Alien: Resurrection

Een kleine tip van het huis voor iedereen die ooit van plan is om een SF-horrorfilm te maken: het is wellicht geen slecht idee om op zijn minst te doen alsof je je eigen prent een beetje serieus neemt. Jean-Pierre Jeunet deed dat niet toen hij midden jaren negentig opgezocht werd om de vierde ‘Alien’-film te regisseren, en het is er aan te zien. Deze derde sequel had, gezien het vrij definitieve einde van deel drie, sowieso al een air van puur commercieel opportunisme, maar de aanpak die Jeunet er aan gaf, bezegelde het lot van de prent voorgoed. ‘Alien: Resurrection’ was een ongeïnspireerd doorslagje van zijn voorgangers, gemaakt door iemand die klaarblijkelijk geen enkele affiniteit met het verhaal had.

Tweehonderd jaar nadat Ripley zich in een loodsmelterij stortte om zichzelf en de alien in haar lichaam te doden, komt de taaie tante zowaar terug tot leven. Blijkt dat de overheid (niet te verwarren met de onheilspellende Company uit de vorige films) een druppel van Ripley’s bloed heeft gebruikt om haar te klonen. Aangezien ze op dat moment “zwanger” was van een alien, staat dat de wetenschappers toe om de gekloonde Ripley op de wereld te zetten inclusief monster in de buik. De autoriteiten willen de aliens gebruiken als biologisch wapen (ze hebben écht niets geleerd uit de fouten van 200 jaar geleden, blijkbaar), maar dat loopt uiteraard verkeerd af. Ripley, die zelf ook half alien is geworden, spant samen met een willekeurige bende ruimtepiraten (waaronder een goeie Ron Perlman en een miscaste Winona Ryder) om te vermijden dat de beesten de aarde bereiken.

In plaats van een echte plot op poten te zetten, spendeert Jeunet het eerste half uur van zijn film aan pogingen om te verantwoorden waarom Ripley terug is in the first place. Hij bevindt zich in de weinig benijdenswaardige positie dat hij een dood personage opnieuw tot leven moet wekken, en je ziet Jeunet, samen met scenarist Joss Whedon (jawel, hij van Buffy en ‘The Avengers’!) worstelen om er iets van te maken. Maar uiteindelijk blijft heel het kloon-gegeven een bij de haren gesleurd concept, dat maar één stapje hoger staat dan Ripley die wakker wordt om te beseffen dat de voorbije drie films allemaal een droom waren.

Eens we dan mee zijn met dat basisconcept, hebben de filmmakers daar maar weinig meer aan toe te voegen. Ripley is weer in leven, de aliens zijn los en daar gaan we weer. Vanaf dat moment is er van reële plotontwikkeling maar weinig sprake. Alien: Resurrection wordt eerder een vrijblijvende aaneenschakeling van actiescènes, die wordt uitgesponnen tot de twee uur vol zijn. Zelfs het grootste deel van de personages hebben geen specifieke reden waarom ze in de film rondlopen. De bende van Perlman en Ryder zijn gewoon toevallig op dezelfde plek als Ripley, that’s it. In de vorige films was de cast rond Ripley nog enigszins gemotiveerd: ze maakten samen met haar de crew uit van de Nostromo, ze waren mariniers die haar moesten beschermen of gevangenen die woonden op de planeet waar ze crashte. Niet ditmaal: je kan moeilijk twee uur lang Ripley alleen laten rondlopen, dus euh… Tja, er loopt daar nog wat volk rond, hè.

Nog erger: in de interpretatie van Jeunet en Whedon wordt Ripley, één van de sterkste vrouwelijke personages uit de filmgeschiedenis, plots een totaal onaantrekkelijke, emotieloze machine. Door haar “versmelting” met de alien krijgt ze zelf trekjes van haar eeuwige vijand: ze is koud, afstandelijk, cynisch. Alles behalve de gepassioneerde leeuwin die we zagen in de vorige films. De emotionele fond ontbreekt hier volledig: vergelijk de Ripley die Newt met haar leven beschermde, of de Ripley die genegenheid zocht bij Dr. Clemens in ‘Alien 3’ maar eens met het exemplaar dat je hier ziet rondlopen. Ergens in het schrijfproces is dat personage gewoon verloren gegaan.

