Een nieuwe website, zoiets komt met een nieuwe beginselverklaring. En wat maakt duidelijker waar enola.be voor zal staan, dan de beste platen aller tijden volgens onze medewerkers. Van nu tot vrijdag stellen we u de muziekgeschiedenis voor, handig gebundeld in vijftig onvergetelijke platen.
50. Charles Mingus :: The Black Saint And The Sinner Lady
Oorspronkelijk werd deze vierdelige suite gecomponeerd voor dans, maar net zoals enkele klassieke werken die ook voor dans werden geschreven (denk maar aan Stravinsky’s “l”Oiseau de Feu” en “Le Sacre Du Printemps”), is het hier uiteindelijk de muziek die veel meer indruk heeft nagelaten. The Black Saint And The Sinner Lady kan gezien worden als het culminatiepunt van Mingus’ eclectische muziekcarrière, met een stevige voet in zwarte genres zoals blues, gospel, hard bop en vroege free jazz, maar even goed met indrukwekkende uitstappen richting modern klassiek aandoende arrangementen en flamenco.
The Black Saint And The Sinner Lady ligt duidelijk in het verlengde van wat Mingus op vorige platen presteerde, maar weet het ook moeiteloos te overstijgen, aangezien dit magnum opus niet enkel bulkt van ijzersterke thema’s en geïnspireerde solo’s, maar tevens als één geheel geconcipieerd werd. Daarnaast is het ook een meesterwerk van textuur, met doordachte instrumentatie, waarbij vooral diepe, ronkende koperblazersklanken centraal staan, alsof die instrumenten een gospelmannenkoor evoceren, en de houtblazers solisten. Bovenal barst The Black Saint van een bijzondere, aan het religieuze refererende intensiteit die zijn gelijke in maar weinig platen kent.
Hoogtepunt (hoewel deze plaat écht best in zijn geheel beluisterd wordt, er staan namelijk geen “songs” of afzonderlijke composities op): 03’03” in het derde deel “Group Dancers. Stop! Look! And Sings Songs Of Revolution”, plots duikt daar een Spaanse gitaar op die de compositie katapulteert naar een flamencofreejazzjam, een onverwachte, maar wel bijzonder opwindende klankverschuiving.
49. Bon Iver: For Emma Forever Ago
Toen Justin Vernon zich in de winter van 2006-2007 voor enkele maanden terugtrok in een blokhut, had hij vast niet voorzien dat de negen fragiele songs die hij vervolgens de wereld instuurde het tot instant klassiekers zouden schoppen. Het achtergrondverhaal spreekt allicht het meest tot verbeelding: man trekt zich terug in de natuur om met behulp van verouderd opnamemateriaal en een heleboel introspectie zijn persoonlijke demonen te overwinnen. Geen romantisch verkooppraatje, maar oprechte emotie, zoals we die ook terugvinden bij Iron & Wine of Elliott Smith.
Op For Emma Forever Ago creëert Vernon een intieme atmosfeer met akoestische arrangementen waarin vooral zijn stemgeluid centraal staat dat de ene keer crescendo en falset, dan weer fluisterend en bezwerend klinkt. Door een perfecte gevoel voor timing overtuigen de songs die omfloerst worden door aanzwellende koorgezangen even hard als de naakte, rauwe songs die tot hun essentie zijn teruggebracht, zoals “Flume” en het inmiddels doodgeknuffelde “Skinny Love”.
Het is een plaat die het best werkt tijdens de koude, duistere wintermaanden, maar evengoed een rusteloze ziel kan sussen wanneer er weer meer licht door de ramen schijnt. Soms ingetogen, soms uitbundig, altijd weer zodanig mooi dat het pijn doet.
Hoogtepunt: 02’40” Justin Vernon doorbreekt in “The Wolves Act I and II” de intieme slaapkameratmosfeer en zet de eindspurt in richting een magnifieke meerstemmige finale.
48. Wipers :: Youth Of America
Jaren voor bands als Sonic Youth en Dinosaur Jr. de Amerikaanse gitaarrock op z’n kop zetten, waren er al bands aan de slag als The Dream Syndicate en Wipers, die vanuit de underground begonnen aan een stille revolutie. Onder leiding van zanger/gitarist Greg Ginn maakte het trio z’n entree met drie monsters van gitaarplaten (verzameld op de onmisbare en spotgoedkope Wipers Box Set), waarvan YOA de tweede is. De groepsleden maakten komaf met de kort/snel-regels van 1981 door net zo goed uit te pakken met episch snarenwerk, meest treffend van al uitgewerkt in de tien minuten durende titeltrack, een trancestuk dat vaak bewerkt, maar nooit geëvenaard werd door een ander.
