De leukste discussies zijn degene die je nooit kan winnen. Is Goodfellas beter dan Casino? Suckt De Kotmadam harder dan FC De Kampioenen? Wie zal het zeggen? Maar dat heeft nog nooit iemand tegengehouden om die discussies tot in het oneindige te blijven voeren, en net zo gaat het op uw favoriete filmredactie. Wat zijn de 50 beste acteerprestaties aller tijden, nog zo eentje. We hebben gewikt, gewogen, gediscussieerd en uiteindelijk een lijst van 50 acteurs (dan wel actrices) opgesteld in hun meest iconische rollen. Van nu tot vrijdag laten we die mondjesmaat op u los. Voor de duidelijkheid: we hebben ze bewust niet in een volgorde geplaatst waar een waardeoordeel aan vast hangt. Dan zouden er lijken zijn gevallen op de redactie. Dit zijn vijftig prestaties waar wij eindeloos naar kunnen blijven kijken en altijd van achterover zullen slaan. Akkoord, niet akkoord? Daarvoor hebben we dus een linkje onderaan het artikel. Laat van je horen!
Joan Crawford – Mildred Pierce (1945)
Het is zonder twijfel ietwat ironisch te noemen dat de glamoureuze filmster Joan Crawford, door aartsrivale Bette Davis samengevat in de frase ‘De beste rol die ze speelt, is die van Joan Crawford’, haar allerbeste rol zou neerzetten als Mildred Pierce, de huisvrouw zonder ego, die het dankzij louter doorzettingsvermogen schopt tot gefortuneerde zakenvrouw. Joan Crawford – née Lucille Fay LeSueur – was al 40 en stevig op de terugweg toen ze de hoofdrol veroverde in de nieuwe film van Michael Casablanca Curtiz, die aanvankelijk geen has-been wilde regisseren. De lichtjes fenomenale wijze waarop Crawford verschillende persoonlijkheden – enerzijds de doorzetter en de verpersoonlijking van de American Dream, anderzijds een vrouw met een verscholen minderwaardigheidscomplex, haar aangewreven door haar snobistische dochter – verenigt in één personage, leverde haar haar enige Oscar op en deed haar carrière heropleven. In wat één van de sterkste acteerprestaties aller tijden is, creëerde Crawford een, ook voor de filmwereld van nu, ongewoon sterk vrouwelijk personage, dat perfect de ambigue sfeer van dit (schromelijk onderschatte) meesterwerk – half film noir, half melodrama – incarneert.
Anthony Hopkins – The Silence of the Lambs (1991)
Nooit won iemand een Oscar voor Beste Hoofdrol voor een rol met zo weinig schermtijd: Dr. Hannibal Lecter is, alles bij elkaar, slechts een dik kwartier in beeld. Dat hij toch de hoofdvogel afschoot, zegt iets over de indruk die Hopkins nalaat. Nochtans is ’s mans prestatie behoorlijk atypisch en is zijn rol weinig fysiek; Hopkins’ creatie van misschien wel de beroemdste psychopaat die op het witte doek is verschenen, is vrijwel uitsluitend gebouwd op zijn lijzige, maar doordringende stem, zijn pertinente uitspraak en zijn prangende blik – probeer je als kijker maar eens niet ongemakkelijk te voelen als hij Jodie Foster bij hun eerste ontmoeting meteen tot op het bot doorziet. Een beetje jammer dan ook dat Hopkins de laatste jaren niet even doorziend is bij zijn rollenkeuze, en zich vooral laat verleiden door gemakkelijke dollars – ‘Thor’, iemand? Als Hannibal Lecter toonde de Welshe acteur echter zijn onbetwiste kunnen, en hij gaf er nog een nuttige tip voor het verwijderen van irritante enquêteurs bij: ‘I ate his liver with some fava beans and a nice chianti… Sllrrp!’
Lees de bespreking van de film!
Toshiro Mifune – Yojimbo (1961)
Oké, we weten wat je gaat zeggen: overacteert die kerel niet bij de beesten af? Je hebt daar een punt, maar die theatrale stijl creëert na een tijdje ook weer zijn eigen flow, zijn eigen werkelijkheid. En wat meer is: Mifune zet in Yojimbo een archetype neer dat eindeloos geïmiteerd zou worden, vooral in Amerikaanse westerns en actiefilms. Mifune is een fysieke aanwezigheid om schrik van te krijgen: hij bewoont dat scherm met moeiteloze autoriteit en zijn chagrijnige reacties op de andere personages blijven geweldig, hoe vaak je ze ook ziet.
Lees de bespreking van de film!
Harrison Ford – Raiders of the Lost Ark (1981)
En ook in Empire Strikes Back! En in Blade Runner eigenlijk óók! En dan hebben we het nog niet eens over Witness, The Fugitive of al zijn Jack Ryan-rollen gehad. Maar toch: Harrison Ford, dat blijft natuurlijk gewoon tot in de eeuwigheid Indiana Jones en Han Solo, twee van de beste filmpersonages aller tijden. Hell, ik heb nu nóg posters hangen van die kerels! Meer woorden hoeven we daar eigenlijk niet aan vuil te maken, al zouden wij wel subtiel willen aanstippen dat Ford ook écht een Heel Groot Acteur is, één van de meest onderschatte die er rondlopen. We love you, Harrison!
Lees de bespreking van de film!
