In januari presenteert goddeau u met Tips Voor 2012 de namen die u de komende twaalf maanden in het oog moet houden.
Binnen de lijntjes kleuren, dat is niets voor Kapitan Korsakov. Dat bleek al uit de noiserock op zijn smerig debuut Well Hunger en zijn dito videoclips, maar ook uit een bij momenten hilarische babbel die begon over de aanstormende tweede plaat, Stuff & Such, maar waarin ook een afgehakte vossenpoot, Gentse posers, Nailpin en mesjes de revue passeerden.
Gezien de razernij die Kapitan Korsakov uit zijn instrumentarium haalt, was de ontvangst van hun debuut in 2009 opmerkelijk te noemen. Het geheim hierachter? KKK (want zo wordt de band Kris Peeters-gewijs discreet afgekort) speelde zich de laatste jaren in de kijker met veel distortion en decibels maar ook met opmerkelijke videoclips. Het olijke trio scoorde recentelijk weer met hilarische promofoto’s voor zijn tweede plaat, die op 27 januari verschijnt.
Pieter-Paul Devos: (zang en gitaar) “We willen niet moedwillig choqueren. Dat interesseert ons niet. De varkens uit de videoclip van “When We Were Hookers” passen bij elk nummer. De video van “Cozy Bleeders” was wel gemaakt in functie van de sfeer van het nummer.”
Jonas Van den Bossche: (drums) “Soms heb je video’s nodig om je nummer onder de aandacht te brengen.”
Devos: “De promofoto’s waren mijn idee. Eigenlijk rijden we alle drie in een even grote Hummer en is ons velletje even egaal gebronzeerd. Zolang we maar genoeg geld hebben om niet in het spoor van onze eigen feces te moeten leven en elke dag de overtollige kaviaar met ivoren wegwerptandenstokers van tussen onze gebleachte tanden kunnen prutsen, is iedereen gelukkig.”
enola: Op jullie debuut hoorden we vette riffs. Heeft Stuff&Such ook die vuile oersound of zijn jullie bravere nummers gaan schrijven?
Van den Bossche: “We klinken zeker niet braver, maar gewoon beter. De eerste plaat was ook meer van hetzelfde. Misschien is de sound wat meer gekanaliseerd. Op de nieuwe plaat staan ook meer zijsprongen.”
Pieter Van Mullem: (bas) “De nummers zijn gewoon beter gemaakt, beter gemixt.”
Devos: “Onze sound blijft enerzijds behouden, maar anderzijds ook niet. Het is geen complete ommezwaai. Onlangs hebben we de plaat door een PA gejaagd, en het klinkt duizend keer beter dan ons vorig werk.”
Van Mullem: “(droogjes) Ik ben ook blij dat ik eindelijk wat bas hoor.”
enola: Schuilt er achter de eerste single “Cancer” en de vage albumtitel een bijzonder verhaal?
Devos: “De single gaat over gelijk wat. Een letterlijk uitgelegde tekst, als er al een letterlijke uitleg voor is, ontkracht zichzelf. Idem met “Stuff & Such”, interpreteer het zoals je wilt.”
enola: Kunnen jullie iets vertellen over de opname van de nieuwe plaat. Zijn er veel verschillen met Well Hunger?
Devos: “Dat was compleet anders.” (waarop de band een diepe zucht slaakt)
“De eerste plaat hebben we in verschillende sessies en op verschillende plaatsen opgenomen. Er was een sessie van vier dagen in de Video, dan een paar dagen in ons repetitiekot. Het laatste nummer, “Sheep Dip”, hebben we opgenomen bij Pascal De Weze. De nieuwe plaat was in een week opgenomen.”
enola: Ik ben geen vakmuzikant, maar dat is wel erg snel.
Devos: “Dat is de grote verdienste van Wouter en Lode Vlaeminck, met wie we de plaat ergens in de Ardennen hebben opgenomen. We hebben dus goed kunnen doorwerken.”
Van den Bossche: “We namen zolang op als we wilden. Hoe later we opstonden, hoe langer we ’s nachts verder werkten.”
Van Mullem: “Het is goed om geen weet te hebben van het uur.”
Devos: “Wouter, die de plaat gemixt heeft, begreep ons perfect. Hij stuurde de band de goede richting in. Er was een goede wisselwerking tussen ons. Nog voor de mastering waren we zelfs al tevreden.”
enola: Recensenten beweren nogal vaak dat jullie de mosterd halen bij Nirvana, Sonic Youth en Mudhoney, terwijl anderen vinden dat jullie origineel klinken. Hebben jullie daar een verklaring voor?
Van Mullem: “Dat zou je aan die gasten moeten vragen.”
Devos: “Naar Sonic Youth luisteren we allemaal graag, maar soms is de lijn dun tussen een invloed en een rip-off. Of misschien snappen sommigen onze muziek niet. In “Sink Sleeping” hoor ik bijvoorbeeld The Stooges.” (neuriet een riffje)
Van den Bossche: “Drums Are For Parades zijn ook goed, maar misschien hebben we dat ook al eens gehoord? Kijk, iedereen herkent in een nummer wel akkoorden of een bepaalde klank, maar heeft het dan minder bestaansrecht? Het zou veel mottiger zijn om je persoonlijke invloeden niet in je muziek te vinden. Het moet van ergens komen.”
enola: Wat hebben jullie gemeen met And So I Watch You From Afar? Op het podium lijken jullie wel zielsgenoten.