Jean-Pierre Jeunet, wiens barokke fantasie ‘La Cité des Enfants Perdus’ de aandacht van Hollywood had getrokken, lijkt de hele ‘Alien’-reeks maar een beetje onnozel te vinden. Hij kan zichzelf er niet toe brengen om het allemaal ernstig te nemen, en dus neemt hij zijn toevlucht in grand guignol enerzijds, en pure silliness anderzijds. In plaats van de suspense van Scott of Fincher, of de testosteron-gedreven militaire actie van James Cameron, krijgen we actiescènes die zodanig goor zijn dat ze lachwekkend worden – de alien die het hoofd van een slachtoffer verpulvert tussen zijn poten is maar één voorbeeld. Een personage wiens schedel wordt doorboord en een stukje van zijn eigen hersenen plukt vooraleer dood neer te zijgen, is een ander. En als het niet goor is, dan wordt het al snel ridicuul. Een kogel die afketst van verschillende oppervlaktes, om uiteindelijk, geheel per ongeluk, zijn doel te raken. De camera die in de mond van een schreeuwend personage duikt om te eindigen in zijn ingewanden, waar een embryonale alien zich nestelt. Of Ron Perlman die ondersteboven aan een ladder hangt (hij houdt zich vast met zijn voeten, quoi?), om zo een paar beesten te kunnen afschieten. Als je John Carpenter bent, en je maakt iets in de stijl van ‘Big Trouble in Little China’, dan kan dat werken. Een ‘Alien’-film vraagt toch om een tikkel meer sérieux.

Niet dat er geen enkele individuele scène is die werkt. Een onderwatergevecht (waarin iedereen echt miraculeus lang zijn adem kan inhouden) is nog wel intens, en hier en daar krijg je wel een indrukwekkend momentje (niet in het minst de scène waarin Ripley een basketbal achter haar rug in de ring gooit, een truc die ze naar verluidt écht uitvoerde). Ook de fotografie van Darius Khondji is alweer indrukwekkend, en zoekt in zijn gestileerde kleurtinten aansluiting bij ‘Alien 3’ – geen wonder dat David Fincher later nog met Khondji zou werken in ‘Seven’.

‘Alien: Resurrection’ voelt niet aan als een ‘Alien’-film. Het is een tongue in cheek-actiefilm, doorspekt met half-komische gore, die een zodanige stijlbreuk pleegt met de vorige drie films, dat het echt zonde is dat het daar allemaal moest eindigen. Zelf beschouwen we ‘Alien 3’ nog steeds liefst als het échte slot van de reeks, met Ripley en het beest die samen ten onder gaan.

Met:
Sigourney Weaver, Ron Perlman, Winona Ryder, Dominique Pinon, Dan Hedaya e.a.
Regie:
Jean-Pierre Jeunet
Duur:
109 min.
1997
USA
Scenario:
Joss Whedon

verwant

Stranger Things – Seizoen 4

Het vierde seizoen van Stranger Things wordt gekenmerkt door...

My Salinger Year

De Canadese regisseur Philippe Falardeau kwam in de filmwereld...

Vijf Films om te zien voor je sterft (3): Jeroen Hulsmans

Aan de filmredactie van Enola werd gevraagd elk vijf...

Fantastic Beasts and Where to Find Them

Het is ondertussen ruim vijf jaar geleden dat Harry...

Stranger Things

Sinds de blockbusterzomer van vorig jaar lijkt de stroom...

aanraders

Madeleine Collins

Regisseur Antoine Barraud is geen grote naam in het...

Belfast

Naar eigen zeggen had Kenneth Branagh al jaren plannen...

Blaze

Hoewel hij vooral bekendheid geniet als een acteur...

recent

Die Antwoord

test

Sparklehorse :: Bird Machine

We dachten dat het nooit meer zou gebeuren, maar...

Nicolas Barral :: Als de fado weerklinkt

De periode Salazar is een donkere bladzijde in de...

Glasvegas :: 30 september 2023, Trix

Brexit of niet, net geen tien jaar na de...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in