George Sanders – All About Eve (1950)
‘Dear World, I am leaving because I am bored. I feel I have lived long enough. I am leaving you with your worries in this sweet cesspool. Good luck.’ Dat waren de woorden die George Sanders achterliet alvorens op 65-jarige leeftijd uit het leven te stappen. Enig cynisme was de man blijkbaar niet vreemd, en het hoeft dan ook niet te verbazen dat de man op zijn best was als de misantropische theatercriticus Addison DeWitt de klassieker All About Eve. Met zijn onnavolgbare Britse stiff-upper-lip-accent de ene na de andere literaire frase declamerend alsof hij rechtstreeks uit een stuk van Oscar Wilde komt gelopen, verbindt DeWitt/Sanders een fikse dosis cynisme met een even fikse dosis stijl. Zijn misantropie kent een climax aan het einde van de film, wanneer hij Eve verbaal volledig verbrijzelt; qua stijlvolheid is hij echter op zijn best wanneer hij een piepjonge Marilyn Monroe bij de hand de acteerwereld in leidt.
Al Pacino – Dog Day Afternoon (1975)
Sommige acteurkeuzes voor deze lijst zijn even voorspelbaar als noodzakelijk. Pacino is één van die keuzes. En uiteraard had ook iedereen een verschillende persoonlijke favoriet. Serpico, The Godfather Part II, Carlito’s Way, Donnie Brasco of dan toch maar Jack and Jill? Na diplomatisch overleg (lees: er werd net niet gevochten) is klassieker Dog Day Afternoon uit de bus gekomen. Pacino speelt een wanhopige homoseksuele man die een bank overvalt om de geslachtsoperatie van zijn vriend te betalen. Een memorabele en belangrijke rol waarin hij zowel zijn meer showy als subtiele acteertalenten laat zien. De Attica-speech blijft trouwens ijzersterk.
Lees de bespreking van de film!
Claudette Colbert – Bluebeard’s Eighth Wife (1938)
Onze favoriete actrice aller tijden? Claudette Colbert, het porseleinen popje van de screwball comedy! Ze ziet er niet alleen sexy én koddig uit, ze is ook één van de meest succesvolle leading ladies uit de Hollywoodgeschiedenis en één van de grappigste schoonheden die wij nooit zijn tegengekomen. Kan tellen, hè? It Happened One Night is haar beste film, maar om haar star power helemaal ontketend te weten, moet je toch kijken naar films die haar resoluut als vedette naar voren schuiven, zoals dit onbekende Lubitsch-pareltje Bluebeard’s Eighth Wife. Ontdekken, jongens!
Peter O’ Toole – Lawrence of Arabia (1962)
Het had geen haar gescheeld of zijn reputatie als notoir drankorgel had de Ierse acteur Peter Seamus O’Toole zijn meest befaamde rol, als de Britse militair T.E. Lawrence, gekost. Gelukkig wist regisseur David Lean producer Sam Spiegel te overtuigen van O’Toole’s acteertalenten en zou hij met zijn priemende blauwe kijkers – én een aantal brandwonden, verstuikte enkel en nek, gescheurde ligamenten, gebroken duim en hersenschuddingen later – instant stardom verwerven. Het grootse spektakelepos ‘Lawrence of Arabia’ – de zondagmiddagen waren net iets minder mistroostig wanneer de muziek van Maurice Jarre weerklonk – zou Peter O’Toole aka ‘El Aurens’ dan ook een mythische status bezorgen.
Rutger Hauer – Blade Runner (1982)
Na enkele succesfilms van Paul Verhoeven en voor hij meespeelde in een resem tv-films en straight-to-dvd-releases, verkaste de Nederlander Rutger Hauer naar de VS, alwaar hij de iconische replicant Roy Batty mocht incarneren in Ridley Scotts sciencefiction classic Blade Runner. In elke scène dreiging uitstralend en elk woord extra articulerend (’Fiery, the angels fell…’), maakt Hauer van Batty één van de meest badass androids die op het witte scherm zijn verschenen; anderzijds toont hij Batty ook als een wraakzuchtige engel, een Christusfiguur – hij boort zich letterlijk een nagel door de hand – die zijn schepper ontmoet (‘I want more life, fucker!’), maar uiteindelijk zichzelf toch opoffert. Ondanks een vreemd gebleekte haardos, ondanks het feit dat Batty een robot is, en ondanks het feit dat hij emotioneel niet tot volle wasdom is gekomen, doet Hauers replicant ongelooflijk menselijk aan; moment de gloire is de schitterende slotmonoloog. ‘All those moments will be lost in time… like tears… in rain. Time… to die.’
Lees de bespreking van de film!
Humphrey Bogart – Treasure of the Sierra Madre (1948)
Als cynische, doorleefde maar onkreukbare antiheld staat Humphrey Bogart in het collectieve filmgeheugen gegrift. Mijnheer Lauren Bacall speelde graag in film noirs als The Maltese Falcon en The Big Sleep – met die snel afgeratelde dialogen die je maar half kunt volgen en tóch geweldig vindt – en zat met Casablanca in één van ’s werelds meest geliefde filmklassiekers, maar wij onthouden hem toch vooral in Treasure of the Sierra Madre, een grandioze filmklassieker van John Huston waarin Bogey een vuile, gewelddadige hebzuchtigaard neerzet. Van antitypecasting gesproken! Schitterende acteur hoor, die Bogey.
Lees de bespreking van de film!