Hoogtepunt: de hartverscheurende, hypnotiserende melancholie van “When It’s Over”. U zou niet de eerste zijn die fan voor het leven wordt na één beluistering.
47. Fleetwood Mac :: Rumours
De relationele problemen tussen de groepsleden hadden de plaat al op voorhand berucht gemaakt, maar niemand had kunnen voorspellen dat Rumours een legendarische status tegemoet zou gaan. De spanning tussen Stevie Nicks en Lindsay Buckingham, tussen Christine McVie en John McVie en de spanning die Mick Fleetwood zelf thuis beleefde, was te horen in elke noot, in elk woord, in elke zucht. Het gitaarspel van Buckingham is snijdend, de bas van John McVie is dreigend en de drums van Fleetwood zijn stampend.
Christine McVie probeerde alles zachter te laten klinken, maar daardoor werden de onderliggende uithalen naar John McVie des te harder. Stevie Nicks daarentegen hield even de schijn van slachtoffer op, maar gaat uiteindelijk in het slotnummer de wrekende toer op. Echt pijnlijk klinkt het tussen Buckingham en Nicks in “Go Your Own Way”, live zouden beide performers het niet altijd droog houden en het drama dubbel en dik in de verf zetten.
Hoogtepunt: Het album zal altijd de soundtrack blijven van de soap opera die Fleetwood Mac was, en toont perfect hoe hard ex-partners voor elkaar kunnen zijn. Tegelijkertijd illustreert het hoe je miserie kan omzetten in een geweldige popplaat. Het hoogtepunt begint dan ook bij de openingszin “I know there’s nothing to say, someone has taken my place” tot aan de slotzin “Is it over now, do you know how, pick up the pieces and go home”.
46. The Smashing Pumpkins :: Mellon Collie And The Infinite Sadness
Fuck Siamese Dream, dít is de shit! Ok, dat is misschien een tikkeltje overdreven. Maar niettemin is Mellon Collie And The Infinite Sadness het enige album uit de carrière van The Smashing Pumpkins waarop het ego van Billy Corgan in verhouding staat tot de muziek: een dolle rit doorheen orkestrale pop, beenharde grungerock en bitterzoete ballades.
Denk bij die eerste halte gerust aan het niet kapot te krijgen “Tonight, Tonight”. En geef toe, “Love is suicide” kwelen zonder daarbij op je bek te gaan, maakt op zichzelf van “Bodies” al een monument — en dan hebben we het nog niet eens gehad over die killer gitaarriff.
Hoogtepunt: Als het er echt op aan komt, kiezen we toch voor het meest intieme moment — op deze plaat maar ook uit hun hele oeuvre. 1’35” ver in “Stumbleine” blijkt nogmaals de kracht van stilte, als Corgan — hier solo, op akoestische gitaar — zijn tekst kracht bij zet door enkele tellen te stoppen met spelen.
45. Robert Wyatt :: Rock Bottom
Robert Wyatt viel uit een raam, belandde in een rolstoel en verwerkte z’n herstelperiode in een plaat die zich laat beluisteren als een geanestheseerde trip door een onbewustzijn vol kinderlijke onschuld, sprookjesachtig mysterie en onderwatersymboliek. Rock Bottom verenigt pop en avant-garde op een ongehoorde manier, vol lijzige dramatiek, onbestemde geluiden en onverdunde poëzie. Het was na een wat ongelijke debuutplaat de echte start van een fascinerende carrière die bleef dansen op het slappe koord tussen dromerige charme en fascinerende vervreemding. Misschien wel de allermooiste plaat van de jaren zeventig.
Hoogtepunt: het intens emotionele basklarinetspel in “Alife”, goed om je een hartritmestoornis te bezorgen.
44. The Notwist :: Neon Golden
Het is in tijden van James Blake, Bon Iver en The XX moeilijk te vatten hoe revolutionair Neon Golden zo rond de eeuwwissel klonk. Radiohead en enkele alternatieve visionairen experimenteerden al langer met elektronica, maar laptops, synths en drumcomputers waren toch vooral een zaak van de dansvloer, snel te vergeten eightieskitsch en muzak-met-pretentie (AKA: ambient of Intelligent Dance Music).
Tot enkele Berlijners besloten om songs te schrijven met knisperende, brommende en spaarzaam stuiterende elektronica. Het leverde een hoop moeilijk uit elkaar te houden (en duchtig bij elkaar spelende) bands en albums op, maar Neon Golden vat de indietronics-esthetiek het puurst. “One With The Freaks”, “Pilot”, “Off The Rails” en “Pick Up The Phone” zijn, ondanks soms weerbarstige geluiden, in de grond songs die hun tijd een jaar of tien vooruit waren.
