In januari presenteert goddeau u met Tips Voor 2012 de namen die u de komende twaalf maanden in het oog moet houden.
Rockend Vlaanderen kent Psycho 44 ongetwijfeld al dankzij “All My Demons Have Distortion”, de single waarmee de energieke jonkies uit Grobbendonk niet alleen op YouTube maar ook in De Afrekening scoorden. De jonge honden waren al wereldberoemd in de Kempense jeugdhuisscene, maar sinds ze in 2010 de finale van Humo’s Rock Rally haalden en niet veel later een EP met Lange Polle van Triggerfinger opnamen, gaat het er serieuzer aan toe. “We zijn al lang geen hobbybandje meer.”
Eigenlijk begon alles in 2009. De band gooide hoge ogen in de finale van FrappantPOP, de Antwerpse rockconcours, en de Maanrockrally. Dat de Kempenzonen een groot gigantisch potentieel hadden, was ook Muziekcentrum TRIX niet ontgaan. Ze werden in het eervolle gezelschap van Triggerfinger en Creature With The Atom Brain resident artist en namen meteen een demo op. “Dankzij die wedstrijden word je vaker gezien en kan je ook veel meer optreden”, beaamt Jonas Vermeulen (toetsen en gitaar).
Tijdens een zinderende set op de afterparty van de FrappantPOP-finale van vorig jaar gaf Psycho 44 een voorsmaakje van het debuutalbum dat deze zomer zal ingeblikt worden. “Nu zijn we volle bak nieuw materiaal aan het schrijven. Bewust spelen we live maar twee nieuwe nummers, omdat we liever alles in een keer los laten. Op de EP stonden ook vooral snelle nummers en misschien iets te veel gejam. De nieuwe songs zijn soms meer downtempo. Er mag wat meer dynamiek in”, legt zanger-gitarist Gaelian Corluy voor de show in Antwerpen uit.
enola: Hoe moeilijk is het om een hit als “All My Demons Have Distortion” te overklassen?
Corluy: Euhm, dat is niet gemakkelijk.”
Vermeulen: “Voor ons was dat een nummer als een ander, maar voor de buitenwereld is dat hét nummer van Psycho 44. Het is een maatstaf geworden. We mogen er ons niet op fixeren, anders rijden we onszelf vast. Het nummer heeft veel deuren geopend, dus moeten we het meedragen.”
Corluy: “Het nummer is herkenbaar, ook in het buitenland, en staat op de bandshirts. We zijn zelfs van plan om het op ons debuut te zetten.”
enola: Even de tijd in: hoe zijn jullie oorspronkelijk begonnen?
Corluy: We waren vijftien of zo toen we in een garage covertjes begonnen spelen. Een typische start eigenlijk.”
Vermeulen: “Jong en kutslecht.”
Corluy: Na een half jaar is Jonas er bij gekomen en is het serieuzer geworden. Dat moet vier jaar geleden geweest zijn.”
enola: De nummers op Demon, jullie debuut-EP, klonken heel afgewerkt voor een jong bandje. Hoe zijn die tot stand gekomen?
Vermeulen: “We schrijven alle nummers sowieso met vier. Meestal komt iemand met een ideetje waarrond het nummer dan ontstaat. Daar kruipt al véél tijd in.”
Olivier Lambrechts: drums “Het materiaal van op de EP hadden we al een jaar voor de opnames. Aan de nummers hebben we constant gesleuteld door ze telkens live te testen.”
Vermeulen: “Van zodra een nummer niet marcheerde, gooide we het weg. Het kan ook zijn dat we een nieuwe versie opnieuw live proberen. Al onze nummers moeten dus even rijpen.”
enola: De producer van Demon was Lange Polle van Triggerfinger. Hoe was het om met hem in een studio te vertoeven?
Corluy: “Het was confronterend om met een serieuze muzikant samen te werken. Heel hard trainen, maar zo leer je het. In de opnames is veel tijd, geld en energie gekropen.”
Lambrechts: “De nummers heeft hij niet echt gewijzigd, maar wel onze speelstijl. Het moest allemaal veel strakker.”
Vermeulen: “Dat was ook de reden waarom we eerst een EP hebben opgenomen. We vroegen ons af hoe het was om in een studio te werken. We leerden onszelf als band kennen.”
enola: Schuilt er achter de gekke bandnaam een verhaal?
