tot die met een blazersstoot tegen de rotsen uit elkaar spat en de rust weerkeert.
Al even imponerend is een fors ingezet “Kiss My Name”, waarin marsdrums het voortouw nemen vooraleer zwierige violen met de song aan de haal mogen gaan. Samen geven ze die een stuwende kracht die het losrukt van het origineel, zonder het de vernieling in te rijden; hetzelfde nummer, andere belichting, dat is alles; van smachtend liefdeslied naar geile rondedans. “Epilepsy Is Dancing” wordt in deze versie nog elegischer dan het al was. “Dancing dancing dancing”, croont Antony en het orkest danst rond hem mee in een warme, fladderende wolk.
Twaalf nummers duurt Cut The World; niet meer dan een gewone fullcd. Het is de essentie, Antony’s vier platen samengebald en herwerkt tot één onmisbare compilatie met meerwaarde. Dit is hoe je een symfonisch orkest gebruikt: niet voor extra spierballengerol, maar op de juiste manier op het juiste moment. Cut The World is een pareltje.