Kleine verhalen uit grote conflicten, ze vormen een geliefde invalshoek van zowel auteurs als publiek. Voorwaarde is natuurlijk dat ze bijzonder genoeg zijn om verteld te worden. In de eerste cyclus van Stille Helden is het kantje-boordje.
Frankrijk, 1944. Auguste Briant is landbouwer, levensgenieter en burgemeester van Vernix, een onooglijk Normandisch dorpje. Met zijn gezin en zo nu en dan een flink glas doorstaat de man de oorlogsjaren, schipperend tussen de vervelende eisen van de bezetter en de overmoedige plannen van het plaatselijke verzet.
Wanneer in de aanloop naar de landing een Amerikaans toestel in de buurt van Vernix crasht, neemt het leven van Briant een stevige wending. Gedaan met de relatieve rust nu een onderduiker onder zijn verantwoordelijkheid valt en Briant tegelijkertijd ook zijn gezin en dorpelingen veilig naar het oorlogseinde moet zien te loodsen.
De gebeurtenissen die volgen, maken van Briant ontegensprekelijk een stille held — het verhaal is voor alle duidelijkheid waargebeurd. Maar toch schort er iets. Hoe zeer je ook je hoed afneemt voor Briant, als stripverhaal blijkt deze stille held het minder goed te doen.
Wat jammer is, want debutanten Alexander Tefenkgi en Olivier Merle hebben zichtbaar hun best gedaan om dit tweeluik tot een fraai werkstuk te maken. Voor Merle speelde daarin ook een persoonlijke kwestie mee: Briant is namelijk de grootvader van zijn echtgenote.
Dat scenarist Merle die stille held wil eren, is niet meer dan terecht. Maar meer afstand had hier misschien soelaas gebracht: door een onbevangen benadering, kan een niet-lid van de familie het verhaal immers meer kneden tot een album dat boven de massa uitsteekt.
Dat gebeurt nu te weinig, waardoor Stille helden niet bepaald een vliegende start neemt. Ondanks het puike tekenwerk van Tefenkgi, ontstijgen deze twee albums de middelmaat niet. Het verhaal is onderhoudend, maar doet de adem, zelfs op de spannendste of meest aangrijpende momenten nooit stokken, wat enigszins vreemd is gezien het niet bepaald lichtzinnige karakter van de aanwezige SS’ers.
Voor Stille helden is dit geen al te beste start. Hoe de volgende cycli er zullen uitzien, is voorlopig verre van duidelijk. Als de reeks echter verder gaat met het oprakelen van opmerkelijke kleine verhalen uit grote conflicten, dan mag er net iets dieper gegaan worden, tot je als lezer het gevoel hebt dat je de stille held ként en aanvoelt.