Hoogtepunt: 1‘30“ in “One With The Freaks”. Marcus Acher blijft een matige zanger, de beats blijven tegendraads, maar daar breekt een ongegeneerd indie gitaartje door alles heen.
43. Daft Punk :: Homework
In het decennium van eurodance, hiphop en britpop kwam het in geheimzinnigheid en robotpakken gehulde Franse duo Daft Punk in 1997 op de proppen met Homework, een mijlpaal in de elektronische muziek. De singles van het duo werden tot ver buiten het gangbare clubcircuit gedraaid en voor Homework gingen zélfs de Britten voor de bijl (toch een prestatie voor twee Frenchies). De plaat maakte van het housegenre meteen ook een commercieel succes in Europa.
Het metalige robot-funkgeluid dat het duo uit z’n computers toverde, was anders dan wat er voor de rest te beluisteren viel en daardoor instant herkenbaar. Naast de stevige bas, de hakkende drumbeat en spacy keyboardlijnen, werd er ook gebruik gemaakt van een arsenaal vocoders. Voor diepzinnige teksten hoef je bij Daft Punk echter niet aan te kloppen, sterker nog: de beste nummers op de plaat zijn de meest repetitieve. Daft Punk toont zich op deze plaat dan ook als het Kraftwerk van de nineties: out of this world, maar altijd ingenieus opgebouwd.
Hoogtepunt: de opbouw naar de eerste “Around The World” op 0’56” in de gelijknamige song. Een wereldhit scoren met een nummer waarin exact drie woorden 144 keer gedeclameerd worden, je moet het toch maar doen.
42. dEUS :: Worst Case Scenario
Enige Belgen in deze lijst, maar hen weglaten zou heiligschennis zijn. Wie anders dan dEUS heeft zo’n impact op de vaderlandse muziek gehad? Dankzij Worst Case Scenario schopte een nummer van eigen bodem het waarschijnlijk voor het eerst tot op MTV, en zonder de plaat zou een Afrekening vol Belgische bands ondenkbaar zijn. Worst Case Scenario was een mijlpaal in de Belgische rockgeschiedenis, alleen al om zijn onvoorstelbare singles: aan de ene kant het aan ernstige ADHD lijdende, ziedende “Suds & Soda” met zijn snerpende viool, en aan de andere kant de breekbare schoonheid van “Hotellounge”.
dEUS, toen nog in zijn oervorm met Rudy Trouvé en Stef Kamil Carlens, was op dit album niet vies van een stevige portie experiment in navolging van Frank Zappa en Tom Waits. Dat leidde tot een rockplaat die zelden conventioneel klonk en bij momenten zijn eigen draad kwijtraakte, maar die zelfs dan het spannendste muzikale exportproduct in jaren zou zijn.
Hoogtepunt: 2’54”, midden in “Secret Hell”. Twee droge meppen op het drumstel, voor Barman het slepende refrein mag aanheffen. De viool sluipt vanuit de achtergrond steeds meer naar voren, en tijdens het herhaalde “So don’t I only scare myself” laten Tom Barman en Stef Kamil Carlens hun stemmen voor de laatste keer op dit album nog eens één worden zoals enkel zij dat konden.
41. Motörhead :: Ace Of Spades
Het was 1980, Lemmy’s grillige carrière in de rockmuziek was, na bijna 15 jaar (!), eindelijk goed van de grond geraakt. De voorgaande Motörhead albums (Bomber en Overkill) waren redelijk succesvol geweest, maar met Ace Of Spades werden Lemmy en zijn kornuiten onsterfelijk.
Dat deden ze paradoxaal genoeg door met grijnzend genoegen een levensstijl te bezingen die voor normale stervelingen miserie en verval garandeert. Gokken (“Ace Of Spades”), losbandige seks (“Love Me Like A Reptile”), het verleiden van minderjarige meisjes (“Jailbait”) en de lever- en zenuwslopende routine van de rockband on the road (“We Are The Road Crew”) vormden de basis van het leven voor zij die de fleurige hippie-idealen van weleer hadden zien verwelken en afsterven gedurende de 70’s. Maar als je dan toch consumerend en mensonterend oppervlakkig door het leven moet gaan, dan nog het liefst op het ritme van de boogie en denderend als een stoomtrein!
Hoogtepunt: 2’33” in “Jailbait”. “I don’t care about our different ages, I’m an open book with well thumbed pages,” grraauw.