Op een doordeweekse dag schuiven we een gloednieuw album, getiteld Stuff & Such, in de lader waarop vrijwel meteen een onverstaanbaar, hysterisch gekrijs tot in de buis van Eustachius giert. Pas dan dringt het besef door dat de luidruchtigste Gentenaren een nieuwe boreling op de wereld hebben gezet.
Op zijn ijzersterke debuut Well Hunger klonk het Gentse trio als een tegendraads kind dat sinds zijn oprichting in een wieg van sonische ranzigheid bleef liggen. Tot ieders verrassing spuugde het rockvolkje de band niet uit, maar maakte het graag de handen vuil aan de verschroeiende gitaren, bakken ruis en oorverdovende decibels. In tijden waarin de Coldplays en Katy B’s van deze wereld de alternatieve hitparades domineren, kwam Kapitan Korsakov overduidelijk als geroepen.
En ook Stuff & Such is allerminst een fris geknipt en geschoren plaatje geworden. "Quicksand Surfer" is minstens even verwoestend en schreeuwerig als wat we van de band gewend zijn. Inderdaad: een nummer met een uitzinnige Pieter-Paul Devos en dito drummer Jonas Vandenbossche die constant mokerslagen uitdeelt. Bovendien weet Devos zijn vocale daden op een smaakvolle manier kracht bij te zetten met de woorden "okay, if i can shit on your grave". Ook in de geweldige single "Cancer" haalt de band venijnig uit met in-your-face teksten en een moddervet refrein dat bovendien uitstekend meezingbaar is.
De gitaren kunnen nog grofkorreliger. In "Don’t Believe The Hope", "Proud Flesh" en de lekker lang uitgesponnen bassessie "Cheese Is Christ" weten Devos en bassist Pieter Van Mullem als geen ander keet te schoppen. Beide nummers zijn laaggestemde, oorverbrijzelende gitaarjams die soms aan de stadsgenoten van Drums Are For Parades doen denken; random noisefeestjes die ons er bijna toe aanzetten om na een flinke scheut whisky in de gordijnen te hangen.
Het is niet alleen schuimbekkende woede wat de klok slaat. De plaat is bedolven onder dikke lagen Weltschmerz. Achter Stuff & Such lijkt bij momenten veel verdriet, opgekropte woede en waanzin schuil te gaan. De band neemt gas terug met akoestische pop en sentimentele pianoflarden ("Smile And Stay Friends"), een soort distorted lo-fi folk ("Lest My Water Break") en een naïef klinkend mandolinenummer ("Piss Where You Please"). Devos bezorgt ons wederom een krop in de keel met zinsneden als "..cause grass is always greener after suicide" en "Eat your heart out, but make sure you have some for me as well".
Maar dan heb je het epische "In The Shade Of The Sun" nog niet doorstaan. Eerst zweeft de luisteraar nog op een wolkje van bastonen, ontspannende gitaartokkels en een ingetogen zanger, maar van zodra een donkere gitaarwolk zich uitgezet heeft, wordt hij meegezogen in een emotionele draaikolk van scherpe gitaren, verscheurende vocalen en slaande drums. We moeten even bekomen, maar de repeatknop is snel gevonden.
Stuff & Such laat niet alleen een verdomd smerige bastaard van Sonic Youth en Elliot Smith horen, maar ook een band die in al zijn facetten verschroeiend uithaalt. Kapitan Korsakov is een band om in België te koesteren, want zo maken ze er tegenwoordig niet veel meer, mijnheer!