Ook kinderen van de downloadgeneratie worden groot. De jongste zwik artiesten groeide op met veertig jaar — en evenveel gigabyte — popmuziek binnen klikbereik. Voor hen ligt de grootste uitdaging erin al die uiteenlopende invloeden tot iets boeiends te kneden. Een opdracht waar Grimes op haar nieuwe plaat Visions met verve in slaagt.
Helemaal nieuw is ze niet, deze Grimes, oftewel Claire Boucher: ze bracht met het folky Geidi Primes (2010) en Halfaxa (2011) twee albums uit die dan wel niet compleet onopgemerkt bleven, echt potten breken deed ze daarmee nog niet. Het is ook een heel andere Grimes die we op Visions te horen krijgen, het lijkt alsof ze nu pas uit haar schulp kruipt. “Infinite Love Without Fulfillment” zet wat dat betreft de toon: met haar hoge stemmetje over een rechttoe-rechtane popbeat, profileert ze zich als een soort indie-Madonna, die er niet voor terugdeinst om vreemde muzikale uithoeken op te zoeken.
Met zijn anderhalve minuut geldt die opener vooral als opwarmertje voor de twee eerste hoogtepunten van de plaat. “Genesis” begint als een wufte paringsdans tussen Goose en Jean Michel Jarre, tot de kordate beats het lied een nieuwe wending geven en Boucher haar demonen verdrijft in een walm van opperste extase; “My heart will never be/ Never feel never/ Never fall never knew”. De synths van “Oblivion” houden het jaren tachtig sfeertje aan — we kunnen niet wachten op de Soulwax Night Version! –, en het nummer is gezegend met een melodie die dagenlang in je hoofd blijft rondspoken.
Boucher studeerde cognitieve neurowetenschap, waarbij de relatie tussen geest en de hersenen bestudeerd wordt. Ook als artieste zet ze de luisteraar voortdurend op het verkeerde spoor. Niets is wat je denkt, Visions is een kleine vijftig minuten bevreemding van de efficiëntste soort. “Nightmusic” begint als een klassieke opera, maar al snel geven de beats en de synths, die zo hoog gepitcht worden dat ze als violen klinken, het nummer een totaal andere wending. Het intimisitische “Skin” begeeft zich ver weg van alle pathos en brengt met zijn onderkoelde sfeer en de repetitieve melodielijnen een moment van zelfreflectie. Straf trouwens, dat Boucher deze twee prachtnummers zomaar op het einde van de plaat dropt.
Een vijftal jaar geleden werd Beck door een recensent als “post-postmodern” omschreven, doordat hij verschillende elementen integreert in iets unieks. Ook Boucher bricoleert hier met het grootste gemak met diverse invloeden. Zelf haalt ze steevast Aphex Twin en Outkast aan als grootste inspiratiebronnen, en in de recensies krijgt u steeds Cocteau Twins en Mariah Carey naar het hoofd geslingerd. Maar daar houdt het niet op, ook Fever Ray, Bat For Lashes en Goldfrapp (“Be A Body”), maar evengoed de huiveringwekkende nu-R&B van How To Dress Well (die hoge stemmetjes in “Eight”) en Nicolas Jaar (“Skin”) geldden duidelijk als inspiratie.
“When you’re running by yourself, it’s hard to find someone to hold your hand”, zingt Claire Boucher in “Oblivion”. Af en toe is het nog wat zoeken, maar de jonge artieste heeft stilaan haar eigen weg gevonden. Het fundament en de bouwstenen zijn er om binnen afzienbare tijd met een klassieker op de proppen te komen, waarvan je voélt dat ze hem in zich heeft. Tot dan houden we ons zoet met Visions.
Grimes stelt Visions voor tijdens Les Nuits Botanique, op donderdag 17 mei in de Rotonde.