Dat schrijfster Anna Enquist nogal prat gaat op haar medische achtergrond, viel reeds af te leiden uit een aantal van haar vorige romans. In De verdovers, haar jongste worp die tevens genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs, steekt ze haar fascinatie voor geneeskunde alweer niet onder stoelen of banken. Een intrigerende roman is dit boek daarom niet.
De verdovers kwam er naar aanleiding van een literair project: "schrijver op afdeling". De bedoeling was dat een auteur een tijdje zou meelopen op een medische afdeling, om er achteraf een roman van te maken. Niet noodzakelijk een waarheidsgetrouw relaas, maar een boek waarin de afdeling als kader zou dienen, weliswaar op fictionele basis herwerkt. Zoals de titel doet vermoeden, volgde Enquist mee op de afdeling anesthesiologie, in België beter bekend onder de naam "anesthesie". Naar eigen zeggen was Enquist ook gefascineerd door het gegeven van de verdoving, vanwege de link met het al dan niet vertoeven in een schemerwereld, een onderbewustzijn. Enquist mag zichzelf psychoanalytica noemen en dus interesseert het gegeven anesthesie haar mateloos. Een boek vol filosofische mijmeringen over slapen versus waken is De verdovers niet geworden. Het is een doktersroman tout court, waarin het pathologische met zichtbaar genoegen werd verwerkt. Er zijn vreemde relaties allerhande, zelfs vadercomplexen, en een van de centrale thema’s is hoe een jeugdtrauma verwerkt wordt. Brengt men de wrange gevoelens naar boven, of kropt men ze op en tracht men ze te verdringen, te "verdoven"?
Enquist stelt haar vragen via het hoofdpersonage Drik de Jong, een psychotherapeut die ernstig lijdt onder de dood van zijn vrouw Hanna. Zij liet het leven na een slepende ziekte en zo blijft het koppel kinderloos achter. Zijn zus Suzan (anesthesiologe), haar man Peter (ook psychotherapeut) en zijn dochter Roos zijn een grote steun voor hem. Wanneer Drik de draad van het gewone leven terug opneemt en een nieuw begin wil simuleren in zijn werk, ontmoet hij een vreemde patiënt: Allard Schuurman, student psychiatrie. Drik krijgt geen vat op de jonge man en alles komt aan het wankelen wanneer Allard besluit om zijn studie te veranderen in anesthesiologie. Zo komt hij in contact met Driks zuster Suzan. Wat dat oplevert, laat zich met de ogen dicht voorspellen.
Dat De verdovers geen briljante roman is, heeft een aantal oorzaken. In België goochelen we bijvoorbeeld niet zo vlot met de termen psychotherapeut en psychiater, waardoor het boek niet altijd even duidelijk is. Dat is echter slechts een klein euvel. Erger is de geforceerde manier waarop Enquist, behalve psychoanalytica ook opgeleid in muziek, haar tweede passie in het boek verwerkt. Roos en Allard spelen allebei een instrument en dat moet dan een geldige aanleiding zijn om elk hoofdstuk naar een muziekterm te vernoemen. Het minst genietbare aan de hele roman is echter de banaliteit van het verhaal: De verdovers is in feite weinig meer dan een simpele doktersroman, met een totaal onwaarschijnlijk verhaal en te veel sentiment, waarbij de schrijfster op een te geforceerde manier gepoogd heeft om een bepaalde spanning te creëren. Diegenen die een meerwaarde zoeken in stijl, naturel, plot of beschouwing, blijven op hun honger. Enquists nominatie voor de Libris Literatuurprijs is dus een erg vreemd gegeven, gezien de bedenkelijke kwaliteit en het middelbareschoolniveau van haar laatste roman.