Hij mag er met zijn kaal hoofd en ringbaard dan wel uitzien als een doorsnee buitenwipper, Bojan Z is een van de meest begenadigde en geprezen jazzpianisten van het Europese continent. Met Soul Shelter geeft de Serviër opnieuw zuurstof aan zijn solocarrière.
Bojan Z — of Zulfikarpašić voor de volledigheid — stond een lange tijd in de schaduw van zijn collega’s. In de jaren negentig verwierf hij wat vermaardheid als sideman bij onder andere Franse avant-gardisten als Noël Akchoté, Nguyên Lê en Julien Lourau. Hoewel hij toen ook al een aantal soloalbums op de markt had gebracht, volgde een doorbraak pas in het volgende millennium. Het succes van Solobsession, een plaat uit 2011, vertaalde zich in een aantal prestigieuze prijzen, waaronder de Prix Django Reinhardt for Musician of the Year (2002) en de Best European Jazz Musician Award (2005). Alsook kreeg hij de titel van Chevalier in de Orde van Kunsten en Letteren in Frankijk. Een niet te miskennen eer voor iemand van buitenlandse origine. Sindsdien is de man bijna continu op tour geweest, hetzij met solowerk of ter begeleiding van andere muzikanten.
Soul Shelter kan voor een groot deel als vrucht van die talloze live-optredens worden gezien. Bojan Z heeft het album samengesteld louter op basis van ideeën en improvisatiemateriaal die op het podium tot stand zijn gekomen. In al hun verscheidenheid vinden de 11 nummers ook pas samenhang in het concept van het album: Bojans Soul Shelter is een soort van cocon die bescherming biedt van de buitenwereld. Die boodschap loopt gelijk met de pianist zijn opvatting over jazz, als een totaalervaring die zich van de dagelijkse realiteit kan onthechten. Bojan Z kruipt in zijn schulp wanneer hij de klaviertoetsen bespeelt.
Toch leidt dat niet tot een enggeestige benadering van de term jazz. Zijn kleurrijke achtergrond en eerdere samenwerkingen met het gros van de Franse jazz-elite heeft gezorgd voor een breed scala aan invloeden. Op Soul Shelter hoort u niet enkel jazz maar ook duistere blues, klassieke motieven en zelfs verbrokkelde chansons. Naast het atypische ritmische patroon in “Bohemska” krijgt de luisteraar bijvoorbeeld een vleugje rhythm ’n blues en een kleine referentie naar “Ode aan die Freude” van Beethoven mee. “Dad’s Favorit” lijkt dan weer eerder in de richting van een Franse chanson te gaan, weliswaar helemaal in stukjes verbrokkeld zodat het origineel onherkenbaar is geworden.
De fijnste ogenblikken spelen zich af wanneer Bojan Z naar zijn Fender Rhodes grijpt om de melodie een wat warmer timbre mee te geven. Dat maakt “Hometown” aanvankelijk heel vertrouwd om te horen, al beperkt de Serviër zich niet tot een handvol akkoorden om het nummer te vervolledigen. Er sluipen voortdurend eigenzinnige kronkels en dissonante harmonieën in de melodie. Het resultaat is een combinatie van zoete klankgeluiden en tegendraadse wendingen dat een middenweg tussen jazz en elektronica zoekt. Bij “Sizuit Forever” gebeurt iets gelijkaardig, al is blues er minder aanwezig en horen we zowel een Fender als een piano. Bojan Z legt met zijn dubbelspel daar eerder de klemtoon op dynamiek en zelfs een beetje op dolheid.
Zonder er een demonstratie van te maken, toont de Serviër geregeld wat hij in z’n mars heeft (met “303” als uitstekende showcase). De vele frisse invalshoeken gaan steeds gepaard met technische hoogstandjes op het klavierinstrument. Bij “Sweet Shelter of Mine” lijkt hij zich even te meten met Rob Burger (denk aan John Zorn’s romantische werken), door krachtige en punctuele boventonen op een vloeibare ondergrond te laten drijven. Dankzij de muzikale referenties naar bescherming en geborgenheid raakt Bojan Z op een gegeven ogenblik zelfs de kern van het album aan: “Sweet Shelter of Mine” is die veilige plaats waar we allemaal naar verlangen. Ook de timiditeit van “Sabayle Blues” is sterk van dat idee doordrongen.
Dat gevoel van veiligheid durft soms wel eens met onzekerheid gepaard te gaan. “Nedyalko’s Eleven” is een aaneenschakeling van transformaties, met een intro die overgaat in een meer op het gemak stellend hoofdstuk om vervolgens een spannende duisternis op de luisteraar los te laten. Net die onvoorspelbaarheid van het geheel, vermoedelijk een uitkomst van Bojan’s voorliefde voor improvisatie, maakt Soul Shelter een bijzonder afwisselend en verrijkend album.
Veiligheid is geen garantie en Soul Shelter toont als album dat het mogelijk is om zowel zekerheid met onzekerheid te combineren. Bojan Z manoeuvreert voortdurend tussen herkenning en experiment, geborgenheid en angst, zonder op enig ogenblik elitair over te komen. Soul Shelter is een frisse verzameling van sterke ideeën, door muzikale hartstocht met elkaar verbonden.