Devos: “Die gasten zijn ondertussen goede vrienden geworden. In Brussel had ik het met de bassist erover: we spelen niet dezelfde muziek, maar er is toch een connectie.”
Van den Bossche: “Ik vind super tof dat ze ons als support vragen. Ik had nooit durven denken dat ze met ons op Pukkelpop zouden spelen. Het zijn net als wij ook echte werkers.
Van Mullem: Bij beide bands zie je ook veel passie, overgave op het podium.”
enola: Willen jullie zo veel als zij toeren?
De Vos: “We willen dat wel doen, maar daarvoor moet je eerst logistieke kak oplossen, een booker zoeken en zo.”
Van den Bossche:We zijn daar wel mee bezig. Het is iets wat elke band wil eigenlijk.”
enola: Jullie zijn wel al twee zomers in Estland geraakt.
Devos: “De eerste keer was in de zomer van 2010. Een Brit uit Tallinn had ons uitgenodigd.”
Van den Bossche: “Dat was een van de grootste shows uit ons bestaan. Voor mij persoonlijk was het belangrijk om buiten Gent en buiten België geapprecieerd te worden, zeker na duizend keer in Gent te hebben gespeeld.”
Van Mullem: “We hebben veel uitbundige mensen gezien.” (halen herinneringen op aan een ladderzatte bassist, tot algemene hilariteit)
Devos: “Vooral deze zomer zagen we veel gasten zich oprecht smijten, geen Gentse posers. (lacht) We speelden in een park, een soort privédomein waar iemand een verjaardagsfeest gaf, en iedereen was daar zo scheef als een ei. Van een meisje kreeg ik een afgehakte vossenpoot.”
enola: Wordt er na jullie shows telkens uitbundig gefeest?
Devos: “Goh, dat hoeft niet excessief te zijn om excessief te zijn. Er zijn van die stoere rockers die graag opscheppen, maar dan zijn meestal losers. Die zijn er niet voor de juiste reden. En als je in een grote band zit, sta je elke avond niet meer in de backstage te zuipen.”
Van Mullem: Die gasten herken je meteen. Soms gaan wij na een optreden meteen naar huis, soms zijn we met geen stoten weg te krijgen.”
Van den Bossche: “Een show spelen, om twee of drie uur in je nest kruipen en dan gaan werken, dat is de laatste tijd rock-‘n-roll voor mij. Ik vrees wel dat mensen ons als een zuipband zien.”Van Mullem: “Je bouwt twee levens op. Het is ofwel werken ofwel optreden. Alhoewel, werken… op een stoel zitten.” (algemene hilariteit)
Devos: “Hij bewaakt schilderijen in een museum.”
Van Mullem:“In Oeganda, via het internet.”
enola: Is Kapitan Korsakov jaloers op een Black Box Revelation of blijven jullie liever in de underground hangen?
Devos: “Dat is een totaal andere band. Live staan ze er, en met Alain Johannes een album opnemen moet cool zijn, maar als je jaloers bent, dan kan je er beter mee stoppen. Het gaat niet om de grootste band zijn, maar om amusement en overgave.”
“Onlangs vroeg ik aan iemand of wij bekend zijn, maar waar ligt de grens? Tegenwoordig is het hip om underground te zijn. Het is een kostuum dat je wordt aangemeten.”
Van den Bossche: Ik heb ook weinig voeling met Black Box Revelation, maar het is wel tof dat ze in de States kunnen toeren. En het voelt raar om na te denken over welke mensen van je muziek houden.”
Devos: “Op een bepaald moment had ik gehad met de Bon Iver-hype. Op Pukkelpop is hij volledig aan mij voorbij gegaan. Het was dwaas om mij daar aan te ergeren. Ikzelf ben tevreden met elke fan die naar ons komt kijken.”
Stel: Zornik vraagt Kapitan Korsakov als voorprogramma. Wat doen jullie?
Van Mullem: “Of Sandra Kim, stel je voor.”
Devos: “Ik weet het toch niet. Nailpin daarentegen.”
Van den Bossche: “Ik denk niet dat we het zouden doen. Is dat een goed antwoord op je vraag?
Devos: “In mijn ogen staat er op de nieuwe plaat een popnummer. Er is een groot verschil tussen pop en platte kak.”
goddeau: Laatste vraag: wie was de ongelukkige die voor de trailer van Stuff & Such met mesjes zijn huid liet bewerken?
Devos: “De zanger van Cloon (Tom Claus, Gentse math metalband, lh). We zaten op café en begonnen te zeveren, een typisch verhaal dus, maar het was zijn eigen idee. Om het idee warm te houden, hebben we het maar meteen uitgevoerd. Veel mensen denken nog steeds dat het fake is.”