Onder het motto “het moet niet altijd moeilijkdoenerij zijn” bereikt heel af en toe wel eens een hitparadetopper onze cd-speler. Onbeschaamd commerciële popmuziek met grootse arrangementen zonder al te veel diepgang? Yes please.
Na ruim tien jaar ploeteren in de marge — de eerste zeven daarvan met het ondergewaardeerde The Format — blijkt Nate Ruess met Fun. immers plots het recept voor een nummer 1-hit gevonden te hebben. De ingrediënten? Een stevige portie bombast, een snuifje Queen, een koortje hier en daar, en dat alles overgoten met een autotunesausje, met Kanye West-producer Jeff Bhasker achter de knoppen. Klinkt op papier als een recipe for disaster, maar op Some Nights pakt het bijwijlen verrassend lekker uit.
De intro — met de hoogst originele titel “Some Nights Intro” — doet nog even vermoeden dat we hier met een Bohemian Rhapsody-achtig vehikel te maken hebben. Ruess haalt zijn beste Freddie Mercury-imitatie boven, terwijl een mannenkoortje op geagiteerde toon “Oh my god / Have you listened to me lately” zingt en de strijkers en blazers aanzwellen naar een dramatisch eindakkoord. Daarna begint “Some Nights” pas écht, met zijn flink naar voren gemixte drums die de hele plaat zullen vooruitstuwen, en de overenthousiaste samenzang waar Ruess ten tijde van The Format ook al een patent op had, en die sindsdien nog niets van zijn overtuigingskracht verloren heeft.
“This is it boys / this is war”, zingt Ruess, en zo klinkt het ook: de productie van Bhasker is gigantisch in your face, het is een plaat waar je bijna oordoppen bij nodig hebt. Zie ook de stamper “One Foot”, ergens aan het einde van de plaat, waar zijn hiphopaanpak behoorlijk hard naar boven komt: de synthesizers schetteren als waren het trompetten en de drums doen de boxen ongemeen hard trillen. Tegelijk ondermijnt diezelfde Bhasker ook het hele album, met zijn voorliefde voor het verfoeilijke autotune, waarmee Ruess’ stem voortdurend bijgestuurd wordt en het geheel een net iets te plakkerige nasmaak krijgt.
Af en toe weet Bhasker zich in te houden, zoals in “We Are Young”, de bewuste Billboardtopper die het ondertussen al tot in Glee schopte — hoe afschuwelijk ook, in Amerika zegt het veel over het succes van een nummer — en ook bij ons zowat elke hitparade bestormde, of het nu die van MNM of Studio Brussel was. “Featuring Janelle Monáe”, staat er tussen haakjes na de titel, maar haar rol blijft beperkt tot één bruggetje, nauwelijks het vermelden waard. De song moet het vooral hebben van zijn lichtjes doortrappend orgeltje en het negenkoppig kinderkoor dat het euforische refrein (“Tonight we are young / so let’s set the World on fire / we can burn brighter than the sun”) tot epische proporties mag drijven.
En laat het nu net dat zijn waar wij bij Fun. erg blij van worden: de band deinst absoluut niet terug voor wat ongegeneerde meezingers. Het refrein van “We Are Young” viel al uitstekend mee te galmen, en ook “Carry On” heeft zo’n exemplaar meegekregen. Van tekstuele diepgang is daarbij geen sprake (“If you’re lost and alone / or you’re sinking like a stone / carry oooo-hooo-ooon”), maar de gigantische over the top orkestratie en de scheurende gitaar halverwege maken het moeilijk om niet meegesleept te geraken.
Some Nights is geen wereldschokkende plaat, noch een muzikaal vernieuwend wonder, maar soms hoeft dat ook niet. In al zijn bombastische gladheid is dit vooral een heerlijke guilty pleasure die schreeuwt om een grootse festivaluitvoering — of een stevige boom car, voor wie zijn pleziertjes liever in een comfortabeler omgeving nuttigt.
Fun. speelt op 30 september zijn eerste Belgische concert in de AB.