Lambrechts: (droogjes) “Mijn schoenmaat is 44.”
Corluy: “Dat is niet waar.”
Vermeulen: “Dat is toch het verhaal dat we hadden afgesproken?”
Corluy: “De naam slaat op niets eigenlijk. Je mag het gewoon zelf verzinnen.”
enola: Kunnen we Death From Above 1979, Millionaire en Queens Of The Stone Age als correcte referenties beschouwen?
Vermeulen: (lacht)Dat zijn bands die wij geniaal vinden, maar of dat een terechte vergelijking is. Ik weet het niet. (lacht)“
Lambrechts: “Je kan horen dat we ze veel beluisterd hebben, maar wij zijn nog duizend trappen lager. We hebben nog een paar decennia nodig om even goed te klinken.”
Corluy: “Tijdens de eerste voorronde van de Rockrally werden we als een punkgroep gezien, wat we eigenlijk nooit begrepen hebben. Maar het is beter dat we bestempeld worden als punk dan als een strontgroep.”
Vermeulen: “Ik denk dat het meer ging om onze uitstraling, dan om de muziek.”
enola: Hoe ver staan jullie in het buitenland?
Corluy: “In Nederland gaat het al vrij goed, zelfs in Bulgarije. In de zomer 2010 stonden we er aan zee op een lokaal DIY-festival.”
Vermeulen: “Het plein stond vol. Het waren Idool-toestanden. Van zodra we meisjes aankeken, begonnen ze luidkeels te gillen. Na de show moesten we met hen op de foto en handtekeningen uitdelen. De ganse stad was buiten gekomen, omdat er eens iets gebeurde.”
Corluy: “Op dat moment merkten we hoe verwend we in België zijn.”Lambrechts: “In september (2011, lh) konden we terugkeren en er op het Balkan Youth Festival optreden, maar dat moesten we afzeggen. Toen we aan de luchthaven van Dortmund arriveerden, kregen we het bericht dat de vlucht van Wizz Air was afgelast.”
Vermeulen: Een festival waar jongeren uit Griekenland, Rusland en Bulgarije op afkomen: het is ons dus niet gelukt, dus bij deze: fuck Wizz Air!”
Corluy: “Er is wel een anti-Wizz Air nummer van gekomen.”
enola: Gaelian, je zegt dat wij Belgen nogal verwend zijn: in termen van bands of concerten?
Corluy: “Als band in het alternatieve rockcircuit is het hier gewoon knokken. Belgische rockbands moeten altijd naar het buitenland kijken. Onze elektronische acts en dj’s doen het veel beter in het buitenland omdat wij in het genre altijd pioniers waren. Kijk maar naar Front 242 en Soulwax. Negentig procent van onze rockgroepen zijn copycats. Je kan ook zeggen dat Psycho 44 een rip-off is van Queens en Death From Above.”
Vermeulen: “Zonder namen te noemen: er zijn bands die vergeten dat ze eerst honderd keer moeten optreden om te tonen wat ze waard zijn. Je mag niet meteen denken dat een album er in zit.”
Lambrechts: “Het is niet omdat je een hit hebt op Studio Brussel dat je het zal maken in het buitenland. Wij beseffen hoe moeilijk dat is. In Nederland moet je al op nul beginnen. We speelden bijvoorbeeld in Eindhoven voor een man of twintig, waarvan vijf maten van ons. (lacht).”
enola: Het moet gezegd: jullie zijn nog niet aan het zweven.
Lambrechts: Je moet keihard werken om een publiek mee te krijgen.”
Vermeulen: “Optreden, optreden en nog eens optreden: dat is de meest duurzame manier om een fanbasis op te bouwen, mensen die je echt kennen. Dat is het hardste werk, maar het beste voor je muziek én je publiek.”
enola: Valt een studentenleven te combineren met de drukke agenda van Psycho 44?
Lambrechts: “Soms is het wringen, maar het gaat. Dit jaar speelden we zo veel gigs dat ik mij op een vrije zaterdagavond af vroeg wat ik kon doen.”
Vermeulen: “Dankzij FrappantPOP ging de bal in 2009 aan het rollen en kregen we de kans om veel op te treden. Veel groepen dromen daarvan, dus: deal with it.”