Nu folk alweer een hele tijd terug mag, maar vooral aanslaat in combinatie met een indie-esthetiek, zou je haast gaan vergeten dat er ook nog jonge artiesten opstaan die de roots induiken zonder zich in te schrijven in een expliciet hedendaags discours. Nathan Salsburg debuteert pas op z’n 33e met een soloplaat, al is het duidelijk dat er een leven van ervaring aan vooraf gaat.
Salsburg is immers niet enkel de bezieler van het aan indielabel Drag City gelieerde Twos And Fews (dat o.m. werk uitbracht van Alasdair Roberts), maar daarenboven ook blogger (zie link), presentator van een radioshow rond traditionele muziek en een medewerker van het Alan Lomax Archive, waardoor hij al jarenlang blootgesteld wordt aan volksmuziek uit alle windstreken. Op Affirmed ontpopt hij zich tot een begenadigd folkgitarist met een handvol mooie composities onder de arm.
Bij folkgitaren denkt alleman spontaan aan figuren als Bert Jansch, Leo Kottke en, onvermijdelijk, John Fahey. Referenties die terecht als kader kunnen dienen voor Salsburgs melodische update, maar het daarbij houden, zou hem ook tekort doen. Salsburg zet het virtuoze element niet zo sterk op de voorgrond als Kottke en mist het experimentele kantje dat een rode draad is door Faheys oeuvre, maar ook door dat van generatiegenoten als wijlen Jack Rose en James Blackshaw, die vaker heil zochten en zoeken bij repetitieve muziek en andere stijlen en continenten.
De acht composities — zeven van eigen hand en een versie van de Ierse traditional "The False True Love" — laten horen dat Salsburg een talent heeft voor heel zuivere fingerpicking, die soms verrassend spontaan en moeiteloos klinkt. Dat is voor een stuk zeker te danken aan het feit dat Salsburg, in tegenstelling tot veel van zijn collega’s, geen heil zoekt bij monotone dreiging of mystieke riedels, maar bij schijnbaar luchtige, neuriebare songs die meteen voor een lentegevoel zorgen. Komt nog eens bij dat meerdere songs beïnvloed zijn door een paar legendarische racepaarden. Niet bepaald iets wat leidt tot mistroostige slaapkamerfolk.
Of het nu gaat om opgewekter ("Blues For Eight Belles", "Fraught With Hornpipe") of iets ingetogener ("Back Home In Bogenbrook", de titeltrack) songs, Salsburgs techniek staat steeds ten dienste van de muziek, die duidelijk tevreden is om op z’n eigen tempo verder te kabbelen. Het is enkel in "The False Trule Love" dat Salsburg ook zingt. Naar eigen zeggen voelt hij zich niet zo comfortabel als zanger, iets waar op basis van deze song alleszins geen reden toe is. Meer nog: hier en daar wat extra zang zou de aantrekkingskracht van Affirmed enkel maar vergroten.
Hoe mooi het album doorgaans ook klinkt, er is toch iets wat ons ervan weerhoudt om dit te labelen als een verplichte aankoop. Het is niet zozeer het gebrek aan goede songs of een smoelwerk, want de man heeft wel z’n eigen ding gevonden, maar misschien toch een gebrek aan uitgesproken karakter, aan een oneffenheid, een individuele kronkel die Affirmed nog wat meer zou kunnen onderscheiden van het kolossale lot folkplaten dat elk jaar verschijnt. Daardoor is dit in eerste instantie vooral kost voor genrefreaks en gitaristen in